H9 Flashcards

1
Q

Databronnen

A
  • observaties
  • enquêtes onder volwassenen
  • interviews van kinderen of volwassenen
  • gesproken computerinterviews
  • echografie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Observaties

A

wordt bijna niet ingezet, en al helemaal niet bij kinderen. Ouders kunnen gevraagd worden om hun kinderen te observeren, maar hun kunnen gebiased zijn, of de kinderen gaan hun gedrag privé doen, waardoor de ouders het niet in de gaten kunnen houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Enquêtes onder volwassenen

A

(retrospectieve data): onbetrouwbaar, omdat er bias op kan treden doordat mensen terugkijken naar vroeger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Interviews van kinderen

A

niet ethisch, omdat kinderen geen informed consent kunnen geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gesproken computerinterviews

A

de vragen worden aangereikt door oortjes. Kinderen antwoorden via een toetsenbord. Dit zorgt voor een beter gevoel van privacy.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sigmund freud

A

Voor 1890 werd gedacht dat seksueel gedrag geen rol speelde in de kindertijd en dat dit zich op een magische manier openbaarde in de puberteit. Sigmund Freud was een van de eerste die stelde dat kinderen ook seksuele drang hebben. Inmiddels weten we dat de capaciteit in het menselijk lichaam om een seksuele respons te tonen (o.a. erectie en vaginale vochtigheid) aanwezig is vanaf de geboorte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Attachment (hechting)

A

een psychologische band die zicht vormt tussen een kind en de ouder of andere