HC 9 Flashcards
Coping
is een algemene manier waarop we omgaan met allerlei interne en externe eisen. Het is een dynamisch proces doordat er een balans gevormd moet worden tussen situationele en persoonlijke factoren die in de loop van de tijd ontstaan. Coping hoeft niet op elk moment hetzelfde te zijn; de strategie die je nu gebruikt, hoeft over verloop van de tijd hetzelfde te blijven.
Coping is een manier van stress management doordat het invloed kan hebben op de hoeveelheid stressoren die je ervaart of ziet. Het heeft ook betrekking op hoe je de situatie evalueert (heb ik genoeg bronnen om ermee om te gaan?) en op het daadwerkelijk omgaan met de situatie. Coping heeft op verschillende niveaus binnen het proces van het ervaren van stress duidelijk effect.
Belang van coping
• Schadelijke omgevingsomstandigheden verminderen en de vooruitzichten op herstel te verbeteren.
֍ Wanneer je op een juiste manier kunt omgaan met stress, is het herstel sneller.
• Negatieve gebeurtenissen verdragen/ aanpassen.
֍ Coping zorgt ervoor dat je niet geheel uit balans raakt na een
gebeurtenis.
• Een positief zelfbeeld handhaven.
• Een emotioneel evenwicht bewaren.
• Bevredigende relaties met anderen voortzetten.
Coping als directe invloed op gedrag
goede coping vermindert de stressrespons, omdat je op een betere manier met stress om kunt gaan.
Coping als indirecte invloed op gedrag
goede coping zorgt voor toename van fysieke activiteit (als je gaat bewegen om met je problemen om te gaan).
Dichotome model (lazarus, et al.)
Wanneer er een stressvolle gebeurtenis plaatsvindt, kan men dit op twee manieren
ervaren: uitdaging of bedreiging. Wanneer je
een situatie beschouwd als een uitdaging, heb je
een meer logische respons. Bij een situatie beschouwd als bedreiging, heb je meer een emotionele respons, wat kan zorgen voor meer negatieve uitkomsten. Coping en de manier hoe je een situatie ziet, bepaalt hoe de reactie zal zijn.
Transactioneel model van coping
Volgens het transactionele model is coping een interactie tussen persoon en omgeving op basis van appraisal:
• Appraisal van de stressor.
• Appraisal van de coping bronnen: hoeveel jij
denkt de stressor aan te kunnen. Als er een gevaarlijke situatie zich voordoet, maar jij denkt ermee om te kunnen gaan, is dat geen probleem. Echter, wanneer je denkt er niet mee om te kunnen gaan, heeft dit een negatiever effect op jezelf.
• Primaire appraisal van de situatie: beoordeling van gevaarlijkheid (bedreiging, schade of uitdaging).
• Secundaire appraisal: beoordeling van bronnen om om te gaan met de situatie.
Wanneer je genoeg copingvaardigheden hebt, kun je beter met een situatie omgaan en wordt het minder stressvol. Stress ontstaan wanneer de bedreiging veel groter is dan de bronnen die je hebt om met de situatie om te gaan. Je coping heeft eigenlijk gefaald, waardoor psychologische klachten gaan ontstaan.
Cognitief adaptie model
Het cognitief adaptatie model is gericht op het aanpassen aan of omgaan met een chronische ziekte. Oorzaken van distress (angst, depressie, aanpassingsproblematiek (milde psychologische klachten):
- lage betekenis
- laag meesterschap
- lage zelfverbetering
Cognitief adaptie model; lage betekenis
mensen kunnen niet over hun ziekte nadenken of praten zonder er heel negatief over te denken.
Cognitief adaptie model; laag meesterschap
wanneer mensen het idee hebben dat ze weinig controle hebben door de ziekte of behandeling.
Cognitief adaptie model; lage zelfverbetering
wanneer mensen zichzelf als negatief zien. Mensen zijn niet gemotiveerd zich goed te voelen en positieve dingen te zien. Ze vergelijken zichzelf met anderen op een negatieve manier.
