Hfst 1 Woorden Flashcards
Précédent
Voorgaand
Tranquille
Rustig
L’endroit
De plek
Plutôt
Eerder
Un encadrement
Een kader
Recevoir
Ontvangen
Intimidé
Onder de indruk
Au début
In het begin
Ancien
Oud
La séance
De bijeenkomst
Suivre
Volgen
Faire sérieux
Serieus doen
Dernier
Vorig
Comprendre
Begrijpen
La sortie
Het uitstapje
Sévère
Streng
Attaquer
Aanvallen
Les retrouvailles
Het weerzien
Teinter
Kleuren
Avoir lieu
Plaatsvinden
La peine
De moeite
S’enfermer
Zich opsluiten
L’inquiétude
De ongerustheid
Angoissé
Bang
La tension
De spanning
Avoir tendance à
De neiging hebben om
La déprime
Somber zijn
La veille
De dag ervoor
S’ennuyer
Zich vervelen
Se consoler
Zich troosten
Un bouquin
Een broek
Un emploi du temps
Een rooster
Un pote
Een maat
Améliorer
Verbeteren
Baisser
Naar beneden gaan
Ca va mieux
Het gaat beter
La moyenne
Het gemiddelde
La santé
De gezondheid
Le conseil
De raad
Les sciences physiques
De natuurkunde
Nul
Waardeloos
Pourtant
Toch
Prendre des notes
Aantekeningen nemen
Un cours particulier
Een privéles
Le cas
Het geval
Presque
Bijna
Une ambiance
Een sfeer
Se perdre
Verdwalen
Une fois
Een keer
Hésiter
Aarzelen
Concernant
Wat betreft
Un cours linguistique
Een taalcursus
Se rendre compte
Zich bewust worden van
Ca parait peu
Het lijkt weinig
À cause de
Vanwege
Les horaires des trains
De treintijden