HC11 - H-H-endocriene klier-as Flashcards

1
Q

Op welke processen werken hormonen over het algemeen?

A

Op ‘lange’ termijn processen die bijdragen aan de homeostase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 5 manieren van cel-cel communicatie?

A
  1. Endocriene signalering
  2. Paracriene signalering
  3. Autocriene signalering
  4. Synaptische signalering
  5. Neuro-endocriene signalering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen de acute stress response en de chronische stress response?

A

Links is acuut, rechts is chronisch.
Acuut: voornamelijk neuraal, het merg van de bijnier produceert adrenaline.
Chronisch: voornamelijk endocrien, de schors van de bijnier produceert cortisol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de effecten die adrenaline creëert bij een acute stress response?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de effecten die cortisol creëert bij een chronische stress response?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werkt endocriene communicatie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kun je hormonen chemisch classificeren?

A

Non-steroïde hormonen
- Peptide hormonen
- Amino hormonen

Steroïde hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn peptide hormonen?

A

Ze bestaan uit korte eiwitketens (aantal aminozuren).
Voorbeelden zijn; insuline, glucagon, PTH, GH, oxytocine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werkt de peptide hormoon synthese?

A

De hormonen worden klaargelegd in blaasjes aan de celwand, en bij een release signal worden ze vrijgegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn amino hormonen?

A

Hormonen opgebouwd uit een aminozuur, vooral tyrosine. Ze zijn kleiner dan peptide hormonen.
Voorbeelden zijn; catecholamines, schildklierhormoon (T3, T4)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke stof is de uitgangsstof voor alle steroïdhormonen?

A

Cholesterol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke hormonen zijn wateroplosbaar en welke zijn vetoplosbaar?

A

Peptidehormonen: wateroplosbaar
Steroïde hormonen: vetoplosbaar

Van de aminohormonen is adrenaline goed wateroplosbaar en schildklierhormoon slecht wateroplosbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe worden wateroplosbare hormonen uitgescheiden en waar zit de receptor?

A

Ze zitten in blaasjes en de receptor zit in het plasma membraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe worden vetoplosbare hormonen uitgescheiden en waar zit de receptor?

A

Deze hormonen kunnen niet worden opgeslagen in een blaasje (want ze zijn vetoplosbaar) en worden dus gelijk afgegeven. Ze hebben een transport eiwit nodig om bij de receptor in de nucleus of het cytoplasma te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waaruit bestaat de totale hoeveelheid hormoon in het bloed?

A

Uit een deel gebonden hormoon (99%) en een vrije fractie in het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doet de vrije fractie van hormonen in het bloed?

A

Dat is het deel dat biologisch actief is, en het deel dat zorgt voor negatieve feedback.
De halfwaardetijd voor eliminatie van de vrije fractie is logischerwijs ook korter dan gebonden hormonen.

17
Q

Hoe worden peptidehormonen gemetaboliseerd?

A

Door proteasen in het doelweefsel

18
Q

Hoe worden steroïd hormonen gemetaboliseerd?

A

Die moeten eerst wateroplosbaar worden gemaakt d.m.v. conjugatie in de lever en nieren, om daar na via de gal en vooral de urine te worden uitgescheiden.

19
Q

Samenvatting hormonen

A
20
Q

Wat is de hypothalamus?

A

Het is het kruispunt van het zenuwstelsel en het hormoonstelsel. Het dient als regelpunt voor de homeostase

21
Q

Wat kan de hypothalamus doen nadat het een signaal krijgt?

A
  • Het autonome zenuwstelsel activeren
  • Het endocriene systeem activeren
22
Q

Waaruit bestaat de hypofyse?

A
  • Voorkwab (‘anterior lobe’)
  • Middenkwab (pars intermedia)
  • Achterkwab (‘posterior lobe’)
23
Q

Hoe verschillen de voor-, midden- en achterkwab bij diersoorten?

A

De termen voor-, midden- en achterkwab kun je niet goed toepassen bij zoogdieren omdat het ook allemaal een beetje om elkaar heen kan liggen

24
Q

Hoe kun je de hypofyse van verschillende diersoorten beter opdelen?

A

Op basis van type weefsel:
- Adenohypofyse
- Neurohypofyse

25
Q

Hoe ontstaat de hypofyse embryonaal gezien?

A

Het bestaat hierdoor uit twee verschillende typen weefsels, waardoor het twee verschillende functies krijgt.

26
Q

Hoe wordt de voorkwab van de hypofyse aangestuurd?

A

Vanuit de hypothalamus komt er een signaal via een neuron, die een releasing hormoon gaat produceren. Dit wordt afgegeven in een speciaal poortadersysteem, die het naar het kliereptiheel brengt. Die cellen gaan reageren op dat releasing hormoon door ook een hormoon te produceren.

27
Q

Hoe wordt de middenkwab aangestuurd?

A

De neuronen vanuit de hypothalamus strekken zich uit tot het klierweefsel. Hier gaan ze d.m.v. een neurohormoon het klierweefsel aanzetten om hormonen vrij te laten. Het poortadersysteem is hier dus niet bij betrokken.

28
Q

Hoe wordt de achterkwab aangestuurd?

A

De neurohypofyse slaat alleen maar de hormonen op die in de hypothalamus worden geproduceerd, waarna het direct in de systemische circulatie terecht komt

29
Q

Overzicht hypofyse aansturing

A
30
Q

Wat is de H-H-endocriene klier as?

A

De hypothalamus-hypofyse-endocriene klier as

31
Q

Hoe ziet de H-H-schildklier as er uit?

A
32
Q

Hoe ziet de H-H-groeihormoon as er uit?

A
33
Q

Hoe ziet de H-H-cortisol as er uit?

A
34
Q

Op welke manieren kan er een probleem zijn bij hypo- en hypercortisolisme?

A
  • Primair; bijnierschors
  • Secundair; hypofyse
  • Tertiair; hypothalamus
35
Q

Waar moet je rekening mee houden bij de diagnostiek van een probleem met de cortisol concentratie?

A

Er is sprake van een circadiaan ritme, dus het cortisol niveau wisselt heel erg gedurende de dag.

36
Q

Wat kan er mis gaan met de H-H-endocriene klier as?

A
  • Te veel of te weinig hormoonafgifte
  • Hormoonresistentie van het doelweefsel
  • Dyshormogenese (wel geproduceerd maar niet de juiste vorm)
  • Weefselhormonen (hormonen worden op andere plekken geproduceerd, bij een paraneoplastisch syndroom)
  • Iatrogeen
37
Q

Waar begint de diagnostiek bij een verdenking van een probleem in de H-H-endocriene klier as?

A