HC7 Flashcards

1
Q

Levensstressor

A

is een onadaptieve activatie van de stressrespons wat resulteert in verschillende gezondheidsveranderingen. De stressrespons wordt onrechtmatig geactiveerd. Een grote levensgebeurtenis heeft niet op iedereen hetzelfde effect, dat heeft te maken met de situatie en het individu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De effecten van levensstressoren hebben te maken met:

A

• Situationele stereotype: mate waarin verschillende situaties verschillende patronen van biologische responses oproepen.
• Response stereotype: individuele stressrespons op dezelfde situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Top 5 levens stoornissen

A

1) Dood van een geliefde.
2) Scheiding.
3) Verhuizen.
4) Ernstige ziekte.
5) Verlies van baan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Grote levensstressoren en hartziekten

A

Grote levensstressoren zijn geassocieerd met het krijgen van een hartstilstand tot 6 maanden na het incident. Hoe meer grote levensstressoren zijn meegemaakt, hoe groter de kans op een hartstilstand.

Mensen die gefaald hebben op werk en serieuze ziekte rapporteerde vaker een hartstilstand dan de controle groep. De terroristische aanval op 9/11, zorgde voor veel stress en dit resulteerde in meer hartinfarcten. Op moment dat het hart- en vaatstelsel reeds beschadigd is, is de kans groter dat een life event het hartinfarct triggert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

PTSD en sterfte in IDC patiënten

A

Uit een andere studie bleek dat hoe hoger iemand scoorde op de PTSD schaal, hoe hoger de kans op een hartziekte. Dit zou kunnen verklaren waarom PTSD geassocieerd is met hogere mortaliteit, want mensen sterven aan hartziekten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Werkgerelateerde stress

A

is de reactie die mensen kunnen hebben
wanneer ze tegenover werkeisen en druk staan die niet overeen komen met
hun kennis en vermogen, en die hun vermogen om er mee om te gaan te
veel uitdaagt. Stress komt in een grote verscheidenheid van werkomstandigheden voor, maar wordt vaak erger wanneer medewerkers
het gevoel hebben dat ze weinig steun ontvangen van supervisors en collega’s, en als ze weinig controle hebben over het werkproces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uitdaging of druk?

A

Er is vaak verwarring tussen de discrepantie van druk of uitdaging en stress. Wanneer jou iets meer wordt gevraagd dan je kunt, en je kunt er van leren, is dat uitdaging, maar wanneer jou veel meer wordt gevraagd dan je kunt ontstaat druk. Dit komt vaak door slecht management binnen het bedrijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Minder kans op werkgerelateerde stress als;

A

• De eisen en druk van werk gelijk zijn aan hun kennis en vermogen: net een beetje uitdaging
• Mensen controle hebben over hun werk en de manier waarop ze het doen kan geoefend worden: eigen inbreng over het werk.
• Steun wordt ontvangen van hun supervisors en collega’s: vrijheid en middelen verkrijgen.
• Ze mee mogen doen in het maken van beslissingen over hun werk: wordt vooral niet gedaan bij lagere opgeleiden banen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aspecten van werkgerelateerde stress

A

• Fysieke factoren: geluid, hitte, trillingen (= het lichaam wordt uitgedaagd).
• Psychologische en sociale factoren: blootstelling aan menselijk lijden.
• Management factoren: onduidelijke rollen, slechte communicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Michigan stress model

A

De perceptie en situatie bepalen of er stress ervaren wordt, en of dit voor negatieve uitkomsten zal zorgen. De persoonlijkheid, maar ook sociale steun, kleuren de perceptie en uitkomst over de stress.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Demand-control-support Model

A

Het Demand-Control-Support Model probeert inzicht te geven van het ontstaan van werkgerelateerde stress door de volgende aspecten:
֍ Beroepsmatige eisen.
֍ Beslissingsvrijheid, controle over je werkleven.
֍ Sociale steun, van werkgever, collega’s of externe omgeving

  • lage controle, lage eisen
  • hoge controle, hoge eisen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Lage controle, lage eisen

A

passieve ervaring rondom het werk, niet gemotiveerd, geen zin om dingen te doen, het werk wordt als saai en niet uitdagend ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoge controle, hoge eisen

