H7 Flashcards

1
Q

Op welke drie manieren (niveaus) kan een markt worden gesegmenteerd?

A
  1. Algemene niveau (persoonsgebonden)
  2. Domeinspecfieke niveau (productgroepgebonden)
  3. Merkspecifieke niveau (merkgebonden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een segment?

A

Een groep (potentiele) consumenten die op een aantal belangrijke kenmerken overeenkomsten vertonen: geslacht, leeftijd, inkomen, waarden/normen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is segmenteren?

A

groeperen van mensen op basis van gemeenschappelijke kenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe heten de variabelen die worden gebruikt om de gevormde segmenten verder te beschrijven en te karakteriseren?

A

Passieve variabelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke kenmerken worden onderscheiden op het algemene niveau in het segmentatieproces?

A

Geografische,
Socio-economische, en
Psychografische kenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn geografische kenmerken?

A

Kenmerken zoals woon- of verblijfplaats. Provincie, gemeente, postcodegebied, land, stadswijk of urbanisatiegraad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn socio-economische kenmerken?

A

Deze kenmerken zijn aan een persoon of aan een huishouden gebonden. Bijv. geslacht, leeftijd, samenwoningsvorm, duur van de samenwoning, grootte en gezinssamenstelling, beroep, sociale klasse, welstand, opleiding, inkomen,.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn psychografische kenmerken?

A

Dit zijn attitudes, interesses en opinies die niet direct betrekking hebben op het merk of product. BIjv. modegevoeligheid, opvattingen over de rollen van man en vrouw, politieke overtuigingen, houding t.o.v. .. etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vaak worden indelingen naar levensstijlgroepen gemaakt op grond van psychografische, socio-economische en demografische variabelen aangevuld met activiteiten. Wat is een bekende indeling hiervoor?

A

de Amerikaanse VALS, Value and Life Styles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een domein? (m.b.t. domeinspecifiek niveau, segmentatieproces)

A

Een domein is een geheel van gedragingen met een gemeenschappelijk doel of gemeenschappelijke betekenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke drie zaken worden onderscheiden bij het domeinspecifieke niveau?

A
  1. Betrokkenheid bij een bepaalde productgroep.
  2. Segmentatie op grond van gewenste producteigenschappen en voordelen.
  3. Domeinspecifieke waarden, kennis, attitude en gedrag tov producten en merken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een nieuwe ontwikkeling in segmentatie?

A

De momentconsument. De voorkeuren en het gedrag hangen hierbij af van de situatie. Momentsegmentatie gaat ervan uit dat voorkeuren niet constant zijn maar afhankelijk van de situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat tonen onderzoeken van Sharp aan m.b.t. het merkspecifiekniveau in het segmentatieproces?

A

Onderzoeken tonen aan dat het meestal niet lukt om via bestaande klanten of loyaliteitscampagnes de gewenste groei te realiseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom lukt het volgens Sharp meestal niet om via bestaande klanten of loyaliteitscampagnes de gewenste groei te realiseren?

A
  1. Groeien lukt niet via aankoopfrequentie, voor groei is penetratie nodig.
  2. De groep trouwe gebruikers is minder belangrijk voor omzet dan gedacht.
  3. Loyaliteitscampagnes zijn slechts beperkt in staat om nieuwe klanten te werven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat omvat de bekende 80/20 regel, ook wel het Parceto principe genoemd in marketing?

A

Elk merk heeft een groep trouwe kopers (20%) die verantwoordelijk is voor 80% van de omzet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke doelgroep moet een merk kiezen om te groeien? En welke communicatie is hierbij nodig?

A

Als een merk wil groeien moet men lichte gebruikers van een merk kiezen. Hierbij is massacommunicatie nodig vanwege de relatief lage betrokkenheid van mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom blijkt het Parceto-principe (80/20) anno 2016 niet meer te kloppen?

A

De trouwe kopers (20%) zijn tegenwoordig slechts verantwoordelijk voor 50% v.d. omzet. De andere 50% komt van lichte gebruikers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat benadrukt een consumer insight, ofwel het consumenteninzicht?

A

Dit benadrukt iets wat er altijd al was maar waar je nooit bij stil hebt gestaan. Marcom is hierop gebaseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarom vormen communicatiedoelstellingen de basis voor de marketingcommunicatiestrategie?

A

Als men niet weet wat er met met marcom bereikt moet worden en welke effecten er moeten nagestreefd, kan er geen goede strategie worden ontwikkeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Tot welk segment behoren de meeste Nederlandse huishoudens volgens een onderzoek van een paar jaar geleden?

A

weinig tijd, weinig geld. (De groep ‘weinig tijd, weinig geld’ bedraagt 41% van de Nederlandse bevolking.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat voor soort variabele is ‘opleiding’?

A

Opleiding is een socio-economische variabele.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Momentsegmentatie is een vorm van segmentatie waarbij:

A

het ervan uit gaat dat voorkeuren niet constant zijn, maar afhankelijk zijn van de situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

De kassajuffrouw bij een grote schoenenwinkel vraagt jou om je postcode.

Waarvan is hier sprake?

A

Geografische segmentatie. Segmentatie van postcodes valt onder segmentatie op basis van geografische kenmerken: de postcode waar iemand woont, zegt vaak iets over zaken als woonplaats, type woning en inkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Weinig tijd en veel geld zijn de kenmerkende variabelen voor de segmentatie van de doelgroep::

A

Tweeverdieners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Een horlogeproducent onderscheidt de volgende segmenten: horlogedragers die willen weten hoe laat het is, horlogedragers die het horloge hebben als modieus onderdeel van hun outfit, en horlogedragers die graag de nieuwste technologie in het horloge verwerkt willen hebben.

Welke type segmentatie hanteert deze onderneming?

A

Benefitsegmentatie. Hierbij wordt de markt opgesplitst in segmenten op basis van bepaalde voordelen, eigenschappen of toepassingsmogelijkheden die de kopers in een product zien.

26
Q

“Welke merken bier kent u?” Wat meet deze enquetevraag?

A

Brand Recall. Dit is ongeholpen (spontane) merkbekendheid, zoals bij het maken van een boodschappenlijstje of wanneer iemand bedenkt welke merken hij kent. Brand recognition is geholpen merkbekendheid, zoals het herkennen van een merknaam als Heineken. Van een merk ‘houden’ is een attitude.

27
Q

Een fabrikant van fietsen heeft de markt opgedeeld in drie groepen consumenten: sportievelingen, uitgaanspubliek en kantoormedewerkers met recht op een fiets van de zaak.

Welke vorm van segmentatie hanteert de betreffende fabrikant?

A

Benefitsegmentatie. Hier wordt de markt opgesplitst in segmenten op basis van bepaalde voordelen, eigenschappen of toepassingsmogelijkheden die de kopers in een product zien.

28
Q

E-Buy, de online koop- en verkoopsite, kijkt bij het vaststellen van de verschillende segmenten die bereikt moeten worden voornamelijk naar leeftijd en geslacht. Hoe heet de marktsegmentatie op basis van deze kenmerken?

A

Socio-economisch

29
Q

De zogenaamde 80/20-regel voor het productgebruik houdt in dat:

A

De zogenaamde 80/20-regel voor het productgebruik houdt in dat een klein percentage huishoudens (20%) een groot aandeel in de totale omzet uitmaakt (80%).

30
Q

Tot welk niveau van doelgroepsbepaling hoort merktrouw?

A

Tot het merkspecifieke niveau behoren de variabelen die in verband staan met het kopen en gebruiken van een bepaald merk.

31
Q

Levensstijl behoort bij de doelgroepsbepaling op:

A

het algemene niveau. Op het algemene niveau worden doelgroepen en marktsegmenten beschreven met algemene variabelen. Het zijn geografische, socio-economische en demografische variabelen en psychosociale variabelen. De laatste worden samengebracht in levensstijl.

32
Q

Onder welk niveau valt ‘productgebruik’?

A

Productgebruik valt onder het domeinspecifieke niveau.

33
Q

Leeftijd behoort bij de doelgroepsbepaling tot:

A

Het algemene niveau. Op het algemene niveau worden doelgroepen en marktsegmenten beschreven met algemene variabelen. Dat zijn geografische, socio-economische en demografische variabelen en psychosociale variabelen.

34
Q

Wat omvat het begrip ‘gezinscyclus’ ?

A

Het begrip ‘gezinscyclus’ refereert aan de levensstadia die de gemiddelde consument doorloopt: een combinatie van leeftijd, samenwoningsvorm en aanwezigheid van kinderen.

35
Q

Als iemand een nieuwe fiets in zijn zaak koopt, houdt de rijwielhandelaar bij waarvoor men de fiets gaat gebruiken. Waarvoor kan hij deze informatie gebruiken?

A

De fietsenhandelaar houdt wijze van productgebruik bij. Hij kan dit gebruiken voor benefitsegmentatie. Dit is segmentatie op domeinspecifiek niveau.

36
Q

Aquafresh richt zich op mensen die een frisse adem willen hebben. Waarvan is hier sprake?

A

Benefitsegmentatie. Dit heeft betrekking op de door de consument gewenste producteigenschappen. In het geval van tandpasta is dat bijvoorbeeld dat de tandpasta zorgt voor een frisse adem. Er is dan sprake van segmentatie op domeinspecifiek niveau.

37
Q

Welke groep kopers is volgens het Pareto-principe van groot belang?

A

Trouwe klanten

38
Q

Ervaring met het gebruik van een bepaald type product behoort bij de doelgroepsbepaling tot:

A

Het domeinspecifieke niveau. Tot het domeinspecifieke niveau behoren de variabelen die in verband staan met een domein van productgebruik, waaronder productervaring.

39
Q

Loyaliteitscampagnes richten zich vaak op de groep trouwe klanten. Bij welke wijze van segmenteren wordt de groep trouwe klanten onderscheiden?

A

Segmentatie op merkspecifiek niveau. Segmentatie op merkspecifiek niveau kijkt naar kennis, houding, of in dit geval gedrag van mensen ten opzichte van een bepaald merk. De mate van merktrouw is hiervan een voorbeeld.

40
Q

Waar kijkt segmentatie op merkspecifiek niveau naar?

A

Naar kennis, houding, of gedrag van mensen ten opzichte van een bepaald merk. De mate van merktrouw is hiervan een voorbeeld.

41
Q

Op grond van algemene variabelen wordt een indeling gemaakt naar levensstijl van de consument en daarna naar de verschillen in domeinspecifieke variabelen.

Hoe wordt dit genoemd?

A

Segmentatie met passieve variabelen.

42
Q

Hoe werkt achterwaartse segmentatie?

A

Bij achterwaartse segmentatie worden de groepen eerst op domeinspecifiek niveau ingedeeld en dan verder beschreven met socio-economische, demografische en psychosociale variabelen.

43
Q

Een onderneming onderscheidt de volgende segmenten: heavy users, light users en niet-gebruikers. Welk type segmentatie hanteert deze onderneming?

A

Segmentatie o.b.v. koop- en gebruiksfrequentie.

44
Q

De wens ‘witte tanden’ te hebben is een typisch voorbeeld van segmentatie op:

A

Domeinspecifiek niveau.

45
Q

Marina let in de supermarkt altijd op promotieacties. Zij koopt het merk dat op dat moment in de aanbieding is. Wat voor type consument is Marina?

A

Merkwisselaar. Mensen die gevoelig zijn voor promotieacties wisselen vaak van merk, omdat ze ergens anders denken een voordeel te behalen. Dit zijn typische merkwisselaars.

46
Q

Een fabrikant van kauwgom heeft de markt opgedeeld in drie groepen consumenten die vooral belang hechten aan respectievelijk schone en gezonde tanden, een frisse adem en de smaak van het product.

Welke vorm van segmentatie wordt door de betreffende fabrikant gehanteerd?

A

Benefitsegmentatie. Hierbij wordt de markt opgesplitst in segmenten op basis van bepaalde voordelen, eigenschappen of toepassingsmogelijkheden die de kopers in een product zien.

47
Q

Een tijdschriftenuitgever is actief op de jongerenmarkt. Welk segmentatiecriterium heeft deze uitgeverij gekozen?

A

Segmentatie o.b.v. socio-economische kenmerken

48
Q

Op welke drie manieren kan een markt worden gesegmenteerd?

A
  1. Algemeen niveau
  2. Domeinspecifiek niveau
  3. Merkspecifiek niveau
49
Q

“Segmenten die worden beschreven staan LOS van productgebruik” Om welk niveau gaat het hier?

A

Het algemene niveau.

50
Q

Variabelen bij het domeinspecifieke niveau hebben betrekking op:

A

het productgebruik.

51
Q

Merkspecifieke segmentatie is gebaseerd op basis van:

A

OP basis van hun kennis, attitude en gedrag ten opzichte van het merk/product.

52
Q

Merkbekendheid, attitudes ten aan zien van een merk, koopintenties en koop- en gebruiksgedrag. Op welk niveau worden deze variabelen gemeten?

A

Merkspecifiek niveau

53
Q

Wat is de volgorde bij achterwaartse segmentatie?

A

Begin met segmenteren op het domeinspecifieke niveau, daarna socio-economisch, demografisch en psychografisch. Hierdoor wordt de doelgroep onderscheiden naar gebruiksgedrag (benefit-segmentatie)

54
Q

Waarom lukt groeien NIET via aankoopfrequentie?

A

Hiervoor is penetratie nodig.

55
Q

Als een merk wil groeien moet het zich richten op…

A

de lichte gebruikers. Vanwege de relatief lage betrokkenheid van hen is er massacommunicatie nodig

56
Q

Wat moet een effectdoelstelling bevatten?

A

De doelgroep, het effect wat bereikt moet worden en het termijn waarin het moet gebeuren!

57
Q

“De verwachtte effecten van alle communicatie-instrumenten als totaal” - In welke soort doelstelling hoort dit?

A

Marketingcommunciatiedoelstellingen

58
Q

In welke vier groepen zijn doelstellingen meestal te verdelen?

A
  1. Dominantie
  2. Relevantie
  3. Binding
  4. Gedrag
59
Q

Wat is de awareness set?

A

Alle merken die de klant kent

60
Q

Wat moet de doelgroep doen bij een ‘open propositie’?

A

De doelgroep moet informatie opvragen of een winkel bezoeken.

61
Q

Wat moet de doelgroep doen bij een ‘gesloten propositie’?

A

Doelgroep moet echt iets kopen. Hiervoor wordt vaak direct-responscommunicatie, prijspromotie en DM-communicatie gebruikt.