HC05 - Energie Flashcards
Hoeveel energie zit er in deze voedingsmiddelen?
Wat is de meest belangrijke factor in het uitleggen van variatie in energie dichtheid van een voedingsmiddel?
De hoeveelheid water (sla weinig energie, sojabonen veel)
Hoeveel energie zit er in deze voedingsbronnen als je het berekent per 100 g droge materie?
Hoe kun je het verdere verschil in energie verklaren (nadat het water er is uitgehaald)?
Het verschil in vetgehalte
Hoe wordt energie gemeten?
De hitte productie wordt gemeten die veroorzaakt wordt door de complete oxidatie van het voedsel
Wat is bruto energie?
Energie die in het voer zit
Wat is de verteerde energie?
De bruto energie minus de energie die verloren gaat in de feces
Waarom komt de verteerde energie (uit eiwit, vet en koolhydraten) niet volledig tot beschikking voor het dier?
Er gaat ook nog wat verloren via ureum/urinezuur in de urine
Hoe bereken je de metaboliseerbare energie die een dier kan gebruiken?
Wat is de metaboliseerbare energie?
De energie die vast zit in aminozuren, glucose en (vluchtige) vetzuren
Wat kun je zeggen over de warmteproductie van een dier bij vasten?
Dat is een maat voor hoeveel energie het dier nodig heeft voor de basale lichaamsfuncties
Hoe kun je de hitte productie meten?
- Directe calorimetrie
- Indirecte calorimetrie
Hoe werkt directe caloriemetrie?
Werkt alleen bij kleine dieren
Hoe werkt indirecte caloriemetrie?
Voorbeeld oxidatie van TAG