Fout beantwoord Oefententamen Flashcards

1
Q

Wanneer zijn er geen normen vereist?

A

Wanneer het om groepsverbanden gaat en dus niet INDIVIDUEN zijn er geen normen nodig, dan bereken je simpelweg de correlatie
–> bij individuen zijn er dus normen nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er met de betrouwbaarheid als de variantie van de betrouwbare score nul is

A

De betrouwbaarheid wordt ook nul want R = S2T/S2X –> als S2T nul is, dan is de hele breuk en dus de betrouwbaarheid 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er met de betrouwbaarheid als de variantie van de meetfout nul is

A

De betrouwbaarheid wordt dan 1 want S2X bestaat uit S2T en S2E –> als S2E nul is dan wordt de breuk S2T/S2T en dat is 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Correlatie tussen X en E

A

E is onderdeel van de formule voor X dus er zal altijd sprake zijn van een correlatie tussen X en E

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschil in variantie van T en E

A

Er wordt niks gezegt over de varianties in T en E, deze kunnen dus op alle manieren van elkaar verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe bereken je de nieuwe aantal items als de n-factor onder 1 is

A

Bij een n van bijvoorbeeld 0.2105 doe je dat keer het aantal originele vragen (bijv. 100) dan heb je een verschil van 21.05 items –> rond dit altijd af naar boven, dus een verschil van 22 items –> 100-22=78

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Extra informatie Multi-trek-multi-methode

A
  • hoge waardes op de diagonaal zijn gewenst, want het gaat hier om de betrouwbaarheid (diagonaal)
  • monotrek-multimethode beschrijft verschillende test die dezelfde eigenschap meten, hierbij is dus ook een hoge correlatie van belang (kleine diagonaal)
  • multitrek-monomethode beschrijft verschillende trekken die door dezelfde test zijn gemeten, hierbij is een hoge correlatie dus NIET goed (nevendiagonaal)
  • voor multitrek-multimethode vinden we het liefst correlaties van 0, omdat er dus discriminante onderdelen worden gemeten (buiten kleine diagonaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

2 IRS items

A

Bereken voor beide items de score met de normale formule en TEL DEZE BIJ ELKAAR OP!!!
–> in de vraag was het 2 keer dezelfde waardes voor de items dus houd hier rekening mee: goed lezen!!
Als ze vragen om de kans op beide goed dan doe je ze keer elkaar
Als ze vragen op testscore doe je ze bij elkaar optellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is een IKF in overeenstemming met het Rasch model?

A
  • goede s-curve
  • van 0 naar 1
  • Raschmodel functies verschillen alleen van elkaar met locatie, niet algemene vorm (die blijft het zelfde)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke informatie-functie is geschikt als vervolg vraag voor een adaptieve test?

A

Je kijkt naar welke functie de meeste informatie geeft over het vaardigheids niveau van de persoon
- je kijkt dan welke op het huidige vaardigheidsniveau de meeste informatie geeft en dus de hoogste ‘piek’ heeft
–> bij een theta van 0 zoek je de functie die op 0 het verste ervan af zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Intercept bias

A

De ene groep heeft structureel voordeel op de ander
- er zijn 2 regressielijnen waarbij er dus een hoger begint dan de ander en dus altijd voordeel zal hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Slope bias

A

Ongeveer het zelfde als intercept bias
–> er zijn 2 regressielijnen waarbij er dus een stijler is dan de ander en hierdoor is de testscore voor die groep een betere voorspeller dan voor de andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly