HC 20 Complicatie 1 Prothese infectie Flashcards

1
Q

Hoelang gaat een prothese mee?

A
  • 95% langer dan 10 jaar
  • Afhankelijk van gebruik, leeftijd, diagnose, type prothese, cementatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de late complicaties van een prothese

A
  • aseptische loslating!
  • infectie
  • fractuur rond prothese (hoge leeftijd)
  • Luxatie/dislocatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe diagnostiseer je een prothese infectie

A
  • Acuut met koorts, pijn en lokale tekenen van ontsteking, pijn bij belasten, afwijkende labwaarden
  • Bij laagvirulente micro-organismen (bacteriën die weinig reactie leveren maar wel infectie veroorzaken) blijft
    de infectie langdurig bestaan  worden soms pas ontdekt bij protheseloslating
  • Bloedonderzoek (BSE, CRP, leukocytose)
  • Punctie gewricht  vocht kweken, leukocyten tellen
    o Kweek niet altijd betrouwbaar (ongeschikt kweekmedium, langzaamgroeiende bacterie of al met
    antibiotica behandeld)  alternatief = sonicatie: lostrillen materialen op prothese
  • Histologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer ontstaat er een infectie in de prothese

A
  • 60-80% van infecties ontstaat tijdens of direct na operatie
  • 20-40% via hematogene verspreiding (later ergens in het lichaam een bacterie  circulatie  naar prothese)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een biofilm

A
  • bedekking van vreemd lichaamsmateriaal van bacteriën, verschuilen zichzelf in soort suikereiwitlaag
    –> niet meer gevoelig voor eigen afweer en antibiotica behandelingen
  • Glycocalyx = wat rond bacteriën gaat zitten, de afscherming
  • Na infectie omhullen bacteriën zich op het protheseoppervlak en synovium en bot met een slijmlaag
    o Biofilm niet doordringbaar voor meeste antibiotica en host-afweer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn Preventieve maatregelen om een infectie bij een prothese te voorkomen

A
  • Optimaliseren patiënt factoren (DM, voedingstoestand, huidafwijkingen)
  • Antibiotica profylaxe (in bloed) en in botcement
  • Ultraclean operatiekamer (laminair flow: steriele lucht, vanuit plafond naar beneden geblazen)
  • Wisselen handschoenen, team trainingen, wondverzorging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Factoren infectie inschatting en behandeling

A
  • Acute infectie < 3 weken: duur symptomen post-operatief OF klinische symptomen passend bij prothese infectie  antibiotica is nog effectief, want biofilm nog niet gevormd
  • Chronische infectie > 3 weken: klinische symptomen passend bij prothese infectie  zeer waarschijnlijk biofilm gevormd, andere stappen ondernemen
  • Gastheertoestand & verwekker: gebruikt patiënt immunosuppressiva, operabiliteit patiënt, co-morbiditeit, voorbehandeling, stabiliteit prothese, welke bacterie: gevoelig voor antibiotica of resistent
     Multidisciplinaire samenwerking (tussen orthopeed, internist-infectioloog, microbioloog, plastisch
    chirurg)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de behandelmogelijkheden voor een infectie prothese

A
  1. Behoud van de prothese (Debridement, Antibiotics and Implant
    Retention, DAIR)
  2. De zogenaamde ‘two-stage’ behandeling: debridement en
    verwijdering van prothese, AB, reimplantatie prothese (evt. ‘one-stage’
    behandeling)
  3. Behoud van de prothese d.m.v. debridement met langdurige AB:
    suppressieve behandeling.
  4. Verwijdering van de prothese (resectiearthroplastiek), arthrodese of
    amputatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

DAIR procedure (Debridement, antibiotics, and implant retention)
[behandeling]

A
  • bij vroege/acute infectie (binnen 3 weken) blijft 70% de prothese behouden
  • Infectie/pus eruit spoelen met fysiologisch zout (6L lavage), prothese schoonmaken (debridement) en
    synovium eruit snijden waar infectie in kan zitten  prothese laten zitten en antibiotica geven
  • Alle stukken die gemakkelijk te verwisselen zijn verwisselen (omdat biofilm al aan het vormen is)
  • Voorkeur binnen 24 uur behandelen
  • 4-6 kweken afnemen  welke bacteriën, welke antibiotica
  • Evt. 2e debridement/lavage
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de DAIR contra indicaties
[behandeling]

A
  • Inoperabiliteit, geen informed consent, geen adequate weke delen bedekking
  • Loszittende prothese
  • Fistel naar de prothese  verbinding tussen twee holle ruimtes in lichaam, in dit geval van gewricht
    naar buitenwereld
  • Pan- of multiresistent micro-organisme: niet gevoelig voor bactericide antibiotische therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Two-stage revisie
[behandeling]

A
  • bij chronische infectie  90% blijft de prothese behouden (publicatie bias!)
  • Prothese verwijderen en debridement, antibiotica, reimplantatie prothese (alle materiaal waar biofilm
    op kan zitten er uithalen!)
  • Doel: resectie van necrotisch weefsel (weke delen en bot), volledige synovectomie en verwijderen van de
    prothese met als doel het verminderen van de bacteriële belasting behouden vitaal wondbed
  • Empirische antimicrobiële behandeling (op meest voorkomende verwekkers: Staphylococcus aureus)
  • 4-6 weefsel kweken, prothese kweken
  • Staph Aurues, Coagulase-negatieve staphylococcen, streptokokken: veel voorkomende bacteriën
     AB aanpassen n.a.v. kweekuitslagen
     Meestal na 6 weken stoppen met AB (als infectiewaarden genoeg dalen)
     Tussentijds: Girdlestone, als infectie blijft: artrodese, amputatie
     2 weken later reimplantatie (als er geen nieuwe bacteriën meer groeien bij nieuwe punctie)
     Onderdrukkende therapie: antibiotica heel lang geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke behandeling wordt uitgevoerd bij ongunstige patientfactoren

A

Suppressieve behandeling en verwijdering van de prothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Suppressieve behandeling [behandeling]

A
  • prothese behouden, debridement en infectie langdurig onderdrukken met antibiotica en accepteren dat het niet echt over zal gaan. Bij patiënten met bijv. slechte
    gezondheidstoestand of niet operabel
  • Heel lang behandelen –> AB keuze op aanpassen
  • Na een zeer lange periode (> 2-5 jaar) kan overwogen worden, met risico op recidief (kans onbekend) deze antibiotica op proef te staken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verwijdering van de prothese (resectie arthroplastiek) [behandeling]

A

bij moeilijk te behandelen bacterie of patiënt die
2e of 3 operatie waarschijnlijk niet aankan of ernstig zieke patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ASEPTISCHE LOSLATING

A
  • Slijtage-partikels van prothesecomponenten, zoals polyethyleen en metaaldeeltjes
  • Macrofagen fagocyteren deeltjes
  • Reactie: ontstaan granulomateuze weefselvorming
    (celinfiltraten van histiocyten, lymfocyten en
    macrofagen)
  • Enzymen komen vrij → botresorptie, osteolyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

septische loslating

A

bacteriën of andere micro-organismen de gewrichtsholte binnendringen en een infectie veroorzaken. Dit kan leiden tot ontsteking en schade aan het gewrichtsweefsel.