HC8 Flashcards

1
Q

Negativity bias

A

Mensen zijn zo geprogrammeerd om van nature vooral te netten op negatieve gebeurtenissen en gevaren door de negativity bias. Het was evolutionair handig om vooral het negatieve en gevaren in te zien, om zo te kunnen vechten of vluchten voor overleving. Positieve dingen worden merendeel aan de kant geschoven, en weinig aandacht aan geschonken. Een gezond persoon zou een balans moeten vinden tussen het ervaren van positieve en negatieve emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Positieve psychologie

A

is het veld van studie dat onderzoekt wat mensen goed doen in plaats van wat fout gaat. Er wordt vooral gefocust op de goede dingen, en positieve emoties in plaats van het negatieve. Het gaat om het herkennen, ervaren en cultiveren van positieve emoties. Dit is een nieuw veld van psychologie doordat het sociaal minder geaccepteerd wordt om positief over jezelf te praten. Ook komen mensen minder snel op positieve emoties over henzelf, omdat ze hier minder aandacht aan schenken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Positieve emoties

A

Voor negatieve emoties is er een groot vocabulair in vergelijking met positieve emoties, doordat men zich er minder mee bezighoudt. Tevens is het lastig onderscheid te maken tussen de constructen.
• Vreugde.
• Dankbaarheid.
• Trots.
• Interesse/ belangstelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geschiedenis van positieve psychologie

A

• Plato: geluk en positiviteit.
• Aristoteles: Golden Mean, zowel positieve als negatieve emoties ervaren om zo
geluk te ervaren.
• Seligman: stichter van positieve psychologie, waarbij gericht wordt op de sterke kanten van mensen en hoe deze versterkt kunnen worden. Deze versterking van positieve emoties zouden psychologische stoornissen of gezondheidsklachten kunnen voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Psychologie is gebaseerd op het negatieve, omdat mensen enkel naar een psycholoog gaan doordat ze problemen hebben (angst/ depressie). Van oudsher is psychologie gemaakt om mensen te helpen, vandaar het negatieve effect. Het is ook makkelijker om aan het negatieve te werken, omdat we hier meer informatie over hebben.

A

• Psychologie wil het lijden verlichten.
• Er zijn maar een aantal positieve emoties om te bestuderen (4:1 ratio met
negatieve emoties).
• Positieve emoties zijn moeilijk te onderscheiden van elkaar, ze zijn moeilijk te
definiëren
• Afgelopen jaren is er meer focus op het leiden van effectieve levens
• Sinds kort weten we dat het verbeteren van positieve gevoelens een
beschermende factor kan zijn tegen het ontstaan van mentale problemen en fysieke klachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Positief affect

A

is meer georiënteerd op toenadering. Deze zijn meer voor overleving op de lange termijn, bijv. voor het opbouwen van sociale relaties of een sociaal netwerk.
- tend and befriend principe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Negatief affect

A

is meer georiënteerd op terugtrekking. Deze zijn meer voor overleving op de korte termijn, bijvoorbeeld om te vluchten bij gevaar en acute reacties.
- fight or flight principe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Undoing hypothesis

A

We hebben positieve emoties niet alleen nodig voor lange termijn overlevingsplannen. Ze helpen ons ook om sneller te herstellen van effecten van negatieve emoties volgens de undoing hypothesis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Broaden-and-build model

A

• Negatieve emoties → specifieke actie neigingen (bijv. fight of flight) → korte termijn overleving.
֍ Aandachtvoordetail:hoortbijdepressie,doordatmensenteveeldetails zien en zo zaken gaan overanalyseren.
• Positieve emoties → niet specifieke actie neigingen (flexibele gedachten over acties) → lange termijn overleving.
֍ Aandacht voor het groter geheel: bekijken welke aspecten hebben bijgedragen aan de uitkomst

Bij positieve emoties stel je je mindset meer open/ flexibel voor nieuwe dingen. Daardoor kun je verschillende resources opbouwen wat zorgt voor meer persoonlijke resources wat leidt tot meer sociale steun en levenstevredenheid wat weer zorgt voor positieve emoties. Dit is een vicieuze cirkel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Fredrickson en Branigan (2005) deden een experiment waarbij ze bij drie groepen mensen verschillende emoties induceerden, en hen hierna vroegen “Wat zou je nu graag willen doen?”

