HC.5 - Radiotherapie Flashcards

1
Q

Wat zijn de vier indicaties voor RT bij BrC?

A
  1. Meest: post-operatief na lumpectomie en schildwachterprocedure bij MST meestal status na NAC (= neo-adjuvante chemo)
  2. post-operatief na ablatio en SWP meestal status na NAC
  3. Bij lymfogene metastasering in oksel of supraclaviculaire regio meestal status na NAC
  4. palliatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt RT post-operatief na lumpectomie en schildwachterprocedure bij MST in?

A
  • RT en chirurgie en tegenwoordig ook systemische therapie horen echt bij elkaar
  • Na endocriene therapie
  • Na neo-adjuvante therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt RT Postoperatief na ablatio en SWP in?

A

De thoraxwand word bestraald bij irradicaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer wordt bij GRM nog RT gedaan?

A
  • Grote kans op lokaal of loco-regionaal recidief met als doelgebied de thoraxwand (hele chirurgische gebied)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de vier indicaties van RT na GRM?

A
  1. irradicale resectie
  2. T4 tumoren
  3. ≥ 4 LK meta’s in oksel of positieve okseltopklier
  4. Deelgebied axilla afhankelijk van betrokkenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is RT na MST zo belangrijk?

A
  • BrC kan multicentrisch voorkomen
  • bij T1 en T2 tumoren werd in het mastectomie preparaat bij ong 60% van de patienten een infiltrerend carcinoom of CIS elders in mamma gevonden
  • bij 50% foci van carcinomen op meer dan 2 cm afstand van primaire haard
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarop heeft RT na MST invloed?

A
  • effect op lokale controle
  • overleving: minder recidieven (!!), specifieke overleving beter, OS beter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarop willen we ons vooral richten bij MST?

A

Melk producerende klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zorgen we voor optimale positionering?

A
  • CT-scan om doelvolumes te bepalen
  • Met tatoeage puntjes worden de bestralingspuntjes weergegeven
  • Bij operatie kan chirurg operatie clips achterlaten om de locatie van de tumor te markeren (welke zichtbaar zijn op CT)
  • Met looddraadje rondom borst locatie zekeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor soort bestralingsveld wordt er gevormd?

A

Driehoekig gebied = tangentiële velden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de dosisplanning voor de bestraling gedaan? Wat voor fracties?

A
  • Met fotonen 6 of 10 MV
  • totale dosis 15 x 2,67 Gy of 5 x 5,2 Gy (= hypofractionering)
  • IMRT vaak gebruikt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarmee moet rekening gehouden worden bij het bestralingsplan? Hoe doen we dit?

A

Met kritieke organen = contralaterale mamma, longen, hart, plexus brachialis (oesophagus en schildklier)

  • Hypofractionering (ook logistiek en voor comfort fijn)
  • IMRT
  • 95% van fractiedosis moet hele CTV bestrijken zodat weinig kans op toxiciteit van kritieke organen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat voor bestraling g wordt wel eens extra gegeven? Waarvoor is dit?
Wat voor fractioneringsschema passen we toe? Waarvan is de boosterbestraling afhankelijk?

A

Boosterbestraling: tijdens of na de grote velden
- vaak bij irradicale chirurgie
- Tpv lumpholtes dus waar geopereerd = GTV
- hypofractionering van 5 x 2,67 Gy
- afhankelijk van risicofactoren zoals de leeftijd (< 40 sowieso doen)
Maar ook als mindere prognose dan ook bij radicale chirurgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke drie volumes zijn er bij RT?

A
  1. GTV = gross tumor volume: lumpholte (boost) dus waar geopereerd
  2. CTV = clinical target volume = melkklierweefsel borst
  3. PTV = planned target volume = CTV + 0,5 cm (positionering onnauwkeurigheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een nieuwe manier van RT (qua doelvolume)?

A

Partiële borstbestraling ipv de gehele borst
Omdat de recidief kans bij een bepaalde groep al heel klein is, hierdoor kan de bestraling beperkter worden gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de recidief kans in de mamma bij MST + RT? Waar is dit afhankelijk van?

A

Afhankelijk van (oa):
- leeftijd
- tumorgrootte
- graad
- wel/niet vrij van chirurgie resectievlakken

Tegenwoordig 5jr kans: < 2-3% (soms lager dan risico contralaterale borstkanker)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de indicaties voor partiële borstbestraling?
Wat is het schema? Via welk apparaat gaat dit?

A
  • > 50 jaar
  • diameter ≤ 30 mm
  • pN0 + overige histologisch gunstige kenmerken

5 x 5,2 Gy –> kan in 1 week
Met de ciberknife

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de behandeling van LK meta’s in de oksel?

A

Vaak
- neo-adjuvante chemo
- SWP
- post-operatieve RT

19
Q

Welke klierstations worden bestraald bij postoperatieve RT?

A
  • axillair
  • supraclaviculair
  • infra-claviculair
20
Q

Wat zijn de indicaties voor locoregionale RT?

A
  • Na OKD: bij ≥ 4 LK meta’s in oksel of positieve okseltopklier
  • Na irradicaal OKD
    Tegenwoordig ook:
  • Okselsparende behandeling = geen OKD
    maar RT in oksel bij
    a) 1-2 micrometastasen
    b) of 1 macrometastase in SN
    c) als na NAC bijna niks meer over is in oksel aan ziekte
21
Q

Wat zijn de indicaties voor postoperatieve RT thorax na ablatio?