Cognitief adaptie model; illusionaire overtuigingen
Een beschermende factor zijn illusionaire overtuigingen. Dit zijn overtuigingen van patiënten dat ze het idee van controle hebben over hun ziekte of behandeling. Dit kan leiden tot bescherming van distress. Realistisch optimisme kan dus helpen tegen distress en psychologische klachten
Zelfregulatie model
Distress ontstaat voornamelijk wanneer onze levensdoelen worden verhindert, er niet zijn of niet haalbaar zijn. Hierbij gaat het om streven naar en naleven van bepaalde doelen.
• Goal focus: een doel willen bereiken.
• Goal abstraction: doelen zijn hiërarchisch geordend, met bovenaan de doelen
die heel abstract (grote levensdoelen) zijn, en onderaan doelen die steeds concreter zijn
In beide doelen kunnen problemen ontstaan, zoals werken en leven toe naar een doelen verspert worden door bijv. een aandoening. Op het moment dat je je doelen niet meer kan bereiken, of geen doelen meer hebt, of onhaalbare doelen hebt, ervaar je distress. Het model is gericht op doelgericht leven.
Wanneer coping faalt kun je klachten krijgen als angst, depressie, ongezonde levensstijl, verslaving etc. Maar ook het niet houden aan een behandeling (= treatment adherence), bijvoorbeeld het nemen van medicatie, kan ervoor zorgen dat gezondheidsproblemen ontwikkelen.
Slechte coping zorgt voor een hogere prevalentie van low treatment adherence.
Treatment adherence
Het niet volgen van een behandeling
Manieren van Coping: Omgaan met Stress; cognitief
Therapie
Hobby’s
Meditatie
Mindfulness
Lezen
Plannen
Tijd management
Manieren van Coping: Omgaan met Stress; fysiek
Artistieke expressie
Diep ademen
Natuurlijke medicatie
Lichamelijke beweging
Uitrusten
Yoga
Manieren van Coping: Omgaan met Stress; omgeving
Muziek
Natuur
Dieren
Spa bezoeken
Manieren van Coping: Omgaan met Stress; anders
Conflict oplossen
Bidden
Verdedigingsmechanismen van freud
Vroeger werd er nog niet gesproken van copingstrategieën, maar wel van verdedigingsmechanismen. Hieruit zijn later wel enkele copingstrategieën ontstaan.
Copingstijl
een algemene manier waarop iemand probeert om te gaan met een stressvolle gebeurtenis. Copingstijl is een variabele die lijkt op een karakter eigenschap waarvan verwacht wordt dat het constant is over tijd, en niet veel zou veranderen. Alle copingstijlen zijn redelijk cultuur afhankelijk en worden gekoppeld aan de eisen van een omstandigheid. Of het een goede manier van omgaan is, hangt af van de situatie.
- vermijdend vs actief
- probleem gefocust vs emotie gefocust
- responsieve vs proactieve coping
- repressieve coping
Vermijdende vs actieve copingsstijl
֍ Vermijdend: effectief bij korte termijn problemen of problemen die nooit
meer zullen voorkomen of onrelevant zijn.
֍ Actief: effectief wanneer problemen opgelost kunnen worden.
Probleem gefocuste vs emotie gefocuste copingstijl
֍ Probleem gefocust: iets constructiefs doen om het probleem op te
lossen.
• Gelinkt aan actieve coping.
֍ Emotiegefocust:probereneffecttehebbenopemotiesdiebetrokkenzijn bij de stressoren. Managen van de emotionele reactie op het moment.
Responsieve vs proactieve coping
֍ Responsief: geactiveerd wanneer stressor opkomt.
֍ Proactief: anticiperen op mogelijke toekomstige stressoren en gedrag
uitvoeren om dat te voorkomen. Voordat een probleem voorkomt, al gaan bedenken hoe je het gaat oplossen.
• Gelinkt aan vermijdende coping.