HC 11 Sekse, gender en (psycho)farmacologie Flashcards
1
Q
Gender
A
Gaat over welke rollen zijn opgelegd vanuit onszelf, de omgeving en de opvoeding: sociaal geconstrueerde rollen
2
Q
Sexe
A
Gaat over biologische aantoonbare verschillen (fysiek/fysiologisch) -> bv. chromosomen, genexpressies, hormoonlevels en seksuele anatomie
3
Q
Cisgender
A
Je bent geboren als vrouw en identificeert je als vrouw (ingelijks voor mannen)
4
Q
Transgender
A
Je identificeert jezelf als het andere geslacht dan je bent geboren
5
Q
Queer
A
Zit tussen cisgender en transgender in
6
Q
P-glycoprotein
A
een membraaneiwit pomp die lichaamsvreemde substanties uit cellen pompt.
7
Q
CYP450 enzym
A
is betrokken bij 50% van al het metabolisme van drugs.