HC5 Flashcards

1
Q

Hypostress

A

Geen stress ervaren, niet goed;

Bepaalde mate van stress kan goed voor je zijn om
optimaal te kunnen functioneren, zolang het adaptief is
kan het geen ernstige schade aanbrengen. Geen stress (= hypostress) ervaren is niet goed, omdat je je dan gaat
vervelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer ervaar je klachten van Stress?

A

Wanneer je over het hoogtepunt van stress bent,
worden er klachten ervaren. Dit is ook het punt waarbij
mogelijk chronische ziektes kunt beïnvloeden die je al
hebt, of chronische ziektes aanwakkeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eustress

A

is het optimale niveau van stress, maar dan op een positieve
manier. Een zekere mate van stress is nodig om een
positief gevoel, zoals spanning in een achtbaan, te kunnen ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stress als predictor

A

naarmate je meer stress hebt, heb je bepaalde negatieve uitkomsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Stress als mediator

A

stress beïnvloedt de relatie tussen
gezondheid en een andere variabele.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stress als moderator

A

de relatie tussen stress en
gezondheid wordt beïnvloedt door leefstijl.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Casus ICD

A

Een 47-jarige man kwam op de poli terecht met een plotselinge hartstilstand, en kreeg hier later een ICD voor. Een ICD waakt over het hartritme tijdens hartritmestoornissen. Wanneer het hartritme erg afwijkend is, komt er een schokje waardoor het ritme wordt hersteld. Dit kan ervoor zorgen dat men geen plotseling hartstilstand kan optreden, wat een gerustgesteld gevoel geeft. Echter, kunnen anderen het als beangstigend ervaren, omdat een schok een flinke klap (800 volt) met zich meebrengt. Het hebben van een ICD heeft al een grote impact, en meneer in kwestie was veel over het apparaat aan het denken waardoor hij minder goed sliep.
Teruggekomen bij de cardioloog vertelde de man, dat hij last had van nachtzweten, een verhoogde hartslag en een angstig gevoel. De cardioloog gaf de man medicatie om de angst te verminderen, want stress en angst kan zorgen voor ritmestoornissen, waardoor de ICD een schok moet afgeven. De patiënt werd na de afspraak nog angstiger en raakte in paniek, waardoor hij in de eerste hulp belandde. Nadat de patiënt naar huis ging, werd hij een keer midden in de nacht wakker toen hij erg aan het zweten was, en een hoge hartslag had. Hierdoor gaf de ICD een schok, en belde de patiënt 112. In de tussentijd van huis naar EH, kreeg de man nog tenminste 10 ICD schokken. De patiënt moest onder narcose gebracht worden zodat de hartslag omlaag ging, omdat de ICD schokken bleef geven. Wederom werd de patiënt naar huis gestuurd met anxiolytica om de angst te laten afnemen.

Uiteindelijk heeft de patiënt traumabehandeling (EMDR) bij een psycholoog gekregen, om van de angst af te komen, maar de IDC pleeg een probleem. Om de schokken te vermijden tijdens het terugdenken aan angstige gevoelens, werd de ICD uitgeschakeld onder supervisie van een cardioloog. Hierdoor werd de angst beheersbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Arrhythmia

A

Onderzoek toont aan dat angst en ritmestoornissen (= arrhythmia) aan elkaar gerelateerd zijn. Hoe hoger de angstniveaus, hoe meer risico op ritmestoornissen. Angst is ook gerelateerd aan vroegtijdig overlijden bij ICD patiënten. In de klinische praktijk moet gekeken worden hoe de angstniveaus verminderd kunnen worden, om zo nog een normaal leven te kunnen leiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stress en hartziekten

A

Sympatische activatie
Gedragsmatige activatie
Beenmerg activatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sympatische activatie

A

hypertensie (= hoge bloeddruk) en ritmestoornissen
- hypertensie
- atherosclerose
- tachycardia
- hartfibrillatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hypertensie

A

Arteriële stijfheid →
hogere bloeddruk → dikkere linker ventrikel doordat er meer kracht nodig is voor de bloedstroom → hartspier heeft meer bloed nodig dan geleverd kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Atherosclerose

A

Schade aan de slagaders (scheurtjes) → ontstekingsreactie → glucose en vet bouwen plaque op in de scheurtjes (epinephrine laat plakkerigheid van circulerende plaquestukjes toenemen, waardoor het makkelijker in de scheurtjes blijft plakken) → ontsteking → atherosclerotische plaque → scheur van een plaque → propje door het lichaam → hart- of herseninfarct.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tachycardia

A

Hele hoge hartslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hartfibrillatie

A

HPA-axis opwinding tijdens stress →
niveaus van glycogeen gaan omhoog (vrijkomen van glucose) → glycogeen blokkeert de communicatie tussen myocardiale cellen → leidt tot een verstoring in elektronische communicatie tussen cellen → geleiding in het hart niet meer goed. Het hart gaat trillen in plaats van kloppen → fibrillatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gedragsmatige activatie

A

via ongezond gedrag ervoor zorgen dat je hart- en vaatstelsel beschadigd wordt, waardoor er plaque kan vormen (= atherosclerose).
֍ Slecht dieet/ ongezond eten: veel vet en suikers. ֍ Roken.
֍ Fysieke inactiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Beenmerg activatie

A

relatief nieuw mechanisme wat uitlegt dat door beenmerg activatie atherosclerose kan ontstaan en verergeren.
֍ Ontsteking van weefsel. ֍ Bloedstolling → propjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Cortisol en hartaanval

A

Uit onderzoek blijkt dat naarmate de cortisolniveaus stijgen, het risico op een hartaanval toeneemt ongeacht men wel of geen hart- en vaatziekten heeft. Echter, is het effect in de groep die al hart- en vaatziekten hebben groter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Cardiovasculaire ziektes en de amygdala

A

De amygdala helpt bij het identificeren van angst en paniek situaties. Het beoordeelt hoe gevaarlijk een situatie is. Veel stressvolle ervaringen kunnen zorgen voor een verstoring van de werking van de amygdala. Wanneer de amygdala geactiveerd wordt (wanneer men iets als angstig interpreteert), activeert het op zijn beurt het beenmerg wat ervoor zorgt dat er in de aderwanden ontstekingen kunnen ontstaan. Vervolgens wordt atherosclerose in gang gezet, waardoor je een verhoogd risico hebt op cardiovasculaire ziekten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Acute stress

A

Door adrenaline
- Arrhythmia: ritmestoornissen waarbij het
hart heel groot wordt in angstige situatie.
- Takotsubo: ziekte van de hartspier waarbij de linkerkamer niet meer goed pompt. Dit kan optreden door langdurige, hevige emotionele stress
- Angina pectoris (= pijn op de borst) door vasoconstrictie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Takotsubo

A

Takotsubo: ziekte van de hartspier waarbij de linkerkamer niet meer goed pompt. Dit kan optreden door langdurige, hevige emotionele stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Angina pectoris

A

Angina pectoris (= pijn op de borst) door vasoconstrictie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Chronische stress

A

Langzaam en geleidelijk verloop
- hoge bloeddruk
- aneurisme; uitstulping van de anderen door verzwakking van de aderwand door hoge bloeddruk.
- myocardiala ischemie; verloopt door een proces van jarenlange atherosclerose.
Stressvolle gebeurtenissen veroorzaken vaak ischemische episodes waarbij mensen geen klachten hebben. Wanneer het cardiovasculaire systeem eenmaal beschadigd is, wordt het gevoelig voor acute stressoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Aneurisme

A

uitstulping van de anderen door verzwakking van de aderwand door hoge bloeddruk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Myocardiale ischemie

A

verloopt door een proces van jarenlange atherosclerose.
Stressvolle gebeurtenissen veroorzaken vaak ischemische episodes waarbij mensen geen klachten hebben. Wanneer het cardiovasculaire systeem eenmaal beschadigd is, wordt het gevoelig voor acute stressoren.

