Het Bewegingsstelsel Flashcards
Bestaat uit…
Skelet, spieren en gewrichten
Skelet:
- appendiculair skelet
- axiaal skelet
Het axiaal skelet
- schedel, wervelkolom en ribbenkast
- beschermt organen
- beschermt centraal zenuwstelsel
- 80 botten
Appendiculair skelet
- bovenste en onderste ledenmaten, bekken en pectorale gordels
- grotere ROM
- 126 botten
Functies bewegingsstelsel
- structurele steun voor het lichaam
- beweging dmv hefboomwerking met de spieren
- aanhechting voor pezen
- bescherming voor organen
- weerstand aan fysieke krachten
- opslag van mineralen
- beenmerg, productie van :
- rode en witte bloedcellen
- bloedplaatjes
- botten
Welke soort botten bestaan er?
Lange botten
Korte botten
Platte botten
Onregelmatige botten
Sesamoide botten
De lange botten (functie)
- grotere lengte dan breedte
- appendiculair skelet
- ondersteunen het gewricht
- hefboomwerking
- zorgen voor bewegelijkeheid
De lange botten (voorbeeld)
Humerus
Radius
Ulna
Metacarpalen (hand)
Metatasalen (voet)
Falangen (teenkootjes en vingerkootjes)
Femur
Fibula
Tibia
De korte botten (functie)
- ongeveer even lang als breed
- vervormde kubusvorm
- zorgen voor stabiliteit
-beperkte beweegelijkheid
Korte botten (voorbeeld)
Carpalen (in de pols)
Tarsalen (in de enkel)
De platte botten (functie)
- als schild voor de organen (bescherming)
- plat en relatief groot
- veel aanhechtingspunten voor spieren
Platte botten (voorbeeld)
Ribben (thorax)
Schedel (cranium)
Scapula
Sternum
Onregelmatige botten (functie)
- Bescherming van interne organen
- wervelkolom beschermt het ruggenmerg
- bekken beschermt de bekkenorganen
- hechtingsplaats voor pezen
Onregelmatige botten (voorbeeld)
- wervelkolom
- bekken
Sesamoide botten (functie)
- kleine ronde botten omgeven door pezen
- beschermen de pezen tegen stress
- beschermen de pezen tegen slijtage
Sesamoide botten (voorbeeld)
Knieschijf
Botten in de grote teen
Botten duim op de rand metacarpel
De wervelkolom bestaat uit…
Cervicale wervels (halswervels)
Thoracale wervels (borstwervels)
Lumbale wervels (lendewervels)
Os sacrum of heiligbeen (sacrale wervels)
Coccyx of staartbeen (staartwervels)
Functie spierstelsel
- produceren van beweging
- stabiliseren van de beenderen
- goede balans van het lichaam
- vervormbaar
- bescherming van zwakkere delen
- produceren warmte
- regelen autonome processen
Welke type spieren kennen we
Skelet spieren
Viscerale spieren
Cardiale spieren
Leg uit… Skeletspieren
- vrijwillig te bewegen
(onderdeel van het somatische of perifeer zenuwstelsel) - lopen over een of meerdere gewrichten
- dwarsstrepen
- verbonden door 2 of meer aanhechtingspunten
- snelle beweging mogelijk
Leg uit…. Viscerale spieren
- gladde spieren
- spoelvormig
- autonoom zenuwstelsel (we kunnen deze niet stopzetten)
- bewging van de organen
- beweging is langzamer dan skeletspier
- contractie kan langer aanhouden
Leg uit…. Cardiale spieren
- hartspieren
- onvrijwillige contractie
- vertakte vorm
- laten het hart werken
- dwarsstrepen
Geef de structuur van een spier
Spier
Spierbundel
Spiervezels (spiercel of myocyte)
Myofibrillen
Sacromeren
Leg uit… Spiercel / spiervezel
- kan zo lang zijn als de spier
- bevat meerdere celkernen
Deze bevatten DNA en zorgen voor de aanmaak van eiwitten - bevatten satellietcellen (stamcellen)
- hoe meer celkernen aanwezig…
Hoe meer eiwitproductie
Hoe meer spiermassa
Welke verschillende benamingen zijn er tijdens een beweging fie een spier kan maken?
Antagonist(ontspannen) , agonist(opspannen) , synergist, stabilisator
Wat zijn spierspoeltjes?
- meten lengteverandering in de spieren
- een directe verlening van de spier om te voorkopen dzt de spier uitgestretcht word
- de spoer moet gaan opspannen, synergisten moeten opspannen en antagonisten moeten ontspannen
Wat is de gogli-pees apparaat
- meet de spanning in de pezen
- zal het signaal geven dat de spier moet ontspannen
Verklaar: motorische eenheid
1 motorische zenuw
Verbonden met meerdere spiervezels
Alles of niets
Welke spierflexen (bescherming) bestaan er?
- monosynaptische refelxen, stretchreflex
- reciproke inhibitie
- autogene inhibitie
Welke verschillende contractievormen van spieren zijn er?
- isotonische contracties
-isometrische contracties
-visokinetische contracties
Leg uit: isotonische contracties
Spanning inbde spier blijft gelijk aan de spanning bij het begin van de contractie, alleen de lengte van de spier verandert
Vb: buiging in ellebooggewricht
Leg uit: isometrische contractie
Lengte van de spier blijft gelijk aan de lengte bij het begin van de contractie, alleen de spanning in de spier verandert.
Vb: optillen van een zwaar voorwerp of drukken tegen een gefixeert voorwerp
Isokinetische contractie
De spier verkort zich terwijl de spanning toeneemt
Vb: wanneer men een veer uitrekt
Welke soort spiervezels zijn er
Type 1
Type 2A
Type 2B
Leg uit: Type 1 spierweefsel
- trage contractie
- weinig kracht
- bijna niet vermoeibaar
- aeroob
- goed om vet te verbranden
Denk aan duursport
Leg uit: type 2A spiervezels
- snellere contractie dan type 1
- meer kracht
- minder vermoeidheid dan type 2B
- zowel aeroob als anaeroob
- energie via khoolhydraten en glycogeen
Denk aan intervaltraining
Leg uit: Type 2B spiervezels
- snelle contractie
- veel kracht
- snel vermoeid
- anaeroob
Energie : ATP en creatinefosfaat
Denk aan 1RM, sprint, all out inspanning