H9 Flashcards
Relevantie houdt in dat:
het merk een antwoord moet zijn op relevante behoeften van de doelgroep.
Dominantie houdt in dat:
het merk opvallend aanwezig moet zijn, zowel fysiek als mentaal.
Welke 4 mogelijkheden zijn er om de belofte te ondersteunen?
ER zijn vier mogelijkheden die alle leiden tot een positionering. A. Informationeel. B. Transformationeel C. Tweezijdig D. Uitvoeringspositionering
Wat omvat een informationele positionering?
Hierbij worden de voordelen an het gebruik van een merk verbonden met de functionele eigenschappen van het product.
Hoe wordt een transformationele positionering ook wel genoemd?
Imago- of levensstijlpositionering.
Welke behoefte wordt gekoppeld bij een transformationele positionering?
Een bepaalde levensstijl of eindwaarde wordt hierbij gekoppeld aan de merknaam..
Bij welke soort producten/merken wordt de transformationele positionering gebruikt?
Bij producten en merken die je voor je plezier koopt, die weinig of niet van elkander verschillen en bij producten waarbij het ontluisterend is om over de eigenschappen/ingrediënten te spreken (zoals parfums).
Waarom wordt er bij parfums vaak gekozen voor een transformationele positionering?
Het gaat hierbij om het overbrengen van een lifestyle. Een informationele positionering zou waardeloos zijn, want niemand zit te wachten op informatie over de eigenschappen van de parfum zelf.
Wat omvat een tweezijdige positionering?
Hier worden zowel de functionele en de productvoordelen als met de waarden van de consument verbonden. Zowel informationeel als transformationeel dus!
Wat is een uitvoeringspositionering, ook wel executiepositinering genoemd?
Dit is een positionering vanuit de executie of uitvoering van de campagne. Bijv. zoals het beertje bij Robijn en Harry de supermarktmanager bij AH.
Wanneer is een uitvoerings/executiepositionering zinvol?
In een markt met sterk concurrerende markten, waarin merken niet of nauwelijks van elkaar verschillen.
Wat is intertie?
Dit is het vertraagde effect van een goede of slechte reputatie of van een in het verleden gekozen positionering.
Waartoe moet een positioneringstrategie leiden?
Tot een duidelijke en onderscheidende positionering van een merk in de gedachten en beleving van de consument.
Wat wordt bedoeld met fysieke dominantie?
Hiermee wordt bedoeld dat je in de echte wereld steeds ‘tegen het merk aanloopt’. Het ligt voor het grijpen, het ligt er zo bij dat je bijna gedachteloos pakt.
Wat is mentale dominantie?
Dit betekent dat het merk in kwestie het eerste merk is waar je aan denkt. Dus top-of-mind!
Hoe kan mentale dominantie worden vergroot?
Door consistent gebruik te maken van onvervreemdbare merktekens (mits dit uniek is en beroemd)
Waar zorgen onvervreemdbare merktekens voor?
Zij zorgen ervoor dat met weinig cognitieve moeite aan het merk wordt gedacht en dat het merk razendsnel wordt herkend in de winkel of id communicatie.
Wat moet worden beslist als de doelgroep en doelstellingen zijn vastgesteld?
Welke strategie deze doelstellingen gaat realiseren.
Om welke beslissing gaat het vooral bij strategiekeuze?
Welke boodschap wordt gecommuniceerd
Wat hebben succesvolle communicatiecampagnes altijd als keurmerk?
Deze zijn altijd consistent én onderscheidend in hun boodschap.
Wat zijn voordelen als 2 producenten één gezamenlijke campagne voeren? (combinatiecommunicatie)
De twee merken profiteren van elkaars sterke punten. Ook de communicatie-uitgaven kunnen hierdoor omlaag gaan. Voorbeeld: Nivea Men en Philips Shave
Positionering van een merk is de positie van een merk ten opzichte van:
andere merken in de perceptie van de consument.
Wat wordt weergegeven bij ‘hard-sell-communicatie’?
Bij ‘hard-sell’-communicatie worden de werking en de voordelen van het product gecommuniceerd. Deze methode wordt gehanteerd bij informationele positionering.
Voor wat voor soort positionering zullen merken van bijvoorbeeld modeartikelen, parfums of bier voornamelijk kiezen?
Transformationele positionering. Dit wordt ook wel imago- of levensstijlpositionering genoemd. Het wordt met name gebruikt bij producten die een bepaald imago of een bepaalde levensstijl voor de gebruiker vertegenwoordigen (parfum, mode), of die je voor je plezier koopt (zoals frisdrank).