25
Q

Negatieve of positieve stress?

A

Stress reactiveert stressrespons op een negatieve stimulus, maar mensen kunnen ook op een positieve manier stress ervaren. Genot en boosheid hebben hetzelfde effect op het cardiovasculaire systeem. Het maakt niet uit of het systeem positief of negatief geactiveerd wordt. Het activeren op zich kan zorgen voor negatieve uitkomsten. Mensen kunnen zo overweldigd en blij zijn dat de stressrespons geactiveerd raakt, waardoor de balans van allostase zo verstoord raakt dat een hartaanval kan plaatsvinden. Dit is geen unieke gebeurtenis voor genot, alle heftige emoties kunnen leiden tot een plotselinge hartaanval of plotselinge hartdood. Een waarschijnlijke verklaring is dat het een extreme versie is van acute stress die ventriculaire aritmie of ventriculaire fibrillatie en hartischemie veroorzaakt.

26
Q

Individuele verschillen

A
  • gender
  • algemene cardiovasculaire gezondheid
  • persoonlijkheid
27
Q

Gender

A

er zijn aanwijzingen dat vrouwen- en mannenharten anders werken. Het zou kunnen dat vrouwen in de overgang specifieke ziektes kunnen ontwikkelen, omdat de hormoonhuishouding anders is. Ook blijven vrouwen na een hartaanval vaker invalide

28
Q

Algemene cardiovasculaire gezondheid

A

mensen met reeds beschadigde hart- en vaatstelsel zijn gevoeliger voor stress

29
Q

Persoonlijkheid

A

mensen met type D (distressed) persoonlijkheid ervaren meer negatief affect en sociale inhibitie. Deze mensen hebben een verhoogde kans op hart- en vaatziekten.

30
Q

Diabetes

A

is een stoornis in de insuline aanmaak of de werking van insuline in het bloed, waardoor de regeling van glucose in het bloed kunstmatig gedaan moet worden. Dit kan door middel van pillen of injecties om glucose in het bloed te injecteren. Mensen met diabetes kunnen te lage of te hoge niveaus van glucose in het bloed hebben, op basis daarvan moeten ze insuline bijspuiten of suiker eten.

31
Q

Hypoglycemie

A

te weinig glucose
֍ Zweten.
֍ Bleek worden.
֍ Prikkelbaarheid.
֍ Honger.
֍ Duizeligheid.
֍ Vermoeidheid

32
Q

Hyperglycemie

A

te veel glucose
֍ Droge mond.
֍ Toename in dorst.
֍ Zwakte.
֍ Hoofdpijn.
֍ Wazig zicht.
֍ Vaak plassen

33
Q

Diabetes type 1

A

is een auto-immuunziekte waarbij cellen in de alvleesklier, die verantwoordelijk zijn voor de insuline aanmaak, aangevallen worden.
• Jeugdige diabetes, gediagnosticeerd voor 20 jaar (vaak aangeboren vorm).
• Insulineafhankelijkheid, waardoor ze heel vaak insuline moeten spuiten, omdat
het lichaam heel weinig tot geen insuline meer aanmaakt.
• Niet genoeg insuline in bloed om glucose op te slaan.
• Meerdere malen per dag insuline prikken.

34
Q

Insuline

A

een hormoon wat we nodig hebben om suikers uit het bloed op te slaan in cellen die het nodig hebben. Wanneer de cellen geen suikers meer kunnen opnemen, wat voeding voor hen is, dan gaan ze verhongeren, waardoor ze afsterven wat kan leiden tot:
• Orgaanfalen.
• Atherosclerose.
• Blindheid.
• Problemen bij het herstel van wondjes: veel suikers gaan zich ophopen,
waardoor bacteriën gaan groeien en complicaties kunnen ontstaan.

35
Q

Factoren die invloed hebben op de insuline niveaus van diabetes type 1

A

• Tijd van de dag.
• Dieet.
• Beweging.
• Stress.

