HC8 Begripsvaliditeit Flashcards
Korte omschrijving validiteit voor mezelf
Als je per test steeds op dezelfde score uitkomt heb je betrouwbaarheid –> test-hertest
Als je systematisch buiten het doel scoort heb je geen validiteit, bijv. systematisch boven het doel (dit is dus wel betrouwbaar, als het opdezelfde plek is)
Als je willekeurig rondom het doel scoort is er nauwelijks sprake van validiteit, omdat je gemiddeld gezien dan wel uitkomt in het doel (maar dit is dus niet betrouwbaar, want je komt niet door de tes-hertest)
Extra uitleg validiteit voor mezelf
Structurele vertekening van de waardes is niet valide, wanneer de waardes inconsistent verschillen wordt het een heel klein beetje valide. Wanneer de scores altijd zitten waar je wilt dat ze zitten dan is je test valide.
Validiteit
Mate waarin de test aan zijn doel beantwoord
- validiteit hangt dus af van het doel (niet de test)
- testgebruik kan valide zijn, een test op zichzelf niet
Twee soorten validiteit
Begripsvalditeit en criteriumvaliditeit
–> deze zijn aan elkaar gerelateerd
Begripsvaliditeit
- constructvalidity
In hoeverre is het ‘hypothetisch begrip’ verantwoordelijk voor de testscore?
- wat meet mijn test precies?
- meet de test alle onderdelen van wat ik wil meten?
- centraal bij wetenschappelijk onderzoek
Criteriumvaliditeit
Hoe goed voorspelt een test gedrag of prestaties buiten de testsituatie?
- kan ik mijn test gebruiken om iets anders te voorspellen?
- centraal bij praktisch gebruik van de test
Relatie begripsvaliditeit en criteriumvaliditeit
- zonder begripsvaliditeit geen criteriumvaliditeit
- zonder criteriumvaliditeit geen begripsvaliditeit
Vijfhoek van begripsvaliditeit
- inhoud van de test
- samenhang van de testonderdelen
- responsprocessen
- consequenties van testgebruik
- samenhang met andere constructen
Inhoud van de test
- inhoudsvaliditeit (content validity)
- inhoud items moet aansluiten bij te meten construct
- inhoud items moet alléén aansluiten bij dit construct (geen irrelevante items)
- set van items moeten samen het construct goed afdekken (alle aspecten aan bod in goede balans)
Face validity
Inhoudsvaliditeit zoals beoordeeld door leken –> vinden andere mensen dat de test meet wat die zou moeten weten (bijv. is CITO goed voor intelligentie/vaardigheid)
- sluit aan bij inhoudsvaliditeit
- niet van belang voor psychometrische kwaliteit
- soms wel belangrijk bij praktisch gebruik voor acceptatie van de test
- goede inhoudsvaliditeit zorgt voor goede face validity
Positive manifold
Positieve correlaties tussen alle items
Samenhang van de testonderdelen
- positive manifold
- belangrijk voor betrouwbaarheid én begripsvaliditeit
- unidimensionele test gewenst
- dimensionaliteit van een test onderzoek je met factoranalyse –> cruciaal voor validering
- onverwachte multidimensionaliteit kan ten koste gaan van fairness
- cronbachs alfa zegt niks over multidimensionaliteit
–> meten individuele items wat ze moeten meten?
Responsprocessen bij maximum-performance tests
- items zijn opgesteld om bepaalde responsprocessen ‘uit te lokken’
- maximum performance test
- als dit niet opgaat gaat het ten koste van de validiteit van de meting
Maximum performance test
- Maximale inzet op oplossen vraagstuk
- Vaak één bedoeld pad naar de oplossing toe
- Volgen van het juiste pad leidt tot het goede antwoord
Maximale inzet oplossen vraagstuk
- aanname is dat op een maximum performance test iedereen zich maximaal inzet
- in dat geval geeft prestatie hopelijk goede indicatie van wat je maximaal kunt
- als niet iedereen zich maximaal inzet gaat dit ten koste van de validiteit van de meting
- valt met ‘process data’ over o.a. responstijden deels te onderzoeken