A

• Positieve emoties.
֍ Positief vs. neutraal: noemde meer dingen op die ze graag wilde doen,
en meer gevarieerde dingen.
֍ Positieve emoties verbreedde de mindset, waardoor je je meer openstelt voor nieuwe dingen en creatiever wordt in je denken en doen.

• Negatieve emoties.
֍ Negatief vs. neutraal: noemde minder dingen op die ze graag wilde doen.
֍ Link met depressie: geneigd om meer binnen te blijven en in oude
gewoontes te blijven zitten en geen plezier hebben om dingen te doen.

• Neutrale emoties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Build experiment

A

deed een interventie om positieve emoties te verhogen door middel van meditatie. Het dagelijks ervaren van positieve emoties verbeterde hulpbronnen (bijv. meer sociale steun, meer levensdoel in het leven), wat zorgt voor grotere levenstevredenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Undoing hypothesis

A

Een experiment veroorzaakte angst bij de deelnemers door een kort filmpje te laten zien om emoties op te wekken. Deelnemers die de positieve clip zagen herstelden hun cardiovasculaire respons op angst sneller in vergelijking met andere condities.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welzijn

A

gaat om iemands subjectieve perceptie van zijn/ haar eigen leven. Welzijn en blijdschap/ geluk zijn brede constructen die onafhankelijk zijn van en gezond leven of sociale kring. Mensen met ernstige mentale klachten kunnen alsnog gelukkig zijn. Positieve emoties zijn geassocieerd met beter welzijn.

• Levenstevredenheid.
• Tevredenheid over de belangrijke levensdomeinen
• Hoge niveaus van positief affect.
• Lage niveaus van negatief affect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Psychologisch welzijn

A

• Zelfacceptatie.
• Positieve relaties met anderen.
• Autonomie.
• Beheersing van de omgeving.
• Doel in het leven.
• Persoonlijke groei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

PERMA (seligman et al)

A

• P → positieve emoties/ goed voelen: positief affect
• E → engagement/ verbintenis/ flow: gelinkt aan persoonlijke groei, je blijft je
ontwikkelen en bent betrokken bij dingen die je goed doet.
• R → positieve relaties: sociale contacten en je relatie met jezelf en anderen.
• M → meaning: betekenisvol leven leiden.
• A → achievements/ prestaties: succes bereiken in het leven.

Dit welzijn verhoogt ons geluk, wat samenhangt met een lagere stresservaring dan gemiddeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Volgens het PERMA model wordt geluk bepaald door een aantal variabelen:

A

• Genetica/ set point (50%): geluk wordt bepaald door een set point, wat betekent dat je een bepaald geluksniveau hebt waar je altijd naartoe teruggaat. Als we te gelukkig of ongelukkig zijn zal de interne biologische regulatie ons terugbrengen naar ons gelukspunt dat genetisch bepaald is. Het set point is
fixed, stabiel in de tijd, en oncontroleerbaar.
• Intentionele activiteit (40%): je kan je eigen geluk beïnvloeden.
• Omstandigheden (10%): hier kun je niks aan veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Setpoint theorie onderzocht bij tweelingen

A

Het setpoint is onderzocht door tweelingstudies, waaruit bleek dat tweelingen hetzelfde geluksniveau hadden. Longitudinaal onderzoek heeft de uitkomsten gecontroleerd
voor veranderingen in inkomen en andere leefomstandigheden. Persoonlijkheidsstudies toonde aan dat extraversie geassocieerd is met hoger welzijn. Echter, zijn de veranderingen in welzijn maar tijdelijk volgens hedonische adaptatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hedonistische adaptatie

