HC05 - Energie Flashcards

1
Q

Hoeveel energie zit er in deze voedingsmiddelen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de meest belangrijke factor in het uitleggen van variatie in energie dichtheid van een voedingsmiddel?

A

De hoeveelheid water (sla weinig energie, sojabonen veel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel energie zit er in deze voedingsbronnen als je het berekent per 100 g droge materie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kun je het verdere verschil in energie verklaren (nadat het water er is uitgehaald)?

A

Het verschil in vetgehalte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt energie gemeten?

A

De hitte productie wordt gemeten die veroorzaakt wordt door de complete oxidatie van het voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is bruto energie?

A

Energie die in het voer zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de verteerde energie?

A

De bruto energie minus de energie die verloren gaat in de feces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom komt de verteerde energie (uit eiwit, vet en koolhydraten) niet volledig tot beschikking voor het dier?

A

Er gaat ook nog wat verloren via ureum/urinezuur in de urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe bereken je de metaboliseerbare energie die een dier kan gebruiken?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de metaboliseerbare energie?

A

De energie die vast zit in aminozuren, glucose en (vluchtige) vetzuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kun je zeggen over de warmteproductie van een dier bij vasten?

A

Dat is een maat voor hoeveel energie het dier nodig heeft voor de basale lichaamsfuncties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kun je de hitte productie meten?

A
  • Directe calorimetrie
  • Indirecte calorimetrie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werkt directe caloriemetrie?

A

Werkt alleen bij kleine dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werkt indirecte caloriemetrie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Voorbeeld oxidatie van TAG

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar is hitte productie lineair aan gerelateerd?

A

Aan het metabole lichaamsgewicht (kg0,75)

17
Q

Hoe wordt onderhoud bij een dier gedefinieerd?

A
  • Constant lichaamsgewicht
  • Constant lichaams compositie (vet/eiwit)
  • Geen productie
18
Q

Hoe veel ME (MJ) moet een dier krijgen om genoeg energie binnen te krijgen voor onderhoud?

A

De ME opname moet groter zijn dan de vastende hitte productie (namelijk 1.39x zo veel)

19
Q

Hoe kan het dat de ME opname van een dier in onderhoud niet gelijk is aan de vastende hitte productie?

A

Het dier verliest nog extra energie door ‘diet induced thermogenesis’, het verbruiken van energie omdat er gegeten wordt.
Het gat tussen de benodigde ME en de vastende hitte product is het thermogenische effect.
De totale energie die je nodig hebt is dan de netto energie.

20
Q

Wat is dan de totale hitte productie?

A
21
Q

Hoeveel energie zit er in een ei?

A

423 Kj/ei

22
Q

Hoeveel energie is er nodig vanuit de kip om eieren te produceren per dag?

A
23
Q

Overzicht van de verdeling van energie

A
24
Q

Wat is Kp?

A

De efficiëntie waarmee ME in NEp wordt omgezet

25
Q

Hoe kun je de netto energie in een product als vlees bepalen?

A

Dat is lastig, omdat vlees erg verschilt (tussen bijv. jonge en oudere dieren), dus dat wordt meestal gedaan door de verhouding tussen koolstof en stikstof inhoud.

26
Q

Hoeveel stikstof en koolstof zit er in eiwit en vet?

A
27
Q

Hoe kun je met deze aannames de netto energie berekenen?

A
28
Q

Hoe kun je nog meer de netto energie van productie/groei berekenen (naast de stikstof/koolstof methode)

A

Met de wet van behoud van energie

29
Q

Wat geeft de helling van de grafiek hier weer?

A
30
Q

Wat geeft deze grafiek weer?

A

Je ziet dat de Km voor onderhoud groter is dan de Kp voor productie

31
Q

Waarom kun je beter netto energie gebruiken i.p.v. metaboliseerbare energie?

A

Dit geldt vooral voor dieren die veel vezels eten

32
Q
A
33
Q
A