Hoofdstuk 14: De dynamiek van ons geheugen Flashcards
GEef enkele voorbeelden van het gebruik van ons geheugen.
- Leren van namen hersengebieden
- Toepassen van een statistische formule
- Vergeten van geleerde informatie
- Onthouden van tussenresultaten
- Bijhouden van taakdoelen
Geef Het multi-storegeheugenmodel
Atkinsons en Shiffrin ontwikkelende een kortetermijngeheugenmodel met een aantal (3) specifieke eigenschappen:
1. Sensoriche bffer
2. Kortetermijnbuffer
3. Langetermijnopslagplaats
Basisprincipe van dit model:
- Dat sensorische informatie in eerste instantie in de sensorische buffers word opgeslagen - Die informatie waar de aandacht op gericht is, zou worden overgebracht naar de KT oplagplaats, waar ze dan verder verwerkt worden
- Deel van de informatie gaat dan naar de LT-opslagplaats. Het deel dat in het KT blijft, zou door een intern mechanisme herhaald moeten worden om te voorkomen dat deze informatie verloren gaat (zorgt er ook voor dat het langzaam gecodeerd wordt in het LTG)
Sperlings partial report studies
Leg de sensorische buffer uit volgens het multi-storegeheugenmodel.
=> informatie in eerste instantie hier opgeslagen
Het is modaliteitsspecifiek —> er bestaan aparte buffers voor de visuele en de
auditieve modaliteit
Iconisch = visueel
- Acitieve representatie in sensorisch systeem.
- Pre-attentief : hangt niet af en wordt niet beïnvloed door aandacht
Echoïsch = auditief.
- Tijdelijk ‘te spelen van echo’ van wat je net gehoord hebt.
Leg de kortetermijnbuffer uit volgens het multi-storegeheugenmodel.
=> Heeft een beperkte capaciteit
- Wanneer er geen aandacht is voor de informatie in het KT is er verval. De informatie
wordt in stand gehouden door herhaling. De term KT is tegenwoordig deels ongebruikt
omdat het geen uitspraak doet over het herhalen of wat we doen met het KT daarom
gebruiken we hedendaags vooral het werkgeheugen.
Leg de langetermijnopslagplaats uit volgens het multi-storegeheugenmodel.
- Heeft een nagenoeg oneindige opslagcapaciteit, waar informatie gedurende lange tij ongewijzigd opgeslagen blijft
- Is onderhevig aan verval en interferentie
Leg de Sperlings partial report studies uit
- Het experimentele design. Proefpersonen moesten reeksen letters onthouden en later rapporteren. Volledige rapportage wil zeggen dat proefpersonen alle letters moesten opnoemen. Bij de partiële rapportage gaf een toon aan welke rij letters gerapporteerd moest worden. Voor de vertraagde partiële-rapportageconditie gold hetzelfde, maar werd de toon vertraagd aangeboden, waardoor de proefpersonen de letters uit hun iconisch geheugen moesten selecteren.
- Het effect van de vertraging van de toon. Hoe later de toon gepresenteerd werd, hoe minder goed proefpersonen erin slaagden om de relevante letters te benoemen
Geef de resultaten van het Sperlings partial report studies.
Resultaten
- Wanneer de toon snel volgde op het weghalen van het display waren de proefpersonen instaat om zeer accuraat de juiste letters te rapporteren
- Hoe later de cue werd gepresenteerd, hoe minder sterk deze vaardigheid was
Visuele informatie is nog gedurende korte tijd beschikbaar, maar deze informatie vervalt snel.
Wat is het verschil tussen visueel sensorisch en auditief sensorisch?
Visueel sensorisch
- Kortdurende opslag (50-1500ms)
- Actieve representatie in sensorische systeem
auditief sensorisc
- Echoïsch geheugen: Tijdelijk “terug te spoelen “ echt van wat je net gehoord hebt
Geef de kenmerken van het kortetermijngeheugen.
- Tijdelijke opslag van informatie
- Volgens Atkinson & Shiffrin (1968) noodzakelijk voor permanente opslag
- Geen aandacht is verval!
- Instanthouding door herhaling
- Begrip tegenwoordig deels in onbruik geraakt
Hoe is de geheugespanne van het kortetermijngeheugen?
George Miller beschreef de geheugenpassen als ‘we kunnen ongeveer 7 items onthouden met ongeveer 2 meer of minder items’. Hier kwam echter kritiek op om dat er geen rekening werd gehouden met:
- Chunking : we kunnen van lossen eenheden een betekenisvolle eenheid maken
- Overschatting als je enkel naar losse eenheden kijkt
- Losse eenheden zijn gemakkelijker te onthouden als je ze kunt samenvoegen compleciteit van figuren : we zijn beter in staat om simpele figuren te onthouden dan
- complex
- context
- categoriseerdbaarheid
We kunnen eerder 1-4 items onthouden in ons visueel geheugen
Wat is de De seriële positiecurve bij het kortetermijngeheugen?
= de kans om een woord te onthouden op basis van de positie in een lijst
- Primacy effect: eerste woorden zijn het nieuwste
- Recency effect: de meest recente woorden zijn het verst aan informatie.
We onthouden de meest recente woorden meer dan de eerste woorden, maar we
onthouden de eerste woorden beter dan de middelste woorden
Hoe is het geheugenverlies bij het kortetermijngeheugen?
Vaak intact kortetermijngeheugen (zie Hoofdstuk 13)
Maar, soms ook specifieke kortetermijngeheugendeficiënties:
- Korsakoff
- Schedelfratuur boven pariëto-occipitaalkwab
- Normale prestaties op langetermijngeheugentaken
- Kortetermijngeheugenspanne van slechts 2
Hoe werkt vergeten in het kortetermijngeheugen?
