HC2 Eigenschappen van tests en items Flashcards
Psychologische tests
A systematic procedure for comparing the behavior of two or more people
Cruciale eigenschappen van een psychologische test
- gericht op gedragsmeting (observeerbaar)
- systematisch (objectief)
- vergelijken van verschillende personen
Power tests
Testen vaardigheid zonder tijdsdruk
Speed tests
Testen prestatie onder tijdsdruk
Normgerichte tests
Vergelijken personen met de rest van de populatie
Criteriumgerichte tests
Vergelijken personen met een absolute standaard (bijv de norm - min een 6 - voor een tentamen)
–> je kunt dat bijvoorbeeld hoger scoren dat de gemiddelde Nederlander, maar je voldoet niet aan het criterium
Onderdelen van een psyschologische test
- testmateriaal
- testformulieren
- testhandleiding
Onderdelen van een testhandleiding
- exacte testinstructie
- verwerkingsprocedure
- normtabellen
- bespreking van de wetenschappelijke kwaliteiten
Testscores
(= opgebouwd uit meerdere itemscores)
X = X1 + X2
S^2 = S^2X1 + S^2X2 + 2(SX1X2)
Meetniveau
- Nominaal, bijv. persoonlijkheidstype
- Ordinaal, bijv. Korte Likert
- Interval, bijv. Lange Likert
- Ratio, bijv. Bourdon dot test
Testscores met interval meetniveau
- alleen interval (/ratio) als ze kwantitatief zijn (toename van 1 punt moet altijd dezelfde toename in de te meten eigenschap weerspiegelen)
Spreiding als wenselijke eigenschap
- testscore moet verschillen tussen mensen blootleggen
- kan alleen als mensen verschillen in hun testscore
- hoge mate van variatie in testscore wenselijk
- omdat testscore is opgebouwd uit itemscore:
- hoge variantie op de itemscore is ook wenselijk
- hoge covariantie tussen de itemscores wenselijk
Multiple Choice (MC)
- dichotoom: goed = 1 en fout = 0
- p- waarde is proportie correct en dus het gemiddelde
- q-waarde is proportie incorrect
P-waarde in MC
p-waarde geeft proportie correct aan
- p is gemiddelde itemscore
q-waarde in MC
1 - p –> proportie incorrecte antwoorden
- a1 + a2 + a3