Hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Waaruit bestaat de basis van echoscopie?

A

Op het principe dat bij emissie van ultrageluid in het weefsel het geluid wordt teruggekaatst door reflectoren in het weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat bepaald de intensiteit van het terugontvangen signaal?

A

Het verschil in samenstelling van de weefsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bepaald de tijdsduur waarop het uitgezonden geluid terug wordt ontvangen?

A

De diepte van een reflector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waardoor wordt het geluid in de transducer gegenereerd?

A

Piezo-elektrische kristallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de basis van de techniek van de beeldvormende echoscopie?

A

Piezo-elektrische kristallen genereren een trilling, die ultra geluid veroorzaakt wanneer er een elektrische puls doorheen gaat. Andersom genereren piezo-elektrische kristallen een elektrische puls wanneer ze een geluidstrilling ontvangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat waren de eerste afbeeldingen van reflecties?

A

Unidimensionaal (A-mode).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de B-mode (brightness) ?

A

Tweedimensionale afbeelding (lengte en breedte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de A-mode?

A

Amplitude

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de M-mode (motion) ?

A

Tweedimensionale afbeelding van de A-mode-lijn. De tweede dimensie (x-as) is niet de breedte van het beeld maar de tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is echodens?

A

Wanneer een anatomische structuur veel geluid terugkaatst (hoge intensiteit en wordt wit afgebeeld, bijv bot of kalkspatten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is echolucent?

A

Wanneer een anatomische structuur al het echogeluid doorlaat en niets terugkaatst (zwart afgebeeld, zoals water of de blaas)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is wisselend echogeen?

A

Wanneer de afbeelding gespikkeld grijs wordt afgebeeld, zoals longen of lever. De grijstint kan verschillen, afhankelijk van het soort weefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Met welk soort transducer wordt het meeste gewerkt in de verloskunde?

A

Convex-array transducer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de axiale resolutie?

A

De mate waarin een echosysteem twee achter elkaar gelegen reflectoren kan afbeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is laterale resolutie?

A

De mate waarin een echosysteem twee naast elkaar gelegen reflectoren kan afbeelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is temporele resolutie?

A

De mate waarin een echosysteem reflectoren die bewegen (en dus van positie verschillen in de tijd), op achtereen volgende beelden op de verschillenden posities kan afbeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke frequentie probe word het meest gebruikt?

A

2,5-8 MHz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wanneer is je resolutie het beste?

A

Als je frequentie hoger ligt. Hoe lager, des te minder de resolutie. Een lagere frequentie geeft wel een betere penetratie.

19
Q

Wanneer vind je het beste beeldkwaliteit?

A

Door een balans te zoeken in penetratie en resolutie. Instellingen aanpassen aan postuur en zwsduur

20
Q

Wat is depth?

A

Met de depth bepaald de gebruikers de tijdsduur gedurende welke het systeem wacht op het terugontvangen geluid. Daarmee wordt dus bepaald wat de maximale diepte is die op het beeld wordt afgebeeld. Beeldvullend werken dus.

21
Q

Wat is focus?

A

De transducer is een ‘akoestische lens’ die een optimale resolutie heeft op een bepaalde diepte. Hij moet worden ingesteld op het niveau waarin de onderzoeker het meest geïnteresseerd is.

22
Q

Wat is Gain?

A

Gain is de mate waarin het terugontvangen geluid versterkt wordt. De gain is optimaal ingesteld wanneer waterig vocht volledig zwart weergegeven wordt (bijvoorbeeld het vruchtwater) en bot wit is.

23
Q

Wat is frame rate?

A

Aantal beelden per seconde. Vooral belangrijk bij het hart (bewegende beelden).

24
Q

Wat is de cineloop?

A

De automatische opslag van elke seconden voordat het beeld wordt stilgezet.

25
Q

Wat is dynamic range?

A

Dynamic range is de functie om de hoeveelheid weergegeven grijstinten te variëren.

26
Q

Wat is harmonic imaging?

A

Harmonic imaging reduceert artefacten en biedt vooral betere beeldvorming bij lastige echocondities zoals obesitas. Het gaat wel ten koste van de penetratie. (Bij NT meting moet deze uit staan!)

27
Q

Wat is speckle reduction?

A

Door te werken met een hogere emissiefrequentie worden de speckles minder. (Verstrooiing van het ultrageluid).

28
Q

Wat is compound imaging?

A

De emissie van het ultrageluid vindt onder verschillende hoeken vanuit de transducer plaats. Op die manier worden reflectoren die onder een hoek liggen beter afgebeeld. Slagschaduw en andere artefacten worden verminderd, Compound imaging gaat ten koste van de frame rate.

29
Q

Wat is het doppler effect?

A

Wanneer de bron van het geluid naar de ontvanger toe beweegt, wordt de geluidsgolf gecompromitteerd. Van de bron af; lagere freq, er naar toe, hogere freq.
Door middel van doppler kan doorstromingssnelheid worden berekend.

30
Q

Met welke knoppen worden doppler signalen verkregen?

A

Continuous wave (CW) en Pulsed wave (PW)

31
Q

Wat betekend PI?

A

Pulsatility Index

32
Q

Wat is een artefact?

A

Een weergave in het beeld die niet overeen komt met de werkelijke anatomie. Oplossing; andere insonatiehoek proberen.

33
Q

Wat is akoestische schaduw?

A

Een hypogeen gebied achter een sterk absorberende structuur. Dit is het sterkst wanneer het ultrageluid een structuur loodrecht treft (VSD bij apex omhoog).

34
Q

Wat is een drop-out?

A

Verwant aan akoestische schaduw maar berust op onvoldoende penetratie. Er komt geen geluid meer terug.

35
Q

Wat is reverberatie?

A

Multiple reflecties die ontstaan doordat het ultrageluid heen en weer terug gekaatst wordt tussen twee sterk reflecterende oppervlakken.

36
Q

Wat is een versterkingsartefact?

A

Is het effect dat wanneer het ultrageluid door weefsel met weinig absorptie gaat (bijv water), de structuren hierachter liggen met meer intensiteit worden afgebeeld.

37
Q

Wat is aliasing?

A

Omkering van de richting van het dopplersignaal omdat de snelheid op die plek te hoog wordt voor de ingestelde PRF. PRF aanpassen. Vaak hoger instellen.

38
Q

Wat is een transversale doorsnede?

A

Een dwarsdoorsnede

39
Q

Wat is een sagittale doorsnede?

A

Een doorsnede overlangs

40
Q

Wat is een coronale doorsnede?

A

Een doorsnede overlangs, 90gr gedraaid tov de sagittale doorsnede.

41
Q

Waarom is de echo veilig?

A

De opwarming van de weefsels wordt verminderd omdat de warmte wordt geleid naar het omliggende vruchtwater. Foetale bewegingen zorgen voor circulatie van het water waardoor er een optimale temperatuur regulatie is.

42
Q

Wat is cavitatie?

A

Natuurkundig proces waarbij kleine gasbelletjes door het ultrageluid in resonantie kunnen komen. De belletjes kunnen collaberen. In de foetus zal dit niet gebeuren want er is nog geen lucht aanwezig.

43
Q

Wat betekend ALARA?

A

As low as reasonably achievable. Bij diagnostisch onderzoek moet worden gewerkt met zo weinig mogelijk akoestische energie. Dus; onder 10 wk zws geen doppler.