Hc 5 Flashcards

1
Q

Nervus vagus

A

zenuwbanen in de hersenen die verantwoordelijk zijn voor het doorgegeven van parasympatische prikkels.
• Sympathisch zenuwstelsel: fight/ flight.
• Parasympatisch zenuwstelsel: rest/ digest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Polyvagal theory

A

De polyvagal theory stelt dat je meerdere nervus vagus hebt, en dus meerdere parasympatische zenuwstelsels
• Dorsaal: ouder, primitief deel
• Ventraal: nieuw deel dat alleen in zoogdieren te vinden is, en is van belang bij
gedrag van positieve/ sociale emoties en sociale interacties.
Voorbeeld: lachen is niks uniek voor mensen, ook bij bonobo’s dient het als een manier van communicatie.
Er is niet echt overtuigend bewijs voor deze theorie, omdat er in de hersenen niet echt een duidelijke scheiding is tussen dorsaal en ventraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cardiac vagal controle (toon)

A

Je kunt in het hart makkelijk meten in hoeverre het
parasympatische zenuwstelsel zijn invloed uitoefent. In het
plaatje zie je steeds intervallen die van lengte verschillen.
Dit verschil wordt veroorzaakt door het parasympatische
zenuwstelsel. Als je de beat-to-beat verschillen bij elkaar optelt en middelt krijg je de maat voor de parasympatische invloed op het hart: hartslagvariabiliteit/ cardiac vagal controle.
• Hoge frequentie = vagaal = parasympatisch.
• Vagus zenuw is de belangrijkste en grootste zenuw van het parasympatisch
zenuwstelsel.
• De vagus zenuw laat parasympatische activatie of terugtrekking zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Associaties van (rustende) vagale toon

A

Mensen die een hogere hartslagvariabiliteit hebben in rust ervaren:
• Meer positieve emoties en minder negatieve emoties in stressvolle taken.
• Betere executieve controle taak prestatie.
• Relatief meer plezier in sociale interacties.

Studie in dagelijks leven: positieve spiraal versterkt zowel positieve emoties als sociale verbondenheid. Links zie je de verandering in sociale verbondenheid. Rechts zie je de verandering in positieve emoties. Mensen die relatief hoog scoren, ervaren in de loop der tijd ook meer positieve emoties en meer sociale verbondenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lichaamsverandering en emotie

A

William James zei al dat emotie gelijk staat aan lichamelijke verandering. Wat je in je lichaam voelt bepaalt je emotie; het lichaam heeft invloed op emotionele processen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onderzoek pen

A

In een experiment werden mensen gevraagd een pen tussen de tanden te doen. Hierdoor wordt de spier die betrokken is bij glimlachen aangespannen en gestimuleerd. Aan het einde van dit experiment voelden mensen zich ook vrolijker. Oordelen van tekeningen lijken grappig, dit zou kunnen omdat je de spieren aanspant, door de pen, die je ook aanspant als je lacht. Dit is niet goed gerepliceerd

Studies die echt gericht waren op het aanspannen van bepaalde spieren die betrokken zijn bij bepaalde emoties gaven hetzelfde resultaat en dit is wel gerepliceerd. Input vanuit je lichaam naar het brein beïnvloedt je emotionele ervaring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Studie over diep inademen

A

Een andere studie toonde aan dat het rustig diep inademen effect heeft op angstgevoelens. De emotie angst verminderd door te voelen dat je rustig en diep ademhaalt. Dit verhoogd daarbij ook de vagale/ parasympatische invloed op het hart: heart coherence method.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Studies over mensen met rugleasies

A

Vroege studies hebben aangetoond dat mensen die een laesie hebben in het ruggenmerg, geen input van het lichaam in het brein ontvangen. Hierdoor ervaren ze minder emoties, zoals gevoelens van angst en seks drive. Latere studies hebben dit niet gerepliceerd. Zij toonden aan dat mensen met ruggenmerglaesies nog altijd emoties voelen. Een verklaring hiervoor kan zijn dat er in de vroegere studies confounding variabelen zijn gebruikt die verantwoordelijk zijn voor de relatie. Echter, is hier vrij zwakke evidentie voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Studies bij mensen met botoxinjecties