A

Alleen bij grote kans op lokaal of loco-regionaal recidief
- Na irradicale chirurgie
- Bij T4 tumoren: bij ingroei in huid of thoraxwand, geen garantie dat radicaal na alleen chirurgie
- Bij 4 of meer LK meta’s in de oksel of positieve okseltopklier dan op thoraxwand + oksel bestralen

22
Q

Kan er ook met prothese bestraald worden?

A

Ja

23
Q

Wat is de dosisplanning bij loco-regionale RT?

A
  • planning CT + tatoeage
  • Doelvolume: klierweefsel
  • IMRT
  • Fotonen (6 of 10 MV)
  • hypofractionering 15 x 2,67 Gy
  • Let op kritieke organen: hierbij ook plexus brachialis, oesophagus en schildklier omdat hoger
  • kunnen ook parasternale LK bestralen
24
Q

Wanneer ontstaan acute bijwerkingen en wanneer is het herstel?

A

Ontstaan tijdens behandeltraject
Herstel vaak binnen 2-3 weken

25
Q

Wat zijn de acute bijwerkingen van RT?

A

Huid:
- erytheem, hyperpigmentatie
- Droge desquamatie: schilfering (oppervlakkige huid komt los te liggen)
- natte desquamatie: als huid zelf echt hoge dosis krijgt
- pijn

Subcutane weefsels
- oedeem

Neemt allemaal af vaak binnen 10 dagen na laatste bestraling

26
Q

Welke ondersteunde therapie kunnen we gebruiken bij acute bijwerkingen van RT?

A
  • pijnstilling
  • verband
  • zalven
27
Q

Wanneer ontstaan late bijwerkingen van RT? Wanneer gaan ze weer weg?

A

Vanaf 6 mnd na RT
Helaas vaak irreversibel

28
Q

Wat zijn late bijwerkingen van RT?

A

Huid:
- atrofie
- hyperpigmentatie
- teleangiectasien (kapotte vaatjes)

Subcutaan:
- fibrosering (vast voelen, kan ook kleinere borst krijgen)

Lymfoedeem aan arm na OKT en RT op LK (minder bij combi en niet na alleen RT)

functieverlies melkproductie

ribfracturen

29
Q

Welke late bijwerkingen wordt echt alles op gericht om te voorkomen?

A
  • secundaire tumoren
  • hypothyreoïdie
  • long: fibrose en radiatpneumonitis
  • cardiotoxiciteit
30
Q

hoe behandelen we de late bijwerkingen van RT?

A

individueel bepaald
Vaak kunnen we niet veel aan doen

31
Q

Wat is belangrijk om op te letten bij linkszijdige bestraling?

A

Let op het hart
Per 1 Gy mean dose in hart is 7,4% grotere kans op major coronary event (tov al bestaande kans obv risicofactoren)

32
Q

Hoe kunnen we de dosis van de RT in het hart beperken?

A

dmv deep inspiration breath-hold techniek

33
Q

Hoe werkt de deep inspiration breath-hold techniek?

A
  • Patient moet heel diep inademen (40 sec vasthouden)
  • gevulde longen duwen hart naar achter
  • Afstand tussen doelvolume en hart wordt groter (bundels lopen voor het hart langs ipv erdoorheen) waardoor hart minder hoge dosis ontvangt
34
Q

Bij wie doen we de deep inspiratie breath hold techniek?

A

Als het kan ALTIJD doen
< 70 jaar goed aan te leren

35
Q

Als met de breath hold techniek de dosis in het hart niet voldoende beperkt kan worden, wat kunnen we dan doen?

A

Protonen bestralen
Als dermpelwaarden niet halen, wordt het vergoed

36
Q

Wat is het idee van protonen bestraling?

A

Zorgen dat met voldoende afstand de piekdosis precies op de tumor komt
Met name weefsel achter de piekdosis weinig straling dus veel sparing gezonde weefsels

Wel wat hogere dosis op oppervlakte

37
Q

Wat moeten we bepalen om iemand door te kunnen verwijzen naar een protonbestraling?

A

schatting cardiovasculair risico obv bestaande risicofactoren en standaard fotonen bestraling

38
Q

Door wie wordt de follow up gedaan? Wat is het schema?

A

Door chirurg en door radiotherapeut

jaar 1: 1x per 3 mnd
Jaar 2: 1x per 6 mnd
Jaar 3-5: 1x per jaar
- elk jaar MG (in 1e 5 jaar)
- andere diagnostiek alleen op indicatie
- Na > 5 jaar: 2-jaarlijks MG

39
Q

Wat is de rol van RT bij gemetastaseerd BrC?

A

Een lokale therapie voor een lokale klacht

40
Q

Wat zijn indicaties voor RT bij gemetastaseerd BrC?

A
  • pijn tgv (bot) meta’s
  • (dreigende) dwarslaesie bij wervelmeta’s
  • Hersen meta’s
  • lokaal recidief thorax wand
41
Q

Waar zitten de meeste meta’s bij BrC?

A
  1. bot: 71%
  2. Long (23%) en pleura (8%)
  3. niet regionale LK (29%)
  4. Lever (24%)
  5. peritoneum (6%)
  6. Hersenen (3%)
  7. Huid (3%)
  8. Bijnier (2%)
42
Q

Wat is het RT schema bij palliatieve RT?

A

Zo kort mogelijk schema met een zo groot mogelijk effect
Hypofractionering

43
Q
A