A

Zowel bij positieve als negatieve levensgebeurtenissen, keert ons geluksgevoel na maanden of jaren meestal weer richting het beginpunt. Dit wennen aan een nieuwe situatie, waarbij het geluksniveau terugkeert naar het basisniveau, noemen we ook wel hedonistische adaptatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hedonistische adaptatie: . Onderzoek heeft gekeken naar grote levensveranderingen,
zoals huwelijk, scheiden, weduwschap, werkeloosheid en beperkingen.

A

• Voor het huwelijk loopt het geluksniveau op, doordat men erg enthousiast is om te trouwen en alles te regelen, maar naar mate van tijd zwakt het geluk weer af naar het normale niveau.
• Verlies van een geliefde zorgde voor een enorme dip, maar herstel zich weer doordat men verder gaat met het leven. Echter, komt het nooit helemaal terug op het normale niveau.
• Scheiding zorgt vooral voor een dip vlak voor de gebeurtenis, maar daarna neemt het geluksniveau weer toe. Hetzelfde geldt voor werkeloosheid.
• Het krijgen van een ernstige beperking zorgt ervoor dat men in een continue loop zit van negatieve energie, waardoor het geluksniveau zich niet meer zal herstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Andere Gerelateerde Constructen aan Welzijn en Blijdschap/ Geluk

A
  • resilience/veerkracht/weerbaarheid
  • sterke karaktereigenschappen
  • flow
  • posttraumatische groei
  • psychologische flexibiliteit
  • persoonlijkheidskenmerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Resilience/ veerkracht/ weerbaarheid

A

het vermogen om makkelijk te herstellen of aan te passen na een ernstige gebeurtenis of verandering. Weerbaarheid kan gezien worden als een preventiemiddel voor mentale
problemen. Verschillende dingen die gevaarlijk zijn voor weerbaarheid: ֍ Te snel conclusies trekken.
֍ Tunnelvisie.
֍ Vergroten van het negatieve/ verkleinen van het positieve.
֍ Personaliseren van schuld; jezelf de schuld van alles geven. ֍ Overgeneraliseren van kleine tegenslagen
֍ Gedachte lezen.

22
Q

Manieren om weerbaarheid te verbeteren

A

֍ Reframen: dingen vanuit een andere hoek bekijken.
֍ Positieve emoties.
֍ Fysieke activiteit.
֍ Sociale steun.
֍ Persoonlijke kracht: erkennen ervan en deze inzetten. ֍ Optimisme.

23
Q

Sterke karaktereigenschappen

A

֍ Sterke punten kennen
֍ Ze gebruiken in verschillende situaties, ook waar je ze normaal niet in gebruikt.
֍ Ze gebruiken om je zwakke punten te versterken.

24
Q

Flow

A

verlies van zelfbewustzijn in tijd en ruimte dat gebeurt wanneer je volledig opgaat in een activiteit - intellectueel, professioneel of fysiek. Net genoeg uitgedaagd worden, zodat je goed kan presteren maar niet gefrustreerd wordt. Hoe meer minuten flow per dag, hoe hoger je geluksniveau.

֍ Intense en gerichte concentratie op het huidige moment.
֍ Versmelting van actie en bewustzijn.
֍ Een verlies van reflectief zelfbewustzijn.
֍ Een gevoel van persoonlijke controle of zeggenschap over de situatie of
activiteit.
֍ Een vervorming van tijdelijke ervaring.
֍ Ervaring van de activiteit als intrinsiek lonend.

25
Q

Posttraumatische groei

A

ontwikkeling van positieve aspecten na het meemaken van een traumatische gebeurtenis. Mensen gaan opnieuw naar het leven kijken en erna met een ander perspectief. Het is geassocieerd met: verbeterde psychologische aanpassing, verbeterde gezondheid, langer leven, betere kwaliteit van leven (= QoL).