A

Studies naar de effecten van botoxinjecties op emotionele ervaring toonden wel een effect aan. Al met al, was dit een klein effect, maar het was wel statistisch significant. Door botox verslappen bepaalde spieren. Als mensen met botoxinjecties kijken naar prettige en onprettige plaatjes reageren ze veel minder, omdat bijvoorbeeld ze de wenkbrauwspieren niet meer kunnen bewegen. Hierdoor krijgt het brein minder input vanuit het lichaam en voelen deze mensen emoties ook minder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Embodiment

A

invloed van lichamelijke gewaarwordingen op hoe je je voelt, denkt en gedraagt. Lichaamsreacties vormen emoties, gedachtes en sociaal gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Somatic marker hypothesis

A

wat je in het lichaam voelt heeft invloed op wat je denkt, hoe je je voelt en hoe je je gedraagt. Mensen hebben informatie uit het lichaam nodig om ons gedrag te begeleiden. De amygdala is belangrijk voor de generatie van emoties en geeft emotionele betekenis aan situaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Studie gokken

A

De studie van Garfinkel et al. toonde aan dat er een groter effect van angstige beelden op de amygdala is tijdens systole (fase van de hartslag).In een onderzoek naar embodiment moesten mensen gokken. Normaal gesproken krijgen mensen tijdens het gokken signalen uit het lichaam, waardoor je spanning voelt. Spanning is een raadgever die gokkers gebruiken om een beslissing te maken. Spanning om een gokkeuze kan gemeten worden door middel van huidgeleiding. Personen met een laesie in de ventromediale prefrontale cortex (VMPFC) hebben minder huidgeleiding (minder spanningsreactie in hun lichaam/ minder sympathische reactie) en zullen meer risico nemen.
Of deze studie ook embodiment aantoont is niet zeker, het kan ook gewoon puur door de beschadiging in het hersengebied zelf komen. De vraag of het om de invloed van het lichaam op de hersenen of om de hersenen zelf gaat wordt niet beantwoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Embodiment en botox

A

Mensen met botox kunnen minder goed de emoties van anderen waarnemen/ herkennen. Het idee is dat spiegelneuronen hiermee te maken hebben. Spiegelneuronen zijn belangrijk voor empathie. Spiegelneuronen in de premotorische cortex vuren wanneer [1] iemand een handeling uitvoert, [2] iemand een ander een handeling ziet doen. Het is niet alleen zo dat waarneming je spiegelneuronen triggert, maar het wordt versterkt door je eigen lichaamsreacties.
Als je iemand verdrietig ziet kijken ga je vanzelf ook verdrietiger kijken, waardoor je dit ook gaat voelen door de samentrekking van die spieren die hiermee te maken hebben. Als je iemand ziet die heel misselijk is en moet overgeven, dan voel je je meteen ook misselijk. Dit is een sterke reactie van je spiegelneuronen. Neem ook als voorbeeld dat de insula, die input ontvangt van het autonome zenuwstelsel, actief is wanneer [1] iemand walgt, [2] iemand anders ziet walgen.
Dit is alleen niet een heel sterk bewijs voor embodiment. Je kunt je afvragen of het wel echt gaat via de walging die je voelt en door de lichamelijke reacties hierop die iets in het brein triggeren of het niet gewoon rechtstreeks door je spiegelneuronen komt.
De botoxinjecties zijn wel directe evidentie voor embodiment.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Limbisch systeem volgens MacLean

A

het limbisch systeem is het emotiesysteem, ontstaan bij zoogdieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Lymbisch systeem; Ledoux

A

de amygdala staat centraal en kent emotionele betekenis toe aan
gebeurtenissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hersenen en emoties

A

Emotionele conditionering bij bijv. angst is iets wat je snel leert en die ook een lang blijft hangen. Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis laten fysieke veranderingen in het brein zien, zoals het hebben van minder grijze stof. Moordenaars laten verminderde activatie zien in de prefrontale cortex. De amygdala is niet alleen actief bij negatieve emoties, maar ook bij positieve emoties, zoals geluk. De amygdala is veel actiever bij mensen die veel geluk ervaren. Hierdoor denken onderzoekers dat de amygdala meer betrokken is bij de intensiteit van emoties en niet zozeer bij het verschil tussen positieve of negatieve emoties

17
Q

Encephalitis lethargica

A

is een slaapziekte die zorgen voor laesies in delen van het brein (bij het striatum) die belangrijk zijn voor afgifte van dopamine.

18
Q

Het beloningsysteem bevat;

A

• VM-PFC.
• Ventrale striatum: maakt dopamine aan.