A

actieve houding rondom het werk, waarbij je plezier ervaart bij het werk doordat je je eigen invulling kunt geven en het als uitdagend ervaren wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoge eisen, lage controle, lage steun

A

Gevaarlijk werk voor de gezondheid door hoge mate van stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoge controle, lage/hoge eisen en hoge sociale steun

A

Gezond werk. De rol van sociale steun is erg belangrijk voor je gezondheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Extra stressoren op werk

A

• Person-omgeving misfit.
• Shift work: wisseling in ochtend of avond werk.
• Verandering in werkzaamheden.
• Effort-reward discrepantie: te weinig salaris voor je werk.
• Onduidelijke/ conflicterende rollen: onduidelijke beschrijving van je functie.
• Onzekerheid over de toekomst: elke keer een jaar contract of geen mogelijkheid
tot doorgroeien.

17
Q

Manifestatie van werkgerelateerde stress

A

• Emotionele manifestatie: angst, depressie, gevoel van hopeloosheid.
• Cognitieve manifestatie: concentratieproblemen, moeite met leren van
nieuwe dingen, moeite met beslissingen maken, moeite met creatief zijn. Dit zijn
ook factoren die je baan kunnen beïnvloeden.
• Gedragsmanifestaties: alcoholmisbruik, te veel eten, drugsgebruik (bijv.
cocaïne).
• Fysiologische manifestaties: hoge bloeddruk, toename van hartritme.

18
Q

Werkgerelateerde stress en gezondheid

A
  • Hartziekte
  • kanker
  • burn out
19
Q

Hartziekte

A

Hartziekte
Werkdruk verhoogt de kans van het cardiovasculaire ziektecijfer en sterfte. De hoge bloeddruk kan schade aanbrengen aan het cardiovasculaire systeem. Vooral bij hoge eisen, lage controle, lage sociale steun en weinig beloning voor veel moeite. Uit meta-analyse blijkt dat de reward-effort disbalans bijdraagt aan stress en hartziekte. Ook is gebleken dat mensen die een conflict op de werkvloer hebben gehad meer hartziektes (2.9%) hebben.

20
Q

Mogelijke mechanismen die werkstress en hartziekte aan elkaar linken:

A

֍ Gedragsfactoren → meer eten → overgewicht → hartziekte.
֍ Gebruik van alcohol en drugs.
֍ Geactiveerde stressrespons → verhoogd cortisol.

21
Q

Kanker

A

Werkgerelateerde stress veroorzaakt kanker niet direct, maar heeft wel een bijdrage aan stress gerelateerd gedrag, zoals roken en drinken dat geassocieerd is met kanker. De kanker wordt dus geïnduceerd door werkgerelateerde stress.

22
Q

Burn out

A

Burn-out heeft nog geen duidelijke definitie, maar de meeste gebruikte luidt: “Uitputting als resultaat van de excessieve eisen van werk, fysieke symptomen zoals hoofdpijn en slapeloosheid, heel snel boos worden en gesloten denken (= tunnelvisie).” Een andere definitie is: “Fysieke of mentale instorting door overwerken of stress.” Het hoeft dus niet werkgerelateerd te zijn. Je kunt ook een burn-out krijgen voor hoge verwachtingen waar je niet aan kunt voldoen.

23
Q

Prevalentie burn out

A

De cijfers van Trimbos laten zien dat 2,3% van de werkende populatie ernstige klachten heeft en 15% milde klachten. Met ernstig wordt bedoeld dat er verlies van werkdagen is doordat men niet meer in staat is om op te komen dagen, met mild wordt bedoeld dat er een lagere kwaliteit en kwantiteit van werk is. Het is geassocieerd met een afname in werk- en sociaal functioneren.

De sector met de meeste burn-out klachten is het onderwijs, vaak door personeelstekort.