֍ Persoonlijke kracht.
֍ Relatie met anderen.
֍ Waardering voor het leven.
֍ Nieuwe mogelijkheden.
֍ Geestelijke verandering.

26
Q

Psychologische flexibiliteit

A

heeft meerdere definities:
֍ Kashdanetal.,als:1)aanpassingaansituationeleeisen,2)verschuiven
van mentaliteit, 3) het in evenwicht brengen van behoeften, verlangens
en levensdomeinen, en 4) toewijding aan diepgewortelde waarden.
֍ Biglan et al. definiëren PF als: “Het vermogen om het huidige moment meer volledig te beschouwen als een bewust mens en om te veranderen
of te volharden in, gedrag wanneer dit gewaardeerde doelen dient”.
֍ Ben-Itzhak et al., definieerden PF als: [1] positieve perceptie van verandering, [2] karakterisering van het zelf als flexibel, [3] zelfkarakterisering als open en innovatief, [4] een perceptie van de werkelijkheid als dynamisch en veranderend, en [5] een perceptie van
de werkelijkheid als veelzijdig.

27
Q

Persoonlijkheidskenmerken

A

hebben een positieve invloed op sociale
connecties.
֍ Extraversie
֍ Agreeableness.
֍ Laag neuroticisme.

28
Q

Optimisten

A

zijn mensen die ervan uit gaan dat goede dingen gebeuren.

29
Q

Pessimisten

A

zijn mensen die verwachten dat er slechte dingen gebeuren. Deze twee aspecten liggen niet op een continuüm en kunnen dus afhankelijk van de situatie beide ervaren worden.

30
Q

Dispositioneel optimisme

A

neiging om positieve verwachtingen te hebben over de toekomst.

31
Q

Verklarende stijl

A

conclusies over waarom dingen jou overkomen. Wanneer je optimistisch bent ben je meer geneigd om negatieve dingen niet op jezelf te betrekken (“het kan iedereen overkomen”), iets te zien als tijdelijk en te beseffen dat het alleen zo is voor die situatie en niet voor de andere domeinen in je leven.

32
Q

Geleerd optimisme

A

In het geval van stress wil je dat je geleerd optimisme hebt, zodat je weerbaar bent tegen de negatieve uitkomsten. Bij geleerd optimisme moet je je beseffen dat de stress er alleen op dat domein is, tijdelijk is en niet volledig onder jouw controle is. Optimisme is daarbij geassocieerd met betere gezondheidsuitkomsten en lagere ontstekingswaarden.

33
Q

Onrealistisch optimisme

A

Echter, wanneer men onrealistisch optimisme heeft kunnen verschillende gezondheidssymptomen verkeerd worden geïnterpreteerd, waardoor ze niet snel genoeg hulp zoeken.

34
Q

Betekent positief gezond?

A

Positief zijn betekent niet automatisch dat je gezond bent. Echter, liet een onderzoek zien dat mensen die veel woorden gebruiken die te maken hebben met haat, woede en vermoeidheid, een hoge risico hebben op hart- en vaatziekten. Terwijl mensen die meer positieve woorden gebruikte een lagere risico hadden.

35
Q

Mindset en gezondheid

A

Hoeveelheid ervaren stress niet gerelateerd aan sterfte, en de perceptie van stress als negatief voor de gezondheid ook niet. Echter, heeft de perceptie van stress als negatief voor de gezondheid wel een effect op gezondheidsuitkomsten, die indirect invloed hebben op de mortaliteit. Hoge stress en perceptie als negatief voor de gezondheid, zorgt voor 43% verhoogd risico op sterfte.