**Brown- Petersen taak **
- stelt de deelnemers ertoe letters te onthouden en terug te tellen. De afname van de geheugenprestatie gebeurt in functie van tijd.
- De belangrijkste bevinden bestond eruit da hoe verder de proefpersonen terug moesten tellen hoe minder goed ze in staat waren om de letters correct te rapporteren. —> hoge mate van spoorverval (vergeten van informatie door het niet actief onthouden).
Echter zegt Naire dat het door interferentie van andere factoren komt dat we de informatie in ons kortetermijngeheugen vergeten. Nieuwe informatie opdoen zorgt voor interferentie om de oude taak te onthouden. De informatie die Brown-petersen hebben verzameld is waarschijnlijk uitvergroot of extreem.
Hoe komen we van het KTG naar het werkgeheugen?
(Vrieger KTG, nu WG)
Bradley & Hitch : working memory
- Ons KT is essentieel voor de uitvoering van diverse dagemlijkse taken informatie die in ons werkgeheugen worden opgeslagen, kan gesplitst worden in twee verschillende types
1. Fonologische informatie : die in de vorm van een verbale/auditieve code onthouden kan
worden
2. Visuele en spatiale informatie
- Ze stelden dat oorspronkelijk bestond uit deze drie componenten
1. Centrale executieve : dit systeem controleert de werking van de andere systemen en zorgt ervoor dat we de inhoud van het werkgeheugen kunnen manipuleren, vasthouden en actualiseren indien nodig
2. De fonologische buffer : dit systeem is betrokken bij het onthouden van auditieve informatie
3. Het visuospatiale kladblok : dit systeem dat het onthouden van visuele en/of ruimtelijke informatie verzorgt
**Toevoeging later (2000) **
4. Episodische buffer : dit systeem is betrokken bij de tijdelijke opslag van geïntegreerde stukken informatie, in het bijzonder die betrekking heeft op persoonlijke gebeurtenissen
Componenten
Geef de componenten van het werkgeheugen.
- Fonologische buffer
- Visuopatiale kladblok
- Episodische buffer
- centrale executie
Wat is de fonologische buffer?
Het helpt ons bij het onthouden van auditieve en/of fonologische informatie. Maar ook visuele informatie representaren waneer deze geverbaliseerd moet worden.
- Fonologische opslagplaats : waar de te onthouden woorden worden opgeslagen
- Acticulatorische lus : waar de woorden door middel van een subvocale herhaling actief gehouden worden
Fonologisch simulariteitseffect
Woordlengte-effect
Wat is het fonologisch simulariteitseffect?
= fonologie heeft een invloed op het onthouden van woorden reeksen. Wanneer woorden op elkaar lijken dan is de herinnering van de originele reeks worden minder goed onthouden
Wat is het woordlengte effect?
beschrijft het verband tussen woordlengte en de hoeveel woorden die we kunnen onthouden. Hoe langer woorden zijn hoe minder we er kunnen onthouden. De capaciteit van de fonologische buffer is beperkt door de tijd die nodig is om de te onthouden woorden te herhalen.
Wat is het visuopatiale kladblok?
=> Helpt ons bij het onthouden van visuopatiäle informatie. Daarbij hoort een dissociatie van het visueel geheugen en het spatiaal (visueel ruimtelijk) geheugen.
Beperkt in capaciteit
- onder normale omstandigheden kunnen we ongeveer vier objecten onthouden.
Individuele objecten kunnen onthouden worden doordat aandacht de individueleeigenschappen van objecten, zoals kleur en vorm, samenbindt en deze figuren op die wijze vasthoudt.
Onderzoeken:
- Baddeley
- Klauer en Zao
Geef het onderzoek naar het visuapatiale kladblok van Baddeley.
=> benadrukt dat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen:
Visueel geheugen => capaciteit kan gemeten worden door de patroonspannetaak
- Proefpersonen krijgen een matrix van cellen te zien, die door de helft random gevuld zijn -
- Ze krijgen eerst een 2x2 matrix te zien en moeten dan apporteren welke cellen gevuld zijn - Er wordt steeds een grotere matrix getoond, totdat de proefpersonen niet meer in staat zijn om deze correct te reproduceren.
Spartiaal geheugen => capaciteit kan gemeten worden door de corsi block tapping task
- Er worden een reeks blokken getoond, waarvan de proefleider er twee aantikt. De proefpersonen dient daarna de sequentie te herhalen.
- Deze sequentie wordt steeds langer, totdat de proefpersoon niet meer in staat is de sequentie correct te reproduceren
Er is dissociatie tussen visuele en spatiale taken: corsi-taak werd beïnvloed door spatiale interferentie terwijl patroonspannetaak werd beïnvloed door visuele interferentie.
Geef het onderzoek naar het visuapatiale kladblok van Klauer en Zao.
in hun studie moesten proefpersonen spatiale informatie ofwel niet-spatiale informatie
onthouden. Daarna moesten de proefpersonen als secundaire taak een bewegingsdiscriminatietaak uitvoeren ofwel een kleurdetectietaak
- De bewegingsdetectietaak interfereerde met het onthouden van de patronen NIET met het onthouden van de Chinese karakters
- De keurdetectietaak interfereerde met het onthouden van de Chinese karakters NIET met het onthouden van de patronen
Er is echter een neurale basis van het visuele werkgeheugen. Er wordt activatie vastgesteld van de visuele hersengebieden wanneer we iets proberen te onthouden(visual cache). Contralateraal tegenover de locatie/spatiale plaats van de onthouden stimulus en het herhalen van de visual cache (inner scribe).
Episodische buffer
Wat is een episodische buffer?
= tijdelijk opslagsysteem. Belangrijk gegeven bij informatie naar het lange termijn
geheugen te brengen maar ook informatie terug ophalen