Gekeken naar leeftijd hebben de groep van 25-35 en 55-65 jaar de hoogste prevalentie van burn-out. 25-35 jaar moeten zich bewijzen naar hun werkgever toe, omdat ze net zijn begonnen waardoor dit veel stress oplevert. 55-65 jaar ervaren stress doordat ze een kans hebben hun baan te verliezen, omdat jongere mensen het overnemen

24
Q

Symptomen van een burn-out kun je onderzoeken door jezelf de volgende vragen te stellen:

A

֍ Ben je cynisch of kritisch geworden op het werk?
֍ Moetjejezelfnaarhetwerkslepenenhebjemoeiteomechttebeginnen
met werken als je er eenmaal bent?
֍ Ben geïrriteerd of ongeduldig geworden tegenover je collega’s, klanten
en cliënten?
֍ Heb je te weinig energie om consistent productief te zijn?
֍ Krijg je te weinig voldoening uit je prestaties?
֍ Voel je je gedesillusioneerd van je werk?
֍ Gebruik je eten, drugs of alcohol om je beter te voelen of om simpelweg
niks te voelen?
֍ Zijn je slaapgewoonte of eetlust veranderd?
֍ Ben je gehinderd door onverklaarbare hoofdpijnen, rugpijnen of andere
fysieke klachten?

Wanneer je “ja” antwoordt op een van deze vragen heb je al een verhoogde kans op een burn-out. Echter is er wel meer nodig om een diagnose te stellen, want iedereen antwoordt vaak wel “ja” op een van deze vragen.

25
Q

Meest stressvolle beroepen

A

• Piloot: niet alleen mentale stress door de grote verantwoordelijk over alle passagiers en lange dagen van huis, maar fysieke stress door de omstandigheden waaronder je werkt.
• Arts: hoge mentale druk door grote verantwoordelijkheid, onregelmatige werktijden, sociale problemen door afwezigheid. De grootste stress factor voor artsen is het zien van lijden bij patiënten. Artsen hebben het hoogste zelfmoordratio van alle beroepen.

26
Q

Risicogroepen voor werkgerelateerde stress

A

• Jongeren.
• Alleenstaande ouders: veel rollen waarin gepresteerd moet worden.
• Oudere werknemers.
• Invalide mensen.
• Hoge blootstelling aan omgevingsstress.

27
Q

Voorkomen van werkgerelateerde stress

A

• Andere werkdruk en werkplaats.
• Ander werkschema.
• Betere en duidelijkere baan toekomst.
• Betere sociale omgeving.
• Duidelijk aangeven wat de baan/ rol van een werknemer is.

28
Q

Promotie van gezondheidsgedrag op werk

A

• Fysieke activatie.
• Empathie ervaren en geven.
• Luisteren naar muziek.
• Meer slapen.
• Niet multitasken.

29
Q

Karoshi

A

Het ervaren van stressgerelateerde klachten kan naast ziektebeelden, ook leiden tot ongelukken op het werk of zelfs zelfmoord. Ongelukken kunnen voorkomen doordat men te moe is voor het vele overwerken. Karoshi is een Japans gezegde wat inhoudt dat mensen overlijden aan hartaanvallen of beroertes door te lange werkdagen. Als resultaat van de toegenomen prevalentie van mentale stoornissen met als oorzaak overwerken, bevat de term “karoshi” tegenwoordig ook zelfmoord.

30
Q

Sociale stressoren

A

• Verlies van een geliefde.
• Scheiding.
• Familie aangelegenheden.
• Discriminatie.
• Sociale isolatie.

31
Q

Verlies van een geliefde

A

Verlies van een geliefde kan zorgen voor gezondheidsproblemen bij de partner die achterblijft. Vaak bij oude mensen overleiden beide partners in een korte tijd na elkaar, wat kan verklaard worden door onderliggende mechanismen. Onderzoek naar verlies van een geliefde heeft koppels gevolgd om te kijken wat er gebeurd wanneer de partner overlijdt. Ze hebben gekeken of binnen 30 dagen na het overleiden een van de volgende dingen gebeurde: myocardinfarct, acuut kransslagader syndroom, longembolie of beroerte.
De groep waarbij mensen iemand hadden verloren, lag de mortaliteit van de achtergebleven partner hoger door incidentie (binnen 30-90 dagen). Het ervaren van verlies van iemand en de rouw daarom heen is geassocieerd met verhoogd risico op hartincidenten.

Vaak wordt de dood van een geliefde gezien als het ergste wat iemand kan overkomen. Echter is dit afhankelijk van de levens stressoren die iemand daarvoor heeft meegemaakt. Hoe meer vervelende situatie je hebt meegemaakt, hoe kleiner het effect van het verlies van een geliefde gaat zijn. Stel dat je een kind hebt verloren, dan is het verlies van je partner niet het ergste wat je kan overkomen. Het effect wordt dan afgezwakt. De ervaring van de traumatische gebeurtenissen in het verleden is een belangrijke indicator van hoe jij gebeurtenissen gaan beoordelen die je nog gaat meemaken. Incidentie nadat je iemand hebt verloren wordt op psychisch vlak verhoogd. Hierdoor krijg je negatieve stemming en emoties.

