Hoofdstuk 15 Flashcards

1
Q

Wat is het virtueel milieu?

A

De (deels) fictieve wereld die de media het individu voorschotelen en die ook de ontwikkeling van het kind en de jeugdige beïnvloedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is passieve media?

A

Bestaat al langer en is veel onderzoek naar gedaan: tv, film en video.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is interactieve media?

A

Ontwikkelingen gaan zo snel dat het effect nog grotendeels onbekend is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Agressie: welke beelden hebben de meeste impact en wie is er gevoelig voor?

A
  • Als de kijker zich met de dader kan identificeren
  • Het getoonde geweld wordt beloond
  • Vooral jonge kinderen worden blootgesteld aan ‘gelukkig geweld’ dat geen zichtbare schade toebrengt en daardoor onschuldig lijkt
  • De beelden zijn realistischer en opwindender (arousal-effect)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Agressie in media: welke kenmerken zijn van belang bij sekse?

A

Mediageweld heeft meer invloed op jongens dan meisjes. Jongens hebben een sterkere voorkeur voor geweldfilms dan meisjes en identificeren zich meer met de dader.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Agressie in media: welke kenmerken zijn van belang bij leeftijd?

A

Mediageweld heeft meer invloed op jonge kinderen. Vooral kinderen jonger dan 6 jaar hebben moeite fantasie en werkelijkheid te onderscheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Agressie in media: welke kenmerken zijn van belang bij individuele interesse?

A

Een gewelddadige gezinsomgeving lijkt bij de interesse voor geweld en het effect op de agressie bij kinderen aan te sluiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe leren we angst aan?

A

Via directe negatieve ervaring, door het observeren van angst bij anderen en via angstaanjagende informatieoverdracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom worden jonge kinderen tot 6 jaar het angstigst van dreigenende beelden?

A

Het onderscheid tussen echt en nep kunnen ze nog niet maken. De enige remedie te zorgen dat ze zowel de realistische als niet-realistische angstaanjagende beelden te zien krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom zijn oudere kinderen banger voor realistische beelden?

A

Door toenemende empathie maakt waargenomen angst van anderen hen zelf ook angstiger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke verklaringen zijn er voor het willen griezelen?

A
  1. arousal-overdracht
  2. hang naar sensatie
  3. groepsdruk en sekserolverwachting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom zijn videogames het populairst van de interactieve media?

A

De verschillende niveaus, het competitie-element en de identificatiemogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Om welke redenen maken opvoeders zich zorgen over de opmars van interactieve media?

A
  • het spelen van videogames kan tot verslaving leiden
  • cyberpesten
  • bewust of ongewild geconfronteerd worden met extreem gewelddadige of pornografische beelden
  • online harassment (haatmails, bedreiging, misbruik privégegevens)
  • seks is op internet overheersend
  • de uren die besteed worden op interactieve media gaan ten koste van andere activiteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom is cyberpesten ernstiger dan direct pesten?

A

Door omvang, anonimiteit van pester en de digitale sporen die het nalaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly