H8 Flashcards

1
Q

Welke soorten doelstellingen zijn er?

A

Bereiks-, proces- en effectdoelstellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat omvat een bereiksdoelstelling?

A

Een bereiksdoelstelling heeft te maken met de doelgroep die bereikt moet worden via de massamedia.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Procesdoelstellingen hebben betrekking op….

A

Het proces van communicatiewerking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Effectdoelstellingen hebben betrekking op…..

A

het effect dat we met de communicatiecampagne willen bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke elementen moeten effectdoelstellingen bevatten?

A
  • De doelgroep tot wie de campagne zit richt –> de commdoelgroep.
  • Het effect dat men bij deze doelgroep wil bereiken: verandering in kennis, attitude, koopintentie of koopgedrag.
  • De termijn waarbinnen de doelstellingen gerealiseerd moeten worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom heeft het vastleggen van communicatiedoelstellingen een groot aantal voordelen?

A

Onder andere: Het bevordert een goede afstemming tussen de marcominstrumenten. het is een hulpmiddel bij het opstellen van comm.budget. En het vereenvoudigt het beoordelen van creatieve concepten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat moet duidelijk zijn voordat de communicatiedoelstellingen op papier worden gezet?

A

Er moet eerst duidelijkheid zijn over de ondernemings- en marketingdoelstellingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Marketingcommunicatiedoelstellingen hebben betrekking op:

A

de verwachte effecten van alle marketingcommunicatie-instrumenten als totaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

“In 2020 een rendement op het geïnvesteerd vermogen van 10% halen”. Welke soort doelstelling is dit?

A

Ondernemingsdoelstelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

“In 2020 het marktaandeel vergroten van 20 naar 30%” Welke soort doelstelling is dit?

A

Marketingdoelstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

“In 2020 10% van de doelgroep overhalen om een probeeraankoop te doen” Welke soort doelstelling is dit?

A

Marketingcommunicatiedoelstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

“In 2020 de geholpen merkbekendheid verhogen van 60 naar 75%”. Waarvan is dit een doelstelling?

A

Reclamedoelstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom beïnvloed marcom wel de koopbereidheid maar niet of slecht het koopgedrag?

A

Een reclame van bijv. de H&M kan iemand er toe zetten een bezoek te brengen aan de winkel of online. Echter, als het kledingstuk tegenvalt of de verkoopster niet goed genoeg reageert kan de klant besluiten niets te kopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In welke vier hoofdgroepen kunnen de effectdoelstellingen van de communicatie van een merk worden verdeeld?

A
  • Dominantie
  • Relevantie
  • Binding
  • Gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

“Door het creëren van relevantie én dominantie kunnen we het merk positioneren”. Wat wordt hiermee bedoeld?

A

Een positie creëren in het brein van de consument (uit de doelgroep) t.o.v. concurrerende merken in de productklasse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat omvat merkbekendheid?

A

Dit wil zeggen een actieve of passieve kennis van de merknaam. Actieve of spontane merkbekendheid is als de consument de merknaam uit eigen geheugen, zonder hulp kan noemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is ‘TOMA’?

A

Top of Mind Awareness. Als men vraagt om biermerken te noemen, de eerste merken die worden genoemd zijn top of mind, TOMA-merken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een merkattitude?

A

Dit is de houding ten opzichte van het merk en in het bijzonder de voorkeur voor het merk.

19
Q

Als mensen de voordelen kennen van een merk, ontwikkelen zij een.

A

Positieve attitude t.o.v. het merk.

20
Q

In NL wordt de perceptie van de consument t.o.v. ruim 1000 merken gevolgd. Welke aspecten van merkattitude worden daarbij gemeten?

A
  • De brand stature van het merk, die gebaseerd is op de waardering (komt het beloftes na) en vertrouwdheid.
  • De vitaliteit van het merk (differentiatie (uniek) en relevantie (beantwoordt het pers. behoeften)).
21
Q

Wat geeft de vitaliteit van een merk aan?

A

Het groeipotentieel van een merk.

22
Q

Wat geeft de brand stature (waardering/vertrouwdheid) aan?

A

Dit geeft aan wat de huidige kracht van het merk is t.o.v. alle andere merken.

23
Q

Wat is gedragsfacilitatie?

A

Dit is het verschaffen van informatie over, waar, wanneer en hoe het product gekocht kan worden. Het gaat over de koop te vergemakkelijken. De winkel kan gratis parkeren aanbieden. En dmv een website kan een koop ook makkelijker worden.

24
Q

Welke soorten (5) gedragsdoelstellingen zijn er?

A
  • Directe verkoopdoelstelling (gesloten propositie)
  • leden-of donateurswerving
  • gedragsbehoud
  • gebruiksfrequentie verhogen of verlagen
  • beinvloeden van afdankgedrag
25
Q

De doelstelling ‘Begrijpt de doelgroep de communicatieboodschap?’ is een:

A

Een procesdoelstelling. Deze heeft betrekking op het proces van communicatiewerking, zoals begrijpelijkheid van de communicatie-uiting.

26
Q

Waarom moeten communicatie-effectdoelstellingen passen in de ondernemings- en marketingdoelstellingen?

