HC7 Betrouwbaarheid: verbeteren & gevolgen Flashcards

1
Q

Ontwikkelen goede test

A
  • een test bestaat idealiter uit een groot aantal items
  • een toest moet maar één hypothtisch begrip meten
  • testverlenging over het algemeen verstandig (Spearman-Brown)
  • ls items in kwaliteit verschillen kan juist verwijderen zwakke items beter zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Item-selectie

A

Selectie altijd aan de hand van indicatoren van item-discriminatie
- item-restscore correlatie
- gedichotomiseerde item-restscore correlatie
- item-discriminatie index D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Item restscore correlatie
- standaard power test

A

Restscore R = som van alles scores zonder interesse item
- r >.3 is goede score (liefst >.4)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Item-restscore correlatie

A

Correlatie tussen item en scores zonder item

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Correlatie bij dichotome variabelen

A
  • ook bij twee dichotome variabelen X en Y kunnen we de associatie onderzoeken
  • correlatie word anders berekend –> phi
  • gaat nog steeds om geobserveerde overeenkomst tussen de twee variabelen
  • score 1 op beide variabelen = overeenkomst
  • score 0 op beide variabelen = overeenkomst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Phi-coëfficiënt

A
  • iedereen valt in een van de vier ellen in een 2x2 frequentietabel
  • B en C zijn overeenkomst en A en D hebben geen overeenkomst
    phi = (BxC - AxD)/ wortel(A+B x C+D x A+C x B+D)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gedichotomiseerde item-restscore correlatie (selectietest)

A

Test om een bepaald percentage respondenten met de hoogste (of laagste) betrouwbare scores te selecteren
- dit doe je door de doelgroep die je zoekt een score van 1 te geven en de rest een score van 0 –> gebruik daarna phi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gebruik van phi voor item-restscore correlatie

A

Vul de tabel in met aan de ene kant de Itemscore en aan de andere kant de Rdich
>.3 is wenselijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Item-discriminatie index D (dichotome items) formule

A

D = Phigh - Plow
- Kies de hoogste percentage en kijk hoeveel daarvan het correcte antwoord hebben en doe dit ook voor de laagste percentage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Item-discriminatie index D informatie

A
  • Items meoten goed onderscheid kunnen maken tussen mensen die hoog vs. laag op het construct scoren (hoge discriminatie is gewenst)
  • Hoge restscore is vraag goed, lage restscore is vraag fout –> dit is gewenst, maar niet altijd het geval
  • deel personen op in laag, middel en hoge groep (bijv. 30 - 40 - 30%)
  • hoge D is betere discriminatie = betere betrouwbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gevolgen betrouwbaarheid

A

Lage betrouwbaarheid heeft invloed op
- correlaties testscore met andere constructen
- effect size schatting
- power van statistische test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Attenuatie van correlaties
- attenueren is vertroebelen

A
  • Iedere observatie heeft meetfout (willekeurig)
  • Meetfouten vertroebelen/confounden de meting
  • Het gemeten construct (T) kan samenhangen met iets anders (Y)
  • Geobserveerde (X) zal een zwakkere samenhang tonen door vertroebeling met T
    –> meer meetfout is meer vertroebeling is lagere correlatie X en Y
  • lage betrouwbaarheid attenueert de geobserveerde correlaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Attenuatie

A

Verlagen, vertroebelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Stel T en Y correleren perfect
- Correlatie tussen de x en y

A

rTY = 1
- correlatie tussen X en Y is wortelRXX
- rxy = rTY x wortelRXX

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Correlatie tussen X en Y bij niet perfecte betrouwbaarheid

A

Meetfout in X én Y attenueren de correlatie
rxy = rTxTy x wortelRXX x wortelRYY
- correlatie tussen de twee constructen (rTxTy) daarmee vaak veel hoger dan correlatie tussen de testscores waarmee die constucten gemeten worden rxy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn Tx en Ty

A

True score X en true score Y –> dit zijn de werkelijke scores, dus niet ideale/perfecte scores
- ookwel betrouwbare score

17
Q

Corrigeren voor attenuatie in X en Y
- wat is de correlatie tussen de ware score voor X en de ware score voor Y

A
  • in de praktijk zijna lleen correlatie tusen testscores bekend (rxy)
  • in de wetenschap willen we vaak de relatie tussen de constructen zelf (rTxTy) onderzoeken
  • rTxTy = Rxy / (wortelRXX x wortelRYY)
18
Q

Corrigeren voor attenuatie bij predictieve validiteit
- wat is de correlatie tussen de gemeten waarde van X en de ware score van Y

A
  • vaak wordt een test (X) gebruikt om een toekomstig criterium te voorspellen
  • criterium wordt gemeten met een test Y, maar die is onbetrouwbaar
  • vraag is dan hoe goed test X het daadwerkelijke criterium TY voorspelt (rxTy)
  • rxTy = rxy / wortelRYY
19
Q

Impact van lage betrouwbaarheid

A
  • correlaties vallen door onbetrouwbaarheid dus lager uit
  • ook andere effect sizes vallen lager uit (groepsverschillen en regressie-coëfficiënten)
  • statistische tests onderzoeken of een effect significant van 0 verschil
  • door attenuatie gaat ook statistische power omlaag