Uit onderzoek is gebleken dat overlijden de vaakst voorkomende traumatische ervaring was en het vaakst als meest erg werd beoordeeld door de respondenten, ongeacht andere traumatische ervaringen. Toegenomen incidentie na een plotselinge dood van een geliefde werd gezien op elk punt van het leven voor: depressieve episodes, paniekstoornis, en posttraumatische stress stoornis. Toegenomen incidentie was geclusterd in latere volwassen leeftijdsgroepen voor manische episodes, fobieën, alcohol stoornissen en gegeneraliseerde angststoornis. Een verklaring hiervoor kan ook zijn dat mensen minder goed voor zichzelf gaan zorgen in de tijd na het overlijden, bijvoorbeeld dat ze minder medicatietrouw worden.

32
Q

Studie door Mereish deed onderzoek naar seksuele minderheid (biseksuele individuen) en het ervaren van stress. De volgende dingen werden gemeten:

A

• Distale minderheidsstressoren: discriminatie, bijvoorbeeld geen toegang hebben tot middelen.
• Proximale minderheidsstressoren: psychosociaal functioneren als gevolg van discriminatie.
• Eenzaamheid.
• Psychologische stress.
• Verhoogd risico op suïcidaliteit.

Distale en proximale stressoren zorgen
ervoor dat men zich eenzamer gaat
voelen, waardoor men zich gaat isoleren,
omdat ze het gevoel hebben geen sociale
steun te ervaren. Dit leidt tot
psychologische stress, zoals angst,
depressie en suïcidaliteit. Mensen die
zich eenzaam voelen hebben een
verhoogde kans op het plegen van zelfmoord. Psychologische stress is daarbij ook geassocieerd met suïcidaliteit. Het gevoel van eenzaamheid heeft een groot effect op mentale problemen.

33
Q

Groepen met verhoogde kans op sociale isolatie

A

• Oudere mensen.
• Minderheden.
• Mensen met een handicap.
• Jonge mensen: door sociale media.

34
Q

Sociale isolatie zorgt voor

A

• Oudere mensen.
• Minderheden.
• Mensen met een handicap.
• Jonge mensen: door sociale media.

35
Q

Isolatie, stress en ziekte

A

• Slaapproblemen → ongelukken, of ontwikkeling van ziekten zoals obesitas.
• Lagere immuniteit → ontstekingen.
• Meer stresshormonen → toegenomen kans op hartziekte (30%).

36
Q

Redenen voor eenzaamheid

A

• Oudere mensen: door het verlies van veel mensen die ze kennen. Hun kinderen en/ of vrienden gaan verhuizen, of ze komen te overlijden. Dit is vaak onvrijwillig.
• Jongere volwassenen: internet en social media zorgen voor minder live omgang is, hierdoor kan er misperceptie van sociale cues zijn wat ervoor zorgt dat
mensen geen contact meer zoeken met anderen. Dit is dus “vrijwillig”.

37
Q

Manieren om mensen meer te verbinden

A

• Op bezoek gaan bij ouderen.
• Communicatietrainingen aanbieden aan jongeren, omdat ze teveel achter een
schermpje zitten.
• Aanbieden van programma’s om interactie toe te laten nemen.

38
Q

Eenzaamheid in NL

A

Volgens de statistieken wonen vooral vaak oudere vrouwen alleen, omdat mannen een minder lange levensverwachting hebben. Eenzaamheid kan hierdoor ontstaan.

39
Q

Levensstressoren bij naasten

A

Een vaak vergeten groep zijn de partners van patiënten met een
chronische hartziekte. Tijdens de hartstilstand is de stress bij de
patiënt groot, maar dit neemt in de maanden erna af terwijl dan
de stress bij de partner toeneemt. De impact van het event komt bij de partner harder en later aan, doordat het psychische klachten naderhand even groot of zelf groter worden dan van de patiënt. Een life event hoeft dus niet op het moment zelf stressvol te zijn, maar kan pas later aankomen