HC 6-2 Prostaat pathologie Flashcards
1
Q
Gleason gradering
A
- Gleason score zijn de twee meest voorkomende graden opgeteld (bijv. 3+4 = 7)
- GS < 6: active surveillance
- GS 7 (3+4, 4+3): operatie, radiotherapie
- GS > 8: operatie, radiotherapie, hormonale therapie
2
Q
Prostaat functie
A
- Vervloeien sperma
- Prostaat specifiek antigen (PSA) aanmaken
- Bevat veel zink
3
Q
Transitie zone
A
- naarmate je ouder wordt, groeit de transitie zone fysiologisch. Hierdoor krijg je veel druk op de urethra (plasbuis) en dus plasklachten (zwakke plasdruk, zwakke straal). De transitie zone heeft microscopisch een druiven structuur, waarbij de tros de aanmaak van de PSA is en de steel de afvoer van PSA.
4
Q
Perifere zone
A
- maakt prostaat vloeistof en zorgt voor de contractie van de prostaat
5
Q
Waar bestaat het prostaat epitheel uit
A
- Basale cel (plat): voorloper cellen van de luminale cellen, ongevoelig voor testosteron
- Luminale cel (dik): aanmaak van PSA, gevoelig voor testosteron
6
Q
Microscopische kenmerken prostaatkanker
A
- Toename van epitheliale (buis) structuren
- Basofiel cytoplasma
- Grote kern
- Prominente nucleolus
- Verlies van basale cellaag
7
Q
Waar kijkt de patholoog naar na een radicale prostatecomie
A
- Gleason score
- Mogelijke uitbreiding buiten het prostaatkapsel. Kapseldoorgroei zorgt voor een hoger tumorstadium. Heeft een slechtere uitkomst en meer kans op uitzaaiingen
- Mogelijke ingroei vesicula seminalis (zaad blaasjes)
- Vrij snijvlak