HC 10 PNI of cancer Flashcards

1
Q

Neoplasma

A

Nieuwe en abnormale groei van weefsel in een deel van het lichaam, vaakt hangt dit samen met kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kan er misgaan in de cel?

A

HALLMARKS OF CANCER:
1. Sustaining proliferative signaling
2. Evading growth suppressors
3. Activating invasion and metastasis
4. Enabling replicative immortality
5. Inducing angiogenesis
6. Resisting cell death

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sustaining proliferative signaling

A

Verkrijgen van groeisignalen zodat cel kan blijven delen
- kankercellen kunnen groeisignalen versterken
- kankercellen kunnnen groeisingalen na maken / na doen
- verbinding aangaan met andere cellen die groeifactor afgeven
- kankercellen zijn gevoeliger voor groeisignalen (meer receptoren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Antigroei signalen

A

Blokkeren over het algemeen proliferatie (groeien en delen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Evading growth suppressos

A

Ontwijken van groeionderdrukkende signalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tumor suppressor genen

A

Dragen bij aan de beslissing om te groeien of om senescence (ouder worden) of apoptose (celdood) te activeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Contactinhibitie

A

Cel tot cel contact onderdrukt verdere proliferatie -> kankercellen lijken dus minder gevoelig voor contactinhibitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

TGF-bèta (transforming growth factor bèta 1)

A

Cytokine -> onderdrukt vaak celproliferatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Apoptose

A

Geprogrammeerde celdood -> normaal proces -> kan geactiveerd worden door zowel interne als externe signalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Necrose

A

Het kapotgaan (barsten) van cellen door interne en externe factoren -> immuunsysteem in contact, want na necrose afgifte van pro-inflammatoire cytokines
Kan tumor promoting zijn:
- stimuleert naburige cellen om te profileren (want andere cellen moeten het opgetreden gat opvullen
- Angiogenese door zuurstofgebrek en voedingsstofgebrek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Anoikis

A

Apoptose die cellen ondergaan omdat ze niet in hun eigen omgeving zitten (ze missen interactie met gelijksoortige cellen) -> kankercellen hebben geen anoikis en kunnen makkelijker gaan zwerven (metastaseren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Autofagie

A

Opeten/recyclen van cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Enabling replicative immortality

A

Tumorcellen blijven delen, zelfs als ze geen zuurstoffen of voedingsstoffen krijgen door het behouden van de telomeerlengte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Matrix-degrading proteins

A

Zorgen ervoor dat cellen afgeknipt moeten worden, en hierdoor kunnen ze in de bloedbaan komen en uiteindelijk metastasen veroorzaken (omdat kankercellen aangetrokken voelt tot matrix-degrading proteins)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Emerging hallmarks

A

Helpen de kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Glucolyse

A

Proces waarin glucose omgezet wordt in pyruvaat, waardoor 2 ATP wordt aangemaakt

17
Q

Warburg effect

A

Kankercellen metaboliseren energie via (anareobe en minder efficiënte (vóór mitochondrieën)) glycolyse -> de zuurstofarme stap waardoor er melkzuur en 2 ATP ontstaat
- Kankercellen kunne blijven opnemen van glucose en hierdoor de inefficiënte stap blijven uitvoeren en toch energie krijgen ook al zitten ze in anaerobe situaties (bv. in het midden)

18
Q

Enabling characteristics

A
  • Avoiding immune destruction
  • Tumor-promoting inflammation
  • Genome instability and mutation
19
Q

Genomische instabiliteit in kankercellen

A
  • Toegenomen snelheid van mutatie
  • Random mutaties en chromosomale rearrangements
  • Toegenomen verandering in een ander gen dat ‘fout’ gaat
  • Het is eenn kansproces: meer mutaties in de mix, grotere kans dat het ten gunste is van de tumor
20
Q

Tumor promoting inflammation

A
  • Inflammatoire plek benadrukt tumorgenese en progressie
  • Toevoer van groeisignalen, overlevingsfactoren, proangiogenische factoren, invasie en metastase
  • Zorgt voor mutagenische reactieve oxygen species -> draagt bij aan veranderingen in DNA
21
Q

TAMs

A

Tumor assisted macrophage -> Zijn direct betrokken bij het promoten van angioneogenese, tumor proliferatie, invasie, metastase en downregulatie van adaptieve immuniteit (NKcellen, T-cellen)

22
Q

MMPs

A

Matrix metalloproteinase -> Enzymen die uitgescheiden worden door zowel tumoren als stromale cellen die de afbraak en remoddeling van extracellulaire matrix faciliteren -> een netwerk van eiwitten en moleculen die structuur en support bieden aan cellen en weefsels