A

Communicatie-effectdoelstellingen moeten kwantitatief zijn, maar niet in omzettermen. Omzet is namelijk een marketingdoelstelling. Bereik wordt vastgelegd in bereiksdoelstellingen, niet in effectdoelstellingen.

27
Q

Waarop is de Brand Asset Valuator gebaseerd?

A

Op het meten van de brand stature van het merk, die gebaseerd is op waardering en vertrouwdheid, en op het meten van de vitaliteit van het merk, die berust op differentiatie en relevantie.

28
Q

Wat is TOMA?

A

Actieve merkbekendheid,

29
Q

Wat is gedragsfacilitatie?

A

Gedragsfacilitatie is het verschaffen van informatie over de vraag waar, wanneer en hoe het product gekocht kan worden. Het verlaagt dus als het ware de moeite die een consument moet doen om een product te kopen.

30
Q

“Het verschaffen van informatie over de vraag waar, wanneer en hoe het product gekocht kan worden. Het verlaagt dus als het ware de moeite die een consument moet doen om een product te kopen.” Waarvan is dit een definitie?

A

Gedragsfacilitatie

31
Q

Merk X is een nieuw merk op de kauwgommarkt. Merk X is een campagne begonnen: men deelt gratis kauwgom uit en er wordt een serie televisiecommercials uitgezonden. Wanneer zullen deze campagnes het meeste effect hebben?

A

Commercials uitgezonden na het uitdelen. Veel communicatie voor producten met een lage betrokkenheid heeft vooral effect na de koop, of in dit geval na het uitproberen. Door deze communicatie kan merk X de ervaring met het product versterken en de keuze van het uitproberen bevestigen.

32
Q

In een radiocommercial roept Basic Fit mensen op om zich ‘nu direct’ in te schrijven om de kilo’s van het kerstmenu eraf te trainen. Waarvan is in deze campagne sprake?

A

Gesloten propositie, omdat feitelijk koopgedrag (lid worden van Basic Fit) de doelstelling is.

33
Q

In de reclames van het nieuwe vruchtensap Splash wordt zeer visueel weergegeven welke heerlijke vruchten er in de drank verwerkt zitten. De reclame is zo gefilmd dat je wel zin in vruchtensap moet krijgen als je de commercial ziet.

Welk type communicatie-effectdoelstelling staat hier centraal?

A

Relevantie, de reclame richt zich op het realiseren van merkattitude: je moet het wel willen drinken, omdat je gelooft dat het vers en fris is. Merkattitude is een doelstelling die zich richt op vergroting van de relevantie van het merk.

34
Q

Een consument ziet een reclame van het chipsmerk A op televisie. Hij krijgt trek en bedenkt zich dat hij zelf nog chipsmerk B in huis heeft. Hij haalt chips B uit zijn kast en eet merk B op.

A

De reclame creëert categoriebehoefte

35
Q

Wat voor type doelstelling wordt bedoeld met: ‘Welke media moeten we kiezen en hoe vaak moeten ze worden ingeschakeld?’?

A

Bereiksdoelstelling

36
Q

Een internationale bank die streeft naar een versterking van het marktaandeel van haar verzekeringsactiviteiten, hanteert een:

A

Marketingdoelstelling. Marketingdoelstellingen hebben betrekking op zaken als omzet, afzet of marktaandeel.

37
Q

Marketingcommunicatie beïnvloedt rechtstreeks de koopbereidheid en daarmee ook direct het koopgedrag. Waar of niet waar?

A

Niet waar! Marketingcommunicatie heeft niet of slechts gedeeltelijk invloed op het koopgedrag. Andere externe factoren spelen ook een belangrijke rol.

38
Q

Merkherkenning is:

A

Passieve merkbekendheid.

39
Q

De categoriebehoefte is een communicatie-effectdoelstelling. Wat betekent categoriebehoefte?

A

De primaire vraag naar een bepaalde productcategorie. Categoriebehoefte is de primaire vraag en behoefte bij de consument aan een productcategorie en niet noodzakelijk aan een merk. Een behoefte aan een specifiek merk is een secundaire vraag.

40
Q

Wat is het grootste onderzoek ter wereld naar merkwaarde en merkperceptie?

A

De Brand Asset Valuator van de Y&R Groep. Dit onderzoekt meer dan vijftig variabelen van 50.000 merken wereldwijd. De Brand Asset Valuator meet brand stature (waardering en vertrouwdheid van het merk) en vitaliteit (is het merk uniek en beantwoordt het aan behoeften).

41
Q

Wat meet de Brand Asset Valuator?

A

De Brand Asset Valuator meet brand stature (waardering en vertrouwdheid van het merk) en vitaliteit (is het merk uniek en beantwoordt het aan behoeften).

42
Q

In een direct-marketingcampagne worden mensen opgeroepen aan de Nieuwjaarstrekking van de Postcodeloterij mee te doen. Er is in deze campagne sprake van een:

A

Het is een gesloten propositie, omdat feitelijk koopgedrag (bijvoorbeeld een loterij) de doelstelling is. Dat maakt het een koop- en gedragsdoelstelling.

43
Q

Nadat de familie De Boer een aantal showrooms bezocht heeft, besluit men dat hun nieuwe auto een Volkswagen of een Peugeot wordt. Deze merken zitten dan in de:

A

Consideration set