36
Q

Diabetes type 1 en stress

A

• Stress kan wellicht de kans op het krijgen van diabetes type 1 vergroten
• Stress kan wellicht de ontwikkeling van diabetes type 1 versnellen.
• Stress kan wellicht diabetes type 1 problemen veroorzaken.
• Glucocorticoïden zorgen dat de cellen minder gevoelig worden voor insuline.

37
Q

• Stress kan wellicht de kans op het krijgen van diabetes type 1 vergroten.

A

Diabetes is een auto-immuunziekte en het ervaren van langdurige stress kan het risico op auto-immuunziekte laten toenemen, doordat het lichaam eigen cellen gaat aanvallen.

38
Q

Stress kan wellicht de ontwikkeling van diabetes type 1 versnellen.

A

Wanneer je cellen hebt die aangetast zijn en stress ervaart, komen de symptomen eerder op

39
Q

Stress kan wellicht diabetes type 1 problemen veroorzaken.

A

Mensen die meer stress ervaren zijn minder geneigd om goede zelfzorg te vertonen, waardoor bijv. wondjes minder goed verzorgd worden en ze niet op hun suikerspiegel letten.

40
Q

Glucocorticoïden zorgen dat de cellen minder gevoelig worden voor insuline.

A

Diabetes patiënten kampen al met een te kort aan insuline, en wanneer ze stress ervaren zorgen glucocorticoïden ervoor dat de cellen ook nog eens minder gevoelig worden voor insuline, waardoor er nog minder wordt opgeslagen. De alvleesklier moet hierdoor overuren maken om de suikerspiegel op pijl te houden, maar dit is te intensief, waardoor het systeem stuk kan gaan.

41
Q

Diabetes type 2

A

• Begint in volwassenheid, vaak bij mensen met overgewicht.
• Insulineresistentie: cellen zijn dus niet meer gevoelig voor insuline, er is minder
opslag van glucose in die vetcellen.
• Laag antwoord op insuline van cellen.
• Oorzaken zijn inactiviteit en te veel vet, genetische oorzaken of de omgeving
(etniciteit).
• Kan behandeld worden met pillen, injecties en leefstijlinterventies.

42
Q

Diabetes type 2 als epidemie

A

worden inmiddels meer kinderen gediagnosticeerd met type 2 dan type 1 door overgewicht. Dit komt door een levensstijlprobleem van ontwikkelde landen. De WHO raadt aan om een gezonde voeding, lichaamsbeweging, een normaal lichaamsgewicht te handhaven en roken te vermijden om het ontstaan van diabetes type 2 te voorkomen of uit te stellen.

43
Q

Wat gebeurt er in je lichaam bij diabetes type 2

A

• Cellen zijn te vol met vet, waardoor er geen ruimte meer is voor insuline opslag.
Insuline is, in tegendeel met diabetes type 1, wel aanwezig bij type 2.
• Er is meer vet en glucose in de bloedsomloop, wat kan zorgen voor complicaties
in hart en vaten.
• Toch moet de glucose die rondzweeft ergens opgeslagen worden, dus gaat je
lichaam nog meer insuline aanmaken, vooral in periodes van stress. Dit is
teveel, waardoor de cellen insulineresistent worden.
• Er worden hormonen vrijgemaakt die ervoor zorgen dat nog meer cellen
insulineresistent worden door de overvloed aan glucose.
• Hierdoor moeten pillen worden genomen, zodat de insuline toch nog wordt
opgenomen in de cellen.
• Door gewicht te verliezen kan de ontwikkeling gestopt worden.
• Op een gegeven moment kan je alvleesklier het niet meer aan waardoor er
helemaal geen insuline meer wordt aangemaakt. Hierdoor wordt je insulineafhankelijk en verandert je diabetes type 2 in diabetes type 1. Afvallen kan dit voorkomen, maar wanneer de alvleesklier beschadigd is, is type 1 diabetes onomkeerbaar.

