HC.4 - Gemetastaseerd melanoom; immunotherapie en BRAF/MEK remmers Flashcards

1
Q

Hoe en waar bevinden zich de melanocyten? Wat is hun functie?

A

Cel zelf zit in basale laag met tentakels omhoog in epidermis

Geven pigment af bij prikkeling keratinocyten in de basale laag door bvb zonlicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kan het effect van een melanoom op het pigment zijn?

A

Kan verschuiving krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het eerste onderzoek dat we doen bij de verdenking op een melanoom?

A

Kijken met de dermatoscoop
Vergroot 10x en krijgt gepolariseerd licht
Kijken door stratum corneum heen waardoor meer details en structuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe stellen we de diagnose melanoom?

A

Diagnostische excisie met beoordeling door de patholoog
Afhankelijk van TNM-stadium kan een re-excisie plaatsvinden met een bepaalde marge (vaak 2 mm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een belangrijk kenmerk dat de patholoog vast stelt bij het histologisch onderzoek? Waar heeft dit effect op?

A

De Brewlow dikte = de diepte van ingroei
= OF vanaf boven de diepte in (mm)
OF vanaf vetweefsel (onder) naar laagste tumorpunt

Is heel belangrijk voor TNM-stadium (en dus excisie marge) en voor de prognose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe zal het melanoom meestal metastaseren?

A

Meestal lymfogeen (maar kan wel hematogeen ook)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kunnen we zien rond de primaire melanoom?

A

Satelliet metastasen: zitten als een satelliet rond de primaire melanoom
Zichtbaar als ook vlekjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kan er optreden tijdens het lymfogeen metastasen?

A

In transit metastase: tussen de primaire tumor en het eerste LK station

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doen we om de N-stadium te bepalen?

A

Beginnen met de SNP voor
- prognose: bij positie sentinal node heb je stadium III ziekte door locoregionale meta’s
- SN+ is een indicatie voor adjuvante therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer wordt een SNP gedaan? Wat is hierin dus een hele belangrijke factor?

A

Vanaf stadium Ib of hoger (voor optimale stadieirng en informeren over prognose)

Obv van de Breslow dikte dus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer doen we geen SNP?

A

Bij stadium Ia –> kans is hier heel klein dat meta’s in LK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het gevolg van een positieve SN?

A

Voor en nadelen bespreken voor een aanvullende LK-dissectie –> geeft GEEN overlevingswinst namelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de rol van de SNP bij melanoom?

A

Het is een stadierende test en GEEN therapeutische test

Maar heeft sinds 2018 wel rol bij bepalen voor een indicatie voor adjuvante therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat was rond 2010 de mediane overleving bij gemetastaseerd melanoom? Welke middelen werden er hiervoor gebruikt?

A

ongeveer 10 maanden
- Dacarbazine: ouderwetse chemo (werkt niet zo goed)
- High dose IL-2 (sinds eind jaren 70)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de nieuwste middelen voor gemetastaseerd melanoom? Wat heeft dit met de mediane overleving gedaan?

A
  • immunotherapie
  • targeted therapy
    Overleving naar 21 mnd (2018)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke targeted therapy wordt gegeven bij gemetastaseerd melanoom?

A

ong 50% melanomen heeft een BRAF-mutatie (V600E/K)
waardoor activatie van BRAF –> continu MAPK singaling –> stimulatie van cel proliferatie

BRAF-remmers: zetten dit signaal weer uit
Dabrafenib
vemurafenib

17
Q

Waarbij kan een BRAF remmer gegeven worden?

A

Moet mutatie in BRAF hebben alleen bij V600 mutatie –> vooraf dus bepalen!!!

18
Q

Wat is het klinisch effect van BRAF-remmers?

A

Verlengen van leven/overleving
Dus voorkomt overlijden niet

19
Q

Welke resistentie mutatie treedt er wel op bij BRAF?

A

Activatie mutaties in MEK

20
Q

Hoe wordt vaak behandeld bij BRAF mutatie?

