HC 4 Cardiovascular psychophysiology Flashcards
Myocardium
Het spierweefsel van het hart
Cardiomyocyten
Hierdoor kan het elektrische signaal makkelijk van cel naar cel springen
Hartslagvariabiliteit
Normale variabiliteit in hartslag (belangrijke prognostische tool (bv. voor het meten van stress / PZS)
Acetylcholine
Zorgt voor het activeren van het parasympatische zenuwstelsel en hierdoor het verlangzamen van de hartslag
SA node
Zorgt voor het generen van het (algemene) cardiale ritme
Timedomain measures
Tijddomeinindices kwantificeren de hoeveelheid HRV die is waargenomen tijdens meetperioden die kunnen variëren van 2 min tot 24 h (bv. RMSSD, SDNN)
Frequency domain measures
Berekenen de absolute of relatieve hoeveelheid signaalenergie binnen de componentbanden (bv. IBI)
Respiratory gating
Gating is een systeem dat de normale ademhalingscyclus van een patiënt volgt met een infraroodcamera en borst-/buikmarkering
Respiratoire sinus arrhythmia (RSA)
Manier om HRV te meten = combinatie van inspiratie samen met ECG
Caveats
Variabelen die invloed hebben op de HRV (bv. medicijnen, voedselinname, sporten)
Baroreceptoren
Baroreceptoren zijn sensorische zenuwuiteinden die veranderingen in bloeddruk detecteren en signalen naar het centrale zenuwstelsel sturen om de bloeddruk te reguleren
SNS receptoren
Indirect -> Alfa-1, Bèta-2
Direct -> Bèta 1
Alfa-1 receptor
Vasoconstrictie vaten en aders (gladde spiercellen)
Bèta-2 receptor
Verhoogt cardiac output (samentrekken gladde- en hartspiercellen)
Bèta-1 receptor
Verhoogt cardiac output (door samentrekken gladspierweefsel in hartspier en hartslag verhogen)