HC4. Liefde, uitmuntendheid, esthetiek, creativiteit en genialiteit Flashcards

1
Q

Biologische factoren bij liefde

A
  • evolutionair perspectief
  • biochemie van liefde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Evolutionair perspectief van liefde

A
  • een fundamentele behoefte om erbij te horen: wij zijn sociale dieren –> fundamentele behoefte voor connecties en die zijn nodig om te slagen in het leven
  • sociale connecties vergroten overlevingskans van onsezelf zoor reproductie (genen), delen van middelen en bescherming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Biochemie van liefde

A

Oxytocine is gerelateerd aan sociale binding, vertrouwen, gevoelens van nabijheid, vermindering van angst en stress en motivatie om sociaal contact te zoeken
- ook bij borstvoeding, bevalling en seks
- emotionele reacties zijn complex:
* meer algemene effecten
* niet het enige betrokken hormoon, er zijn er meer
* onwaarschijnlijk dat het alleen complexe, hogere orde mentale processen met betrekking tot sociale cognitie beïnvloedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nabijheid

A

Veel tijd in elkaar’s nabijheid doorbrengen; mere exposure effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fysieke aantrekkelijkheid

A

Belangrijk voor intiële aantrekkingskracht, maar bewijs met betrekking tot relatietevredenheid is gemixt
- enig bewijs voor mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wederkerigheid van liking

A

Mensen vinden mensen leuk die hen ook leuk vinden
- gevoel van vertrouwen <-> diepere communicatie, self-disclosure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Do opposites attrack?

A

Bewijs duidt op belang van homogamie
- we willen vrienden worden/daten met mensen die gelijk zijn aan ons
- gelijkhied in attitudes en waarden gerelateerd aan relatietevredenheid
- later wordt gelijkheid in persoonlijkheid belangrijker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Predictoren van relatietevredenheid en stabiliteit van relaties

A
  • persoonlijkheid
  • communicatie
  • attributies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Persoolijkheid in relatietevredenheid

A

Voorkeur voor partners die vriendelijk, intelligent, betrouwbaar, emotioneel stabiel, extraver en humoristisch zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke karaktertrekken voorspellen relatietevredenheid?

A
  • emotionele stabiliteit werd het vaakst gevonden
  • nauwkeurigheid, vaak bij langgetrouwden
  • vriendelijkheid en extraversie
    –> deze karaktertrekken correleren met positieve interacties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Communicatie in relatietevredenheid

A

Communicatiestijl is primaire determinant van huwelijkstevredenheid
- inhoudelijke gesprekken tussen partners maakt gelukkiger
- communicatie voorspelt 90% zekerheid in huwelijken
- steun, humor, affectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vragen om aandacht

A

Kleine interacties waarin de ene partner de andere uitnodigt om te rageren met aandacht, steun of affectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kapitalisatie

A

Delen van positieve gebeurtenissen met anderen en de ander reageert actief-constructief
- Bewijs: positieve relatie met relatietevredenheid over tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Reactiestijlen

A

Passief-destructief: negeren en over iets anders beginnen
Passief-constructief: erkennen en over iets anders beginnen
Actief-constructief: erkennen en doorgaan
Actief destructief: negatief maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cultuur van waardering in relatie

A

Cartensen: wat tevredenheid voorspelt verschilt mogelijk voor nieuwere vs. langdurige koppels
- Nieuwe: effect van passie is sterk, illusies verhullen verschillen
- Langdurig: hebben manier gevonden om tekortkomingen te erkennen, accepteren en mee om te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

The four Horsemen

A
  • criticism
  • contempt
  • defensiveness
  • stonewalling
  • gentle start up
  • build culture of appreciation
  • take responsibility
  • physiological self-soothing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Attributies

A

Beoordelingen die we maken over de oorzaken van het gedrag van onze partner
- fundamentele attributiefout
- positieve romantische illusies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Fundamentele aattributiefout

A

De neiging om de impact van de situatie te onderschatten en de impact van stabiele krachten te overschatten

19
Q

Positieve romantische illusies

A

Gelukkige koppels idealiseren hun partners eigenschappen
- gemitiveerde onnauwkeurogheid
- de redenen achter gemotiveerde onnauwkeurigheid varieren afhankelijk van verschillende fases van de relatie, mensen en type relatie

20
Q

Gemotiveerde onnauwkeurigheid

A

Gelukkige koppels zijn bereid om bewust informatie te verdraaien als die informaite slecht zou zijn voor de relatie

21
Q

Levenscyclus van gezin

A

Marriage -> parenting -> children -> teenagers -> family

22
Q

Huwelijke en welbevinden

A
  • huwelijk is gerelateerd aan SWB en betere gezondheid
  • sterkere effecten voor mannen dan vrouwen (getr. man > getr. vrouw > single vrouw > single man)
23
Q

Is er een boos voor SWB na huwelijk?
-??? boos ???