A

BRAF-remmer EN MEK-remmer meteen geven
Voorkomen dat loop omheen gevormd wordt en dat het effect langer blijft (maar zorgt niet voor een mega grote verlenging)

21
Q

Voor welk moment wordt anti-CTLA4 gegeven? Welk middel is dit?

A

Priming phase: op moment dat APC aan T-cel antigeen presenteert en deze activeert
Hierdoor krijgt T-cel CTLA4 op membraan dat weer kan binden aan CD80/86 op de APC om de T-cel te remmen –> hierbij blokkade waardoor T-cel geactiveerd blijft

Ipilimumab (ipi)

22
Q

Voor welk moment wordt anti-PD(L)-1 gegeven? welke middelen zijn dit?

A

Effector phase: PD-1 zit op CD8+ cel en PDL-1 op APC remt de T-cel weer (op moment dat CD8+ tumorcel gaat aanvallen)
Dit wordt geblokkeerd

Pembrolizumab
Nivolumab (nivo)

23
Q

Wat voor middelen zijn ICI?

A

MAB = monoklonale antibodies

24
Q

Wat is het effect van ipi vs chemo?
En van nivo vs chemo?

A

Betere overleving
NOG betere overleving –> bij 15 mnd plateaufase –> lijkt naar ziektevrije overleving te gaan (misschien curatie)

Combinatie werkt nog beter (nivo en ipi)

Chemo: werkt wel iets, uiteindelijk krijgt iedereen progressie waardoor overlijden
Immunotherapie: vlakt af op 36%

25
Q

Wat zijn bijwerkingen van ICI?

A

Auto-immuunreacties door het hele lichaam
- meeste zijn voorbijgaand
- kan last krijgen van persisterende DM (bij pancreatitis)

26
Q

Waarmee behandelen we bijweringen van immunotherapie? Waarmee absoluut niet?

A

Met immuunsuppresiva:
- prednison (dexamethason): werkt heel breed waardoor niet heel veel problemen
- niet werkt: verdubbelen dosis –> Geeft wel NOG MEER bijwerkingen

Cyclosporine werkt heel gericht tegen T-cellen dus NIET geven

27
Q

Wat is naast bijwerkingen een groot nadeel van immuunotherapie?

A

Heel erg duur
Veel onderzoeken naar of het korter kan omdat het nog langer doorwerkt ook na het stoppen

28
Q

Wat geven we bij een patient waarbij zowel immunotherapie zou kunnen werken en waarbij een BRAF V600 mutatie gevonden wordt?

A

NIET samen geven vanwege bijwerkingen
- vaak eerst BRAF-i geven bij snelgroeiend, bedreigend of heel veel klachten omdat dit werkt binnen 2-3 weken terwijl immunotherapie vaak 2-3 mnd wachten tot effect

29
Q

Wat is het effect van MEK-remmiing?

A

Langere ziektecontrole en overleving

30
Q

Hoe verloopt het geven van immunotherapie?

A
  1. Anti-PD(L)-1 meeste effect dus hiermee starten
  2. Als onvoldoende effect: anti-CTLA4 erbij geven –> werkt heel goed
31
Q

Waar zitten melanocyten? Wat voor cel zijn zij NIET?

A

Zitten in de basale laag maar zijn GEEN basaalcellen

32
Q

Hoe verloopt de behandeling van een melanoom in totaal?

A
  • Excisie van locoregionaal weefsel
  • als geïndiceerd: 1 jaar immunotherapie of BRAF-i en MEK-i
33
Q

Wat is het doel van de behandeling van melanoom met targeted therapy en immunotherapie?

A

Voorkomen van recidief en dan vooral AM

34
Q

Als er vier patienten met een melanoom behandeld worden. Wat zijn de uitkomsten hiervan?

A

Bij 50% van de behandelde patienten wordt voorkomen dat het melanoom terugkomt

2 genezen door excisie
1 geneest voor adjuvante therapie
1 krijgt een recidief