44
Q

Diabetes type 2 en stress

A

• Stressrespons zorgt voor meer glucose en vet in bloedsomloop. Hierdoor is er meer kans op plaque in aderen.
• Stress kan de insulineresistentie versterken, waardoor type 2 diabetes omslaat naar type 1 diabetes.

45
Q

Zwangerschapsdiabetes

A

kan ontstaan bij vrouwen tijdens de zwangerschap die een ongezonde levensstijl hebben, waaronder bijv. stress. Gaat vaak weg na de zwangerschap, maar kan ook blijvend zijn. Net zoals bij type 2 diabetes gaat het om insulineresistentie. Stress kan veroorzaakt worden door:
• Aangemerkt worden als een hoog-risicozwangerschap wanneer je overgewicht hebt.
• Gevoel van gebrek aan controle.
• Zorgen maken over de effecten van de diabetes op de baby.

46
Q

Metaal syndroom

A

geeft een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Er is sprake van het metabool syndroom als je een grote buikomtrek hebt, en andere criteria:
• Hoge bloeddruk.
• Te veel bloedvetten: het triglyceridengehalte is verhoogd.
• Te laag HDL-cholesterol (“goede” cholesterol).
• Verhoogde nuchtere bloedsuikerspiegel of diabetes type 2.
• Verhoogde glucoseniveaus.
• Insulineresistentie.

47
Q

Gut-brain axis

A

Onderzoek toont aan dat er een connectie is tussen de
hersenen en de darmen (= gut-brain axis). Via de zenuwen en
hormonen vindt er communicatie tussen beide plaats. Stofjes
die vanuit de darmen worden aangemaakt en vrijkomen hebben
een effect op de hersenen. Met name de neurotransmitters die
betrokken zijn bij de gemoedstoestand, gezondheidsgedrag,
stress, angst en depressie.

48
Q

Stress en de darmen

A

De darmen zijn het gevoeligste orgaan voor stress en
stresshormonen. Wanneer je stress ervaart kun je dit voelen in
je buik. Onderzoek toont aan dat er een connectie is tussen de
hersenen en de darmen (= gut-brain axis). . In de hersenen worden hierdoor de amygdala geactiveerd wat op zijn beurt de HPA-as activeert. Hierdoor wordt het sympathisch zenuwstelsel geactiveerd wat invloed heeft op de darmen.

49
Q

Voeding en de glut-brain axis

A

Ander onderzoek toont aan dat hetgeen wat je eet effect kan hebben op de hersenen via de gut-brain axis. Wanneer bepaalde voeding zou nemen, zou dit ervoor zorgen dat je een betere stemming krijgt, waardoor de HPA-as niet geactiveerd wordt en je darmen rustig blijven.

50
Q

Prikkelbare darm syndroom (IBS)

A

is een functionele gastro-intestinale aandoening, waarbij het functioneren van de darmen niet optimaal is. Mensen met IBS kunnen plotseling last hebben van verstoppen afwisselend met diarree en dan weer lang uitblijven van ontlasting. Stress zorgt ervoor dat de darm gaat samentrekken (= spastische darm), waardoor je diarree krijgt. Doordat de cyclus zo onvoorspelbaar is, zijn patiënten met IBS ook erg stressgevoelig door een verhoogd SNS. Het advies voor deze patiënten is om stress te vermijden, omdat dit de darmen bijna direct activeert vanuit de HPA-as, waardoor ze een aanval krijgen en snel naar het toilet moeten.

Het ervaren van deze aanval of de gedachte aan zo’n aanval, kan ook veel stress met zich meebrengen via gut-brain axis. Stress kan bij deze aandoening ook ervoor zorgen dat de symptomen eerder gaan ontstaan, ondanks men eerder nooit last van de darmen. Maar stress kan ook de bepaalde symptomen verergeren.