36
Q

Een nieuwe stroming tussen positieve psychologie en cardiovasculaire gezondheid zou van pas komen, omdat

A

positieve psychologie op veel momenten in het leven invloed kan hebben op de (cardiovasculaire) gezondheid.
• Zwangerschap: positieve emoties zijn goed voor de baby, en band tussen moeder en kind. Verder kunnen er ook interventies en hulpprogramma’s komen om de moeder hulp te bieden.
• Geboorte: gezonde leefomgeving creëren en gezonde familiebanden.
• Preventie van hart- en vaatziekten: positieve emoties zijn geassocieerd met beter leefstijlgedrag wat op invloed is voor de preventie van hart- en vaatziekten.
• Self-management verhogen door positieve interventies om te voorkomen dat
iemands ziekte snel verslechterd.
• Aan het eind van het leven kunnen positieve interventies gebruikt worden voor
het verminderen van lijden, zingeving en om iemand op een rustige manier te laten overlijden.

37
Q

Baseline optimisme

A

is geassocieerd met lagere angst en depressie na 1 jaar opvolging. Ook is het geassocieerd met betere mentale gezondheidsstatus maar niet met fysieke gezondheidsstatus.

38
Q

In een onderzoek werd gekeken in een periode van 10 jaar wat de incidentie van hart- en vaatziekten was

A

. Mensen met hogere geluksniveaus hadden 22% minder kans op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten dan mensen met een lager geluksniveau. Dit kan komen door verschillende aspecten:
• Gezondere levensstijl: gelukkige mensen slapen beter, roken minder en sporten meer.
• Fysiologische impact: geluk zou ervoor kunnen zorgen dat er positieve chemicale veranderingen optreden, zoals een afname in stresshormonen, zodat het hart niet zo hard hoeft te werken.
• Genetische invloed: mensen die een predispositie hebben voor geluk zouden ook een predispositie kunnen hebben voor minder hartaanvallen.

39
Q

Ischemie

A

s een verminderde bloedvoorziening naar organen of weefsels met als gevolg een tekort aan
zuurstof en voedingsstoffen. Dit kan leiden tot klachten en
afwijkingen.

40
Q

Positief affect in ischemische hartziekte

A

s een verminderde bloedvoorziening naar organen of weefsels met als gevolg een tekort aan
zuurstof en voedingsstoffen. Dit kan leiden tot klachten en
afwijkingen.

41
Q

Voordelen van positief zijn

A

• Minder depressie en stress.
• Bepaalde subgroepen laten sneller herstel zien van kransslagader Bypass
operatie doordat ze positieve emoties ervaren, kunnen ze sneller terug naar het ‘normale leven’. 5 jaar later zijn er meer aan het werk en minder opnames in het ziekenhuis. Over tijd zijn er minder hartproblemen.

42
Q

Bestaat te positief?

A

Wel moet je oppassen dat je niet té positief blijft. Je moet realistische acceptatie hebben over wat wel en niet kan. Zo is het bijvoorbeeld gevaarlijk om niet naar de dokter te gaan, omdat je denkt dat het toch wel goed komt. Positieve illusies zijn daarentegen wel belangrijk voor onze gezondheid, doordat optimisten betere gezondheidsgewoonten hebben en hun medicatie trouwer nemen. Ook ontdekken ze eerder waarschuwingen en reageren ze daarop. Een positief affect zorgt voor een betere stemming.

43
Q

Uit onderzoek van Steptoe is gebleken dat

A

mensen die meer positief affect ervaren lagere cortisolniveaus en hogere hartritmevariabiliteit (dit is goed voor kalmte, meer ervaren van positieve emoties en een minder heftigere stressrespons) en lagere niveaus van ontstekingsmarkers hebben (waardoor ze sneller herstellen na een stressvolle taak).

Maar:
• De geobserveerde relatie tussen positieve constructen en uitkomsten zijn over
het algemeen zwak.
• Er is een tekort aan grote schaal testen/ experimenten om deze mechanismen
te onderzoeken.
• Bevindingen over medische uitkomsten en positieve constructen zijn gemixt.
• Er is meer/ beter onderzoek nodig om te laten zien dat toegenomen positieve
emoties geassocieerd zijn met betere uitkomsten.

