HC.4 Astma bij kinderen Flashcards

1
Q

Wat is heteroanamnese?

A

Het verzamelen van gegevens via anderen dan de patiënt; het kan hierbij gaan om familieleden, maar ook om andere hulpverleners, zoals de huisarts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is erg kenmerkend voor de astmaklachten bij kinderen?

A

Er zijn klachtenvrije intervallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke factoren worden de fenotypen bij kinderen onderscheiden? (4)

A
  • symptoombeloop (transept, persistent, etc.)
  • triggers (viraal vs. multitrigger)
  • type luchtwegontsteking (neutrofiel, eosinofiel, gemengd, paucicellulair)
  • andere kenmerken (type aanvallen, reactie op behandeling, bij adipositas e.a.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk virus wordt het meest gevonden in de neus van het kind bij viraal piepen?

A

rhinovirus (88%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is er zo lastig aan het behandelen van kinderen met astma?

A

Het fenotype is niet stabiel in de tijd en kan elk half jaar veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kan je het soort ontsteking meten?

A

Met sputum of bronchoalveolaire lavage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de 5 triggers?

A
  1. virale infecties
  2. allergenen
  3. inspanning
  4. niet-specifieke prikkels (koude, rook, verflucht)
  5. emotie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is FeNO?

A

biomarker van eosinofiele luchtwegontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Na hoeveel jaar is de diagnose astma vaak pas duidelijk?

A

4-6 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar kijk je naar bij het lichamelijk onderzoek?

A
  • indruk, lengte, gewicht, groeicurve (dystrofie)
  • ademfrequentie, dyspnoe, stridor, ‘intrekken’
  • thoraxauscultatie, thoraxvorm
  • keel-neus-oorgebied
  • extremiteiten (eczeem)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de aanwijzingen van een infectieuze differentiaaldiagnose? (4)

A
  • KNO-gebied onrustig
  • chronische productieve hoest
  • dystrofie, slecht groeien
  • bijgeluiden bij longausculatie; ronchi, crepiteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de aanwijzingen voor aangeboren anatomische afwijkingen differentiaaldiagnose?

A
  • klachten vanaf geboorte
  • ausculatie - asymmetrisch ademgeruis, souffle, dysmorfie
  • afwijkende prenatale echo
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de aanwijzingen voor een functionele differentiaaldiagnose? Kind is essentieel gezond maar heeft toch astmaklachten. (4)

A
  • normale longfunctie ondanks benauwdheid
  • voorheen klachtenvrije puber
  • klachten tijdens en na eten/drinken
  • plotseling ontstaan benauwdheid en hoest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is vaak de oorzaak voor het plotseling ontstaan van benauwdheid/hoest?

A

corpus alienum in de luchtweg of oesophagus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom kan prematuriteit een oorzaak zijn van astmaklachten?

A
  • onrijpheid longen

- longschade door zuurstof en beademing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is a priori de kans dat een kind van 10 zijn/haar klachten verliest?
En tijdelijke verbetering waarna recidief?
En persisterende klachten?

A

remissie 30%
verbetering waarna recidief 30%
persisterend 30%