Hoofdstuk 16: Functies van taal Flashcards

1
Q

Wat is taal?

A
  • Harley (2014): “Een systeem van symbolen en regels dat ons in staat stelt om te communiceren” : Semantiek & Syntax
  • Formele definitie ontnreekt
    o Bemoeilijkt taalonderzoek
    o Moeilijk om te bepalen aan welke eisen een organisme moet voldoen wil er sprake zijn van volledige taalbeheersing
  • Speelt rol in
    o Communicatie / Denken / opslaan informatie / expressie van emoties
    o Imitatie / identificatie met een groep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg semantiek en syntax uit.

A

Semantiek: De betekenis van woorden

Syntax: De regels die de ordening van de woorden bevat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Is taal een unieke menselijke eigenschap?

A

Noam Chomsky:
o Ja! Aangeboren en uniek menselijk

Evolutionair biologen:
o Nee! Onwaarschijnlijk dat taal “zomaar” ontstaan is

Rudimentaire vormen van taalbegrip bij dieren gevonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is taal aangeboren?

A

Chomsky: Ja!
* Er is sprake van een universele grammatica
* Aangeboren vaardigheid om universele eigenschappen van een taal te verwerken (lexicale categorieën / woordvolgorde / recursie)

Christiansen en Chater (2008): Nee!
* Te veel verschillen tussen talen en talen zijn dynamisch en veranderlijk!
o Te dynamisch voor een aangeboren taalorgaan
* Taal heeft zich aangepast aan menselijke cognitieve vaardigheden
o Flexibel inzetten van cognitieve processen van patroonherkenning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn Pidgintalen?

A
  • Nieuwe, primitieve talen die ontstaan wanneer twee of meer groepen mensen die ieder een andere moedertaal hebben worden samengebracht.
  • Bickerton (1984): bioprogam-hypothese
    o Zelfs zonder blootstelling aan taal in je jeugd ontwikkel je een grammatica
    o Evidentie afkomstig van pidgintalen
    o Ook evidentie bij gebarentalen
  • Evidentie voor intrinsieke motivatie om talen te leren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zegt genetisch onderzoek naar taal?

A
  • Gendefecten kunnen taalverwerking beïnvloedden
  • FOX2P: Expressie van specifieke hersenfuncties
  • Interactie genetic – gedrag is complex: Geen evidentie voor een “taalgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beïnvloedt taal ons denken?

A
  • Benjamin Lee Whorf (1956)
    o Linguïstische relativiteitstheorie
    o Drie varianten
  • Evidentie afkomstig van categorisatieonderzoek
    o Onderscheid van kleuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de voor- en nadelen van meertaligheid

A
  • Idee lang populair geweest dat meertaligheid cognitieve voordelen biedt:
    o Noodzaak tot inhibitie v/d niet actieve taal
    bo Switchen tussen verschillende talen
  • Maar…
    o Zeer zwakke theoretische basis.
    o Resultaten van tweetaligheidsstudies bijzonder inconsistent
    o Switchen tussen talen vereist weinig tot geen inspanning.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef de betekenis van taalpsychologie als wetenschappelijke discipline

A
  • Taalpsychologie streeft ernaar te verklaren welke cognitieve functies een rol spelen in het begrip taal
  • Taalverwerking niet rechtstreeks te observeren
  • proberen taalverwerking te begrijpen door eigenschappen van de taal te manipuleren zodat we het effect van deze manipulaties op ons gedrag kunnen meten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke eigenschappen van taal zijn er die woordherkenning beïnvloeden?

A

Manipulatie van taaleigenschappen
* Woordfrequentie
* Gebruik van homofonen of homografen
* Woorden, non-woorden en pseudowoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef de betekenis van homofonen en homografen

A

Homofonen
* twee of meer woorden die zijn opgebouwd uit dezelfde klanken, maar verschillende betekenissen hebben.
* Bv: Licht en ligt

Homografen
* woorden die je hetzelfde schrijft, maar die verschillen in uitspraak en in betekenis
* Bv: Bédelen en bedélen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef de betekenis van woorden, non-woorden en pseudowoorden.

A

Woorden: Betekenisvolle, uitspreekbare reeks letters

Non-woorden: Random reeksen letters die niet uitspreekbaar zijn

Pseudowoorden: Betekenisloze eenheden, die volgens de regels van de desbetreffende taal wel uitgesproken kunnen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke onderzoeksmethoden zijn er naar taal?

A
  • Woordbenoemingstaken
  • Lexiale beslissingstaak
  • Priming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn woordbenoemingstaken?

A

Proefpersoon krijgt gedrukt woord gepresenteerd dat zo snel mogelijk benoemd moet worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn lexiale beslissingstaken?

A

Een persoon krijgt een aantal letterreeksen te zien, meestal op een beeldscherm, die ofwel een woord ofwel een pseudowoord of non-woord zijn. De taak van de deelnemer is om zo snel mogelijk te beslissen of de letterreeks die hij ziet een woord is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is priming?

A

Eveneens zo snel mogelijk een woord benoemen, maar er wordt voorafgaand aan dit woord een ander woord gepresenteerd, dat al dan niet gerelateerd kan zijn aan het te benoemen woord

17
Q

Hoe is spraak als communicatiemiddel?

A
  • Veel studies benaderen taal vanuit een monoloog, terwijl de meest voorkomende vormen van taal de vorm ve dialoog aannemen.
  • Spraakperceptie en spraakproductie sterk met elkaar verweven.
  • Interactie spreker en luisteraar.
    o Niet enkel de inhoud van de communicatie is belangrijk, maar ook de vorm.
    o Belangrijke rol in theorieën voor partner-specifieke verwerking en audience design
  • Partnerspecifieke verwerking: Inhou en vormm van belag
  • Audience design
18
Q

Wat is audiance design?

A

Afstemming van communicatie op luisteraars

19
Q

Wat is partner specifieke verwerking?

A

manier waarop gesprekspartner taal-specifieke info verwerkt

20
Q

Wat zijn Griceaanse stelregels?

A
  • Negen stelregels waaraan goede communicatie moet voldoen
  • Herbert Paul Grice (1913-1998)
  • In de praktijk worden regels vaak geschonden
21
Q

Geef de 9 griceaanse stelregels.

A

Stelregels van kwantiteit
1. Maak je bijdrage zo informatief als noodzakelijk is
2. Maak je bijdrage niet informatiever dan noodzakelijk

Stelregels van kwaliteit
3. Zeg niet iets waarvan je denkt dat het niet klopt
4. Zeg niet iets waar je geen evidentie voor hebt

De stelregels van de relatie
5. Wees relevant

De stelregels van gemanierdheid
6. Vermijd obscure uitdrukkingen
7. Vermijd ambiguïteiten
8. Wees kort (vermijd onnodige uitvoerigheid)
9. Wees ordelijk