HC 4 Artrose Flashcards

1
Q

Epidemiologie artrose

A
  • Meer dan 1,2 miljoen mensen met artrose
  • Meer vrouwen dan mannen
  • Knieartrose en heupartrose zijn het meest voorkomend
  • Prevalentie neemt toe door obesitas en vergrijzing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Pathofysiologie artrose

A
  • Verlies van gewrichtskraakbeen
  • Ombouw van het onder kraakbeen liggend (subchondraal) bot
  • Ontsteking van synoviale membraan (synovitis)
  • Gewrichtspijn na belasting stijfheid en bewegingsbeperking
  • Falen reparatiemechanisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Klachten artrose

A
  • Pijn
  • Stijfheid bij opstaan, verdwijnt met bewegen
  • Toename gewrichtsomvang (bot, gewrichtskapsel, synovium)
  • Ontsteking (warmte, roodheid, gevoeiligheid)
  • Standsafwijking gewricht (kraakbeenverlies, instabiliteit)
  • Pijn, kraken, bewegingsbeperkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Radiologie en pijn heup

A
  • Veel mensen hebben artrose zonder dat ze pijn hebben
  • Achteruitgang op X-foto gebruikelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Oorzaak artrose

A
  • Primair/idiopathische artrose: oorzaak is niet duidelijk
  • Secundaire artrose: een bekende oorzaak ontstaan door iets anders
    o Trauma: botbreuken. Proberen om het vlak zo glad te maken
    o Infectie
    o Gewrichtsafwijkingen: varus kan zorgen voor kraakbeen degeneratie
    o Stollingsstoornis
    o Jicht
    o Reumatoïde arthritis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kraakbeensamenstelling

A
  • Kraakbeen bestaat voornamelijk uit water, relatief weinig chondrocyten
  • GAG (hyaluronzuur) zijn negatief geladen en trekken water aan. GAG zitten vast aan Proteoglycanen (aggrecan), deze houd water goed vast. Samen vormen ze een netwerk met collageen
  • Chondrocyt: produceren delen van de kraakbeenmatrix (collageen, proteoglycanen, hyaluronan en elastine). De voorlopercel stamt af van MSC die chondroblasten maken. Chondroblasten zijn actieve, jonge cellen die kraakbeenmatrix maken en chondrocyten zijn de volwassen cellen. er bevatten meer chondrocyten in de profundus zone dan de superficiale zone
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Risicofactoren artrose

A
  • Niet modificeerbaar
    o Leeftijd
    o Geslacht
    o Erfelijkheid: collageen die eerder artrose krijgt
  • Modificeerbaar
    o Overgewicht (voor knie veel duidelijker dan voor heup)
    o Sportbelasting
    o Trauma
    o Infectie
    o Beroep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Diagnose artrose

A
  • Anamnese, LO, staande röntgenfoto (rosenberg), bloedonderzoek
  • Welke effecten heeft artrose op hun dagelijks leven? (sociale anamnese)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oorzaak artrose

A

Zie slides

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Röntgenafwijking artrose

A
  • Gewrichtsspleetversmalling: Rosenberg is de gewrichtsversmalling beter te zien dan normaal
  • Osteofyten: extra botvorming aan de zijkant van het bot
  • Subchondrale cystevorming
  • Subchondrale sclerosis
    o Subchondraal: onder het kraakbeen
    o Sclerosis: verharding of verlittekening
  • (Deformatie: standsverandering) (bij de heup)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandeling artrose

A
  • Knieartrose: gewichtsverlies combineren met oefentherapie
  • Farmacologisch: pijn verminderen
    o Pijnstillers
    o Brace
    o Minder eten
  • Niet-farmacologisch
    o Verminderen kracht
  • Injecties: proberen te vermijden
    o Cortico steroiden (ontstekingsremmer) kan de kraakbeen kwaliteit afnemen
    o Pijnstiller
    o Hyaluronzuur
  • Operaties
    o Gewrichts sparend (conservatieve operatief)
    o Gewricht niet te bewegen
    o Gewricht verwijderen
    o Gewricht vervangen
    o Knie prothese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly