Hoofdstuk 11: alternatieve theorieën van intelligentie Flashcards
Welke alternatieve theorieën van intelligentie zijn er?
- Gardner’s theorie van multiple intelligence
- Sternebrg’s theorie van succesvolle intelligentie
- Acherman’s PPIK theorie
Wat houdt Gardner’s theorie van multiple intelligence in?
- 2 basisassumpties
- niet één algemene trek
- veel types intelligentie die onafhankelijk zijn van elkaar
- een intelligentie = biopsychosociaal potentieel dat kan worden geactiveerd in een culturele omgeving om problemen op te lossen of producten te creëren die waardevol zijn voor de samenleving
- 7 onafhankelijke vormen van intelligentie
Welke 7 onafhankelijke vormen van intelligentie zijn er volgens Gardner?
- linguïstische intelligentie
- logisch-mathematische intelligentie
- ruimtelijke intelligentie
- lichamelijke/kinesthetische intelligentie
5 natuurlijke intelligentie - interpersoonlijke intelligentie
- intrapersoonlijke intelligentie
Op welke 4 criteria moet een intelligentiefactor gebaseerd zijn volgens Gardner?
- biologisch: product van biologisch systeem
- psychologisch: trainbaar en te onderscheiden van andere zaken
- ontwikkeling: eigen ontwikkelingsgeschiedenis
- logisch: basisverzameling van bewerkingen die kunnen worden weergegeven in symbolensysteem
Wat zijn we bij de evaluatie van de multiple intelligence theorie?
- weinig empirische evidentie
- wat draagt het bij om intelligentiebegrip zo breed open te trekken?
- goed om te kijken naar dagelijks cognitief functioneren
- onderscheid tussen wetenschappelijke theorie en onderwijsbeleid
Tussen welke soorten intelligentie maakte Sternberg onderscheid?
- analytische intelligentie: academische intelligentie
- creatieve intelligentie
- praktische intelligentie: leren uit ervaringen
Wat zien we bij de evaluatie van Sternberg’s theorie van succesvolle intelligentie?
- herwaarderen creativiteit
- herwaarderen domeinspecifieke kennis
- geen sterke effecten gevonden, maar geheel van studies wijst op mogelijk belang
Wat zijn de uitgangspunten van Acherman’s PPIK theorie?
- gf daalt met de leeftijd, maar ouderen nemen topposities in -> gaan meer gebruik maken van opgedane kennis
- kennis op volwassenheid is gespecialiseerd
- onderscheid Gc en Gk
- ontwikkelingsinteracties tussen
- intelligentie als proces
- persoonlijkheid
- interesses
- intelligentie als kennis (Gc en Gk)
Welke 5 kennisdomeinen onderscheid Ackerman?
- natuurwetenschappen
- wiskunde
- kunst en cultuur
- literatuur
- sociale wetenschappen
Welke 4 trekcomplexen zien we bij cross-sectioneel onderzoek bij de PPIK theorie van Ackerman?
- wetenschappen en wiskunde complex
- praktische en abstracte problemen
- goed in wiskunde en wetenschappen
- hoog vloeiende intelligentie - conventionele complex
- hoog consciëntieusheid
- kunnen sterk verschillen in termen van intelligentie - sociaal complex
- hoog op extraversie
- brede range van intelligentie - intellectuele/culturele complex
- gekristalliseerde intelligentie
- hoog openheid
- interesse in kunst en cultuur
Wat zien we bij de evolutie van de PPIK theorie van Ackerman?
- theorie zeker potentieel
- domeinkennis heeft plaats binnen intelligentie
- interacties tussen persoonlijkheid, interesses en intelligentie
Wat is de beste voorspeller van succes na intelligentie?
Gewetensvolheid