44
Q

Positieve Psychologische Interventies (PPI’s)

A

PPI’s laten niet alleen het welzijn toenemen, over het algemeen neemt ook de distress af (bijv. bij depressie, angst, stress). Er zijn meer onderwerpen om naar te verwijzen in vergelijking met ‘traditionele’ interventies. Het is wellicht makkelijker aan te passen aan de voorkeuren van de patiënt.

45
Q

PPI’s oefeningen;

A

• “Drie goede dingen”: tellen van zegeningen (3 goede dingen die zijn gebeurd) 1x per week → beter welzijn. Het gaat erom dat je nagaat hoe groot je rol was in de positieve gebeurtenis.
• Dankbaarheidsbrief: schrijf een uitgebreide brief om iemand te bedanken die je nog nooit eerder daarvoor hebt bedankt (verstuur of lees de brief). Het gaat erom dat je echt de dankbaarheid voelt door het op te schrijven i.p.v. uitspreken.
• Random dingen doen uit aardigheid zonder daar dingen voor terug te verwachten. Bijvoorbeeld iemand voorlaten bij de kassa. Je geluksniveau stijgt met 2%. Een secundaire uitkomst is dat je leuke mensen kunt ontmoeten en persoonlijke relaties versterkt
• Humortherapie: opzoek gaan naar grappige dingen en mensen en dit waarderen.

46
Q

Welke ppi? Hoe werkt het en limitaties

A

Welke activiteit je moet doen hangt af van jouzelf. De beste activiteit is degene die het meest natuurlijk voelt voor je. Je moet geen stress ervaren door deze oefening, het werkt alleen als je het vrijwillig doet. Een test die je hiervoor kunt doen is de person- activity fit scale. Een verklaring voor de werking van deze zaken is dat mensen zich meer bewust worden van de positieve dingen in het leven en zich daar meer op gaan focussen.

Limitaties
• De studies die zijn uitgevoerd zijn vaak bij een kleine groep gedaan.
• Het is niet duidelijke welke componenten de effectieve delen zijn van de
interventie en voor wie.
• Het optimale aantal oefeningen is niet duidelijk (meer dan een is beter).
• De optimale duur van een PPI is niet duidelijk (meer dan 2 weken is
voorgesteld).

47
Q

Personal strengths aproach

A

Volgens Seligman is de personal strengths approach belangrijk om je eigen krachten te ontdekken door middel van een vragenlijst. Het uiteindelijke doel is om je krachten in andere contexten te gebruiken.

48
Q

Acceptence and commitment therapy (ACT)

A

ACT is gericht op openheid en acceptatie van jezelf en dingen zoals ze zijn, zodat het de psychologische flexibiliteit verhoogd. Het wordt afgenomen met de AAQ-II vragenlijst, die meet hoe open je bent voor verandering. Het is geassocieerd met verbeterde psychologische uitkomsten en veranderingen in levensstijl.

49
Q

Ppi’s in huidige praktijk

A

• De focus ligt op de krachten van de cliënt, zijn vermogen en de aanwezige steun.
• Dit zou vanaf het begin van de therapie gedaan moeten worden.
• De cliënt zou moeten praten over een toekomst die ze graag zouden willen en
niet over hun problemen.
• De cliënt moet besluiten welke krachten te gebruiken en wanneer.

50
Q

Online mogelijkheden

A

Online PPI’s komen op omdat mensen een effectief leven willen leiden. Ze zijn relatief kort en makkelijk online te verzorgen. Verschillende apps kunnen gedownload worden van de appstore, bijvoorbeeld Headspace. Trimbos heeft happyles.nl ontwikkeld voor kinderen op scholen om hun geluksniveau en welzijn te verhogen.