HC 3 introductie weekthema 1 Flashcards

1
Q

Oorzaken peri-articulaire zwelling

A
  • Contusie (kneuzing) door vallen
  • Bursitis (slijmbursontsteking) van pre-patulair gelegen bursa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ontstaansmechanisme zwelling

A
  • Gelijk dik: fractuur met bloeding in het gewricht
  • Na 24u: hydrops (waterig exsudaat in de gewrichtsholte), vocht wordt in het gewricht gemaakt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Locatie intra-articulair

A

in het gewrichtsholte (bot, kapsel, kraakbeen, ligament, meniscus en synovium). Er kunnen hydrops of haemarthros zijn ontstaan
o Hydrops: vocht in he gewricht
o Haemarthros: bloed in het gewricht
o Oorzaak intra-articulair:
 Helder: reactieve artritis ontstaat door ontsteking rondom/buiten het gewricht
 Leukocyten: inflammatoire artritis (bijv. reuma of jicht)
 Pus/bacteriën: septische artritis door een infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Synovium ontsteking soorten

A
  • Reactieve synovitis: reactie op een infectie of letsel
  • Auto-immuun synovitis: gevolg van een auto-immuunreactie, waarbij het immuunsysteem de gezonde kraakbeen aanvalt. Een voorbeeld hiervan is reumatoïde artritis
  • Post-traumatische synovitis: gevolg van letsel of trauma
  • Secundaire synovitis: gevolg van een andere onderliggende aandoening of factor.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Degeneratieve meniscus

A
  • Snijden van de meniscus geeft op lange termijn nog meer klachten. na het verwijderen van de meniscus is minder schok absorptie. De kans op artrose is groter.
  • Een knie slot kan soms niet in een bepaalde positie bewegen. De scheuren van de meniscus moeten gehecht worden. De hechtingen vinden vaak plaats in het centrum van de meniscus die niet worden doorbloed. Oppervlakkige delen van de meniscus hebben meer kans op herstellen omdat er doorbloeding is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oorzaak gezwollen gewricht

A
  • Artrose
  • kraakbeen letsel
  • degeneratieve meniscus
  • osteonecrose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Osteonecrose

A
  • Onvoldoende zuurstoftoevoer en voedingsstoffen leidt tot necrose van het bot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hersteltechnieken kraakbeen

A
  • Chondroplasie: leegspoelen
  • Marrow stimulation
    o Littekenkraakbeenvorming van beenmergcellen
    o Kleine gaatjes zodat het beenmerg in het kraakbeen terecht kan
    komen  nieuw kraakbeen
  • Osteochondraal transplantatie
    o Kraakbeen ergens anders vandaan om te zorgen dat op de plek van defect weer kraakbeen zit
    o Doel: herstel gewrichtsoppervlak, verminderen symptomen, voorkomen gewrichtsslijtage
  • Cel-therapie: kraakbeen van donorcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly