H6 Pos Flashcards

1
Q

Hoelang gaat een goed positionering mee?

A

Drie a vier jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn enkele interne redenen voor herpositionering?

A
  • (Noodgedwongen) fusies
  • Als één merk wordt opgesplitst in twee of meer merken
  • Als een management buy-out heeft plaatsgevonden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een management buy-out (MBO)?

A

Dit is een vorm van overname waarbij een bedrijf of unit wordt uitgekocht door het zittende management. Dit komt vaak voor bij multinationals met meerdere business units, die besluiten de verliesgevende of niet tot de kernactiviteiten behorende onderdelen te verkopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat moet in balans zijn bij elke positionering?

A

Alle aspecten uit het MDC-model (Merk,Doelgroep en Concurrenten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat staat er in de Brand Positioning Sheet (BPS)?

A

Hierin worden alle keuzes voor de positionering samengevat. Bij het maken van de keuze moet je kiezen welke betekenisladder het best bij het merk past.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt samengevat in de betekenisladder?

A

Hier wordt samengevat hoe waarden zich via betekenissen of consequenties naar attributen vertalen, en hoe deze zich weer via betekenissen laten terug vertalen naar waarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt bepaald na de keuze welke betekenisladder het uitgangspunt van de propositie gaat vormen?

A

Welke aspecten uit die ladder leidend zullen zijn en welke ondersteunend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn points-of-parity (PoP)?

A

Punten van overeenkomst/gelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke vraag kan gesteld worden op het gebied van categorisatie van een merk bij een positionering?

A

Wil je dat het merk aanhaakt (mainstream) of moet het onderscheidend zijn?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke twee keuzes zijn bij Points-of-Parity versus Points-of-Difference relevant?

A

Haak je aan bij de kenmerken van de categorie? Zo nee,

Hoeveel afstand neem je dan van de kenmerkende attributen van de categorie (onderscheiden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een merk kan ook ‘negatief’ gepositioneerd worden op een Point-of-Parity, hoe kan dit worden gedaan?

A

Door ervoor te kiezen je tegen de populaire categorie af te zetten. Zoals 7UP zich vroeger de UNCOLA noemde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat bedoelde 7UP met ‘uncola’?

A

7UP wilde van prototype frisdrank cola af en maakte een frisdrank die naar cola smaakt maar wit van kleur is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het grote gevaar wanneer er teveel wordt afgeweken naar een point of difference?

A

Dat de klanten het product niet meer kunnen categoriseren. er moeten altijd POP’s aanwezig zijn om het product/dienst te kunnen categoriseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom moeten er altijd POP’s aanwezig zijn om het product te kunnen categoriseren?

A

Klanten zouden het product niet meer kunnen categoriseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke keuzes worden samengevat in een Brand Positioning Sheet (BPS)?

A

Alle keuzes die je ten aanzien van een positionering hebt gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt profileren in?

A

Dit houdt in dat je keuzes maakt op het gebeid van manifestatie, communicatie en visualisatie.

17
Q

Waarmee kan de Brand Circle managers helpen?

A

Deze Brand Circle an helpen met de beslissingen welke producten/diensten de gekozen positionering het best over het voetlicht kunnen brengen.

18
Q

Welke drie zones kent de Brand Circle?

A
  • Inner Core: kernproducten
  • Outer Core: deel van associaties, minder voor profilering
  • No-Go Area: producten die afbreuk doen a.h. merk
19
Q

Als je hebt vastgesteld welke producten het best de positionering onder de aandacht kan brengen, is het goed de positionering richting te geven aan het ontwikkelen van nieuwe producten. Hoe noemen we dit?

A

Brand Driven Innovation

20
Q

Welke twee doelstellingen kunnen we onderscheiden m.b.t. het profileren van een merk dmv communicatie?

A
  1. Betekenis geven aan de attributen van het product in de hoofden van de doelgroep. EN
  2. Vergroten van naamsbekendheid
21
Q

Waarvoor dient het MDC-model (merk/doelgroep/concurrentie)?

A

Voor het vaststellen van een goede positionering.

22
Q

Wat is volgens Riezenbos de beste manier van positioneren?

A

Inside-out

23
Q

Een prototypische positionering maakt GEEN gebruik van..

A

Points oF Difference

24
Q

Waar om is saillante de meest gewilde vorm van merkbekendheid?

A

Dit is namelijk niet enkel dominante naamsbekendheid, maar ook relevant. Klanten kennen het merk dus actief en hebben hier voor hen gunstige associaties bij.

25
Q

Een merk met een hoge betrokkenheid en een positieve aankoopmotivatie heet :

A

Een Mytisch merk

26
Q

Segmentatie op Kennis Houding en Gedrag is een voorbeeld van doelgroepsegementaite op …

A

merkspecifiek niveau

27
Q

Segmentatie op koop en gebruiksgedrag is een voorbeeld van:

A

Segmentatie op domeinspecifiek niveau

28
Q

Wat zijn criteria voor effectieve segmentatie?

A

Meetbaar, bereikbaar, homogeen en substantieel.

29
Q

Wat is bij segmenteren heft verschil tussen actieve en passieve variabelen?

A

Actieve zijn er om een eerste selectie mee te maken. Passieve komen om de doelgroep nader te beschrijven.

30
Q

Welke propositie kan worden ingezet wanneer er sprake is van een directe verkoopdoelstelling (tot aankoop overgaan)?

A

Gesloten propositie

31
Q

het verhogen van naamsbekendheid van het merk is een vorm van::

A

Binding

32
Q

Het koppelen van de juiste associaties aan de merknaam valt onder:

A

Relevantie

33
Q

Het Organization Branding Model combineert inside-out en outside-in denken. Waar of niet waar?

A

Waar! Het is een model waarin het om het samenspel van interne verankering, externe relevantie (dus op basis van een consumenteninzicht) en het verdienmodel (financiële meerwaarde) gaat, en waar deze 3 elementen even belangrijk

34
Q

Waarom staat de merknaam centraal in het nieuwe merkmodel van F en vR?

A

Bij alle prikkels die op de doelgroep afkomen moet de merknaam als eerste genoemd worden.