19
Q

Nucleus accumbens

A

De nucleus accumbens is belangrijk voor de aanmaak van dopamine. Dopamine wordt vrijgelaten tijdens het ervan van genot en plezier.
- opioïden
- dopamine

20
Q

Opioïden

A

het ervaren van een prettig gevoel, leuk vinden, genieten, zoals endorfine.

21
Q

Dopamine

A

het willen van een prettig gevoel; motivatie om te werken voor een beloning.
֍ Lager als nucleus accumbens beschadigd is.
֍ Nucleus accumbens wordt geactiveerd als wanneer er een beloning
verwacht wordt in een goktaak. Ook actief in sociaal belonende/ plezierige situaties.

22
Q

Empathie

A

Er kan onderscheid gemaakt worden tussen empathie met iemand die fysieke pijn lijdt, en empathie met iemand die sociale pijn lijdt. Dit lijkt begrenst, maar in de hersenen is niks begrenst, dus loopt het een beetje in elkaar over.
- anterieure cingulate cortex
- mediale prefrontale cortex

23
Q

Anterieure cingulate cortex

A

betrokken bij empathie met fysieke pijn.

24
Q

Mediale prefrontale cortex

A

betrokken bij empathie met sociale pijn.

25
Q

Periaqueductaal grijs

A

een kleine subcorticale structuur die betrokken is bij pijn, zowel fysiek als sociaal tegelijkertijd.
֍ Vrijlating opioïden: analgeticum; dempt de pijnwaarneming, maar ook positieve en negatieve emoties.
֍ Actief tijdens pijn en negatieve emoties.
֍ Actief in prosociaal gedrag, zoals zorgen voor een ander en meeleven
met een ander.

26
Q

Empathie is o.a. Sterk betrokken bij

A

֍ Mediale PFC (sociaal)
֍ Anterior insula: betrokken bij walging. ֍ Anterior cingulate cortex (fysiek).

27
Q

Prefrontale Cortex en Emotieregulatie

A
  • mediale prefrontale cortex
  • orbitofrontale cortex
  • dorso-laterale prefrontale cortex

Er zijn belangrijke connecties tussen deze gebieden (en subcorticale gebieden).

28
Q

mediale prefrontale cortex

A

betrokken bij bewustzijn van wat er in
jezelf omgaat; introspectief op psychologisch gebied, maar ook in je
lichaam; zelfrepresentatie, empathie, beloning en zelfobservatie.

29
Q

Orbitofrontale cortex

A

meest gevoelig voor beloning; doel
representatie, beloning/ benadering, straf/ terugtrekken.

30
Q

Dorso-laterale prefrontale cortex

A

(hogere executieve functies,
zoals planning en actie): herbeoordeling van negatieve stimuli.

31
Q

Fronti-temporale schade

A

geen empathie, geen schaamte.

32
Q

Anterior cingulate Cortex en Pijn

A

De anterieure prefrontale cortex is heel goed in het detecteren van de discrepanties tussen de normale/ werkelijke waargenomen situatie en de ideale/ gewenste situatie. Het dorsale deel is goed in het interpreteren van onprettige, pijnlijke stimuli, ook op sociaal vlak, zoals bij afwijzingen. Als je beschadigingen/ laesies hebt in het dorsale deel dan voelen de pijnlijke stimuli minder onprettig. Opiaten kunnen helpen bij het verminderen van onprettig gevoel, zowel bij fysieke als sociale pijn.

33
Q

Compassie

A

Compassie ligt dicht tegen empathie aan. Mensen die agressieve neigingen hebben kunnen door middel van zelfcompassie hiermee leren omgaan. Hierdoor wordt het voor hun zelf minder een probleem en daardoor verminderde de agressieve neigingen ook. (Zelf)compassie kan helpen. Veel mensen hebben te maken met een hele kritische stem naar zichzelf, een zachte stem kan veel problemen verhelpen.

34
Q

Conclusies

A

• Cardiale vagal tone is geassocieerd met positieve emoties en prosociale gevoelens.
• Bewijs voor de rol van embodiment voor emotie en cognitie.
• Belangrijke rollen van neurotransmitters, zoals dopamine en opioïden.
• Belangrijke rollen van de mediale/ laterale prefrontale cortex, anterieur cingulate
cortex en amygdala in emotie (regulatie), waaronder empathie.