A
  • positieve initiële respons SWB
  • maar niet voor relatietevredenheid
  • honemoon effect: aanpassing start snel
    Maar:
  • kwaliteit van relatie lijkt belangrijker dan status
  • tevredenheid met huidige situatie is belangrijk
  • positie van vrijgezellen wordt steeds beter
24
Q

Huwelijkstevredenheid en SWB

A

Kwaliteit van huwelijk voorspel SWB, gezondheid, en langer leven
- positieve interacties
- emotionele expressiviteit
- goede verdeling van rollen
- self-disclosure: intimiteit, vertrouwen en openheid

25
Q

Invloed van kind op relatietevredenheid

A

Relatietevredenheid mindert
- stress van ouderschap
- reorganisatie van gezinssysteem
- rolconflicten
- herverdeling van taken rond werk en huishouden
- restricties in vrijheid
- minder tijd voor vrijetijdsbesteding

26
Q

Voor wie is het krijgen van kinderen meer negatief

A
  • hoge SES
  • jongere leeftijd
  • kortere relaties
  • niet samenwonend
  • vrouwen
  • mannen dalen gradueel
27
Q

Kan vermindering in relatietevredenheid na kinderen voorkomen worden

A
  • een/derde daalt niet
  • zij bleven op elkaar leven afgestemd
  • moeders waren meer tevreden met partners waarbij genegenheid tonen en aandacht voor de relatie gelijk bleef
28
Q

Lege nest syndroom

A

Longitudinale studie (18 jaar) vond stijging in huwelijkstevredenheid voor vrouwen nadat alle kinderen uit huis waren

29
Q

The silver lining

A

Relatietevredenheid neemt mogelijk af, maar toename in:
- tevredenheid met ouderlijke rol
- tevredenheid met gezinsleven
- gevoel van betekenis in leven

30
Q

Uitmuntendheid

A

Het verkijgen van een uitzonderlijke vaardigheid in een specifiek expertise gebied
- aangeboren of aangeleerd

31
Q

Uitmuntendheid is aan te leren

A

Amateurs die intensief oefenen kunnen de vaardigheid van experts anbootsen

32
Q

10-jaar refel van uitmuntendheid

A

Veel kenmerken die vroeger verondersteld werden aangeboren talenten te zijn zijn het resultaat van intensieve oefening voor een minimun van 10 jaar
- piek op middelbare leeftijd, maar niet noodzakelijk

33
Q

Naast oefenen bij uitmuntendheid

A

Grote kennisbasis is van belang:
- goed geheugen
- goed georganiseerd cognitief schema
Motivatie: inzet en doorzettingsvermogen

34
Q

Passie

A

Passie is betrokken bij bereiken van uitmuntendheid
-> een sterke neiging naar activiteit die iemand leuk vindt en die een centrale feature is van iemand’s identiteit

35
Q

Dualistisch model van passie

A

Harmonieuze passie en obsessieve passie
Bewijs:
- twee type passie zijn geassocieer met verschillende: predictoren, uitkomsten en psychologische prcessen

36
Q

Harmonieuze passie

A

Autonoom, vrij gekozen, fit met identiteit, flow, zonder inspanning

37
Q

Obsessieve inspanning

A

Gevoel gecontrolleerd te worden, rigide vastberadenheid, conflicten met identiteit

38
Q

Link passie met welbevinden

A

Harmonieuze, niet obsessieve passie is gerelateerd aan prestatie, flow en welbevinden

39
Q

passie en prestatie

A

Mechanisme: harmonieuze passie -> doelen voor mastery -> doelgerichte oefening

40
Q

Passie en flow

A

Mensen met obsessieve passie piekerden meer over hun passie als ze met een andere activiteit bezig waren

41
Q

Passie en welbevinden

A

Mensen met obsessieve passie hebben zowel positieve als negatieve uitkomsten
- culturele verschillen: harmonieuze passie sterker gerelateerd aan levenstevredenheid in collectivistische dan in individualisische culturen

42
Q

Grit

A

Nieuw construct, combinatie van volhardigheid en passie
- De Duckworthian grit

43
Q

De duckworthian grit

A
  • grit is het kernelement voor succes
  • bewijs: grit was een betere voorspeller van academische prestatie dan IQ en SAT score
44
Q

Kritiek op grit

A
  • effecten zijn niet groter dan gestandaardiseerde tests
  • bruikbaarheid en unikeheid van construct (te veel overlapping)
  • unieke bijdragen aan levenstevredenheid is onduidelijk
  • grit overdrijft de rol van individuele prestatie