HC.6 - Het gebruik van viro-immunotherapie voor behandeling van pancreas tumoren Flashcards
Wat is een oncogeen en een oncolytisch virus?
Oncogeen: veroorzaakt kanker
Oncolytisch: doodt kankercellen
Voor welke kanker worden oncologische virussen gebruik?
Pancreas andenocarcinoom
Wat is de incidentie en sterfte van pancreas carcinoom? Wat is de enige behandeloptie?
Incidentie: bijna 3000 per jaar
Sterfte: meeste < 70 dagen na diagnose (sowieso < 5 jaar bijna allemaal)
Operatie is de enige optie
Wat is een belangrijk kenmerk van kankercellen dat zij hebben verloren? Waarom?
Anti-virale immuniteit: om ongecontroleerd te profileren zonder dat het immuunsysteem het kan opruimen/vechten
Normale cellen hebben dit wel nog –> voorkomen dat virus vermeerderd
Wat is een virus? Hoe veel virussen zijn er?
Bolletje eiwitten met binnenin genetisch materiaal
Duizenden virus om ons heen klein % veroorzaakt ziekte (nog minder ernstige ziekte)
Wat zijn de 2 fases van een aanval van een virus op een kankercel?
Fase 1: oncolytisch effect –> tumorcel wordt geïnfecteerd waardoor hij openbarst
Fase 2: induceren anti-tumor immuunrespons
tumorantigenen komen vrij waardoor eigen immuunsysteem wordt geactiveerd –> tumorcellen worden aangevallen –> T-cellen signaleren dit en gaan ook de andere tumorcellen doden
Welke twee soorten oncolytische virussen zijn er?
- natuurlijke
- gemodificeerde
Welke twee eigenschappen moet een oncolytisch virus bevatten?
- specifieke targeting van kankercellen
- via celoppervlak, receptoren, promotoren
- verschil in genexpressie (gevoeligheid)
- bvb aangeboren afweer (inname immunity) - Anti-tumor effect
- directe oncolyse
- niet specifieke immuunstimulatie
- aantrekken cytotoxische T-cellen
Wat zijn belangrijke eigenschappen die het oncolytische virus moet bevatten voor de veiligheid van de patient?
- Veroorzaakt acute infectie –> lichaam kan zelf opruimen (vaak <1 week) –> geen chronisch virus gebruiken (dat hele leven blijft)
- Er moet GEEN vaccin of anti-virale therapie nodig zijn om het op te ruimen (lichaam moet het zelf kunnen)
- Het virus moet NIET inbouwen in het genoom van de gastheer
- Het virus moet NIET kunnen muteren naar gevaarlijke varianten
Welke drie virussen moeten absoluut niet gebruikt worden? Waarom niet?
- ebola
- HIV
- hepatitis
Zijn te ziek makend en incorporatie in genoom
Welke virussen worden gebruikt?
adenovirussen het meest
Natuurlijk voorkomend:
- paramyoxovirussen (NDV, mazelen)
- reovirus
- influenza virus
- VSV (vestibulair stomatitis virus)
- vaccinia virus
- myxoma virus
- parvovirus
Genetisch gemodificeerd
- herpesvirus
- adenovirus
- influenza virus
- paramyoxovirussen (NDV, mazelen)
- alpha virus
- coxsackie virus
- picornavirus
Wat zijn vier eisen voor het virus? Wat is geen eis?
Eisen - veiligheid
1. veilig voor patient = niet ziekteverwekkend
2. Veilig voor omgeving patient (mens en dier)
Eisen - effectiviteit
3. veroorzaakt oncolyse van tumorcellen
4. induceert of verhoogd anti-tumor immuunrespons van de host
Niet inbouwen in genoom is GEEN eis maar een eigenschap!!
Naar welke drie dingen doet men onderzoek voorr veiligheid en effectiviteit?
- attenuatie
- Versterking virulentie
- Arming
Wat is attenuatie?
= minder bijwerkingen –> veiligheid
- natuurlijk ge-attenueerde stammen: minder pathogeen –> vaccin stammen
- Virussen met andere host range = veroorzaken geen ziekte in de mens bvb animale virussen
CAVE: moet veilig zijn voor mens EN dier (omgeving patient)
Wat is versterking van de virulentie?
= hogere effectiviteit
- meer tumoragressie
- virus ongevoelig maken voor de humane immuun respons