51
Q

Weerbaarheid en IBS

A

Uit onderzoek is gebleken dat weerbaarheid (resilience) verlaagd is bij mensen met IBS en geassocieerd is met symptomen en cortisolrespons. Weerbaarheid staat in verband met je kwaliteit van leven. Mensen die weerbaar zijn kunnen beter omgaan met negatieve gebeurtenissen. Er is een hogere cortisolrespons bij een lagere weerbaarheidsscore in mensen met IBS. Ze maken meer cortisol aan dan mensen die hoger scoren op weerbaarheid.

52
Q

Immuunsysteem

A

wordt aangestuurd door het autonome zenuwstelsel, wat beïnvloedt wordt door stress. De functie van het immuunsysteem is om het lichaam te beschermen tegen pathogenen zoals virussen, bacteriën, schimmels en parasieten. Stress heeft effect op hoe de immuniteit verloopt via het centraal zenuwstelsel.

53
Q

Immuunsysteem en stress

A

In tijden van rust heeft het immuunsysteem een werkende functie van 100%, maar bij het begin van een stressor gaat de immuniteit omhoog, omdat het lichaam zich gaat voorbereiden op schade of trauma, waardoor wonden en infecties beteren bestreden kunnen worden. Wanneer de stress afneemt zorgen glucocorticoïden dat het immuun functioneren omlaag gaat, zodat er een herstelfase komt. Indien men weinig tot geen stress ervaart, zullen er minder glucocorticoïden aanwezig zijn, waardoor het immuun functioneren altijd hoog zou blijven, wat kan resulteren in een auto- immuunziekte.
Wanneer er sprake is van chronische stress zijn de glucocorticoïden niveaus hoog, waardoor de werking van het immuunsysteem onderdrukt blijft, en de werking steeds verder afneemt. Hierdoor ben je niet meer goed beschermd tegen virussen etc.

54
Q

Auto-immuunsysteem

A

• Reumatoïde artritis.
• Multiple sclerosis.
• Astma

Stress kan ervoor zorgen dat het immuun functioneren erg omlaag gaat waardoor de symptomen van auto-immuunziektes beïnvloedt kunnen worden. Gebrek aan glucocorticoïden kunnen resulteren in auto-immuunziektes en symptomen ervan. Chronische stress is nodig zodat glucocorticoïden het immuun functioneren kunnen onderdrukken, waardoor het ontstaan van auto-immuunziektes beïnvloedt wordt.

55
Q

Chronische stress en immuniteit

A

Echter, chronische stress is niet gezond voor een mens, maar het heeft wel effect op het immuunsysteem:
• Verstoren van immuunrespons, doordat het functioneren hele tijd boven de 100% blijft.
• Desensitisatie van de cellen voor glucocorticoïden, waardoor de verlaging van het immuun functioneren niet meer optreedt en een auto-immuunziekte kan ontstaan

56
Q

Stress, ziekte en sociale steun

A

Hoe minder sociale relaties een persoon heeft, hoe korter de levensverwachting. Doordat mensen meer stress ervaren door het zoeken naar sociale steun, is er chronische activatie van de stressrespons, wat leidt tot immuun onderdrukking en meer infectieziekten. De isolatie op zich zorgt niet voor de stress, maar het gevoel van eenzaam zijn.

57
Q

Stress en kanker

A

• Gedragsmatige factoren, zoals roken en ongezonde voeding, kunnen risicofactoren zijn voor het ontstaan van kanker, bijv. roken en longkanker; en alcohol en borstkanker.
• Stress kan effect hebben op het verloop van de ziekte, en welk type kanker er ontstaat, doordat glucocorticoïden geassocieerd zijn met tumorgroei. Glucose is namelijk een soort voeding voor tumoren.
• Onderdrukking van immuunsysteem zorgt voor minder natural killer cells die de verspreiding van tumoren voorkomen.
• Glucocorticoïdes dragen bij aan angiogenese (= groei van aders die de tumor van bloed en voedingsstoffen voorzien) Maar, dit gaat over dierenstudies met geïnduceerde kanker, er is geen bewijs bij menselijke kankers.

58
Q

Angiogenese

A

Groei van aders die de tumor van bloed en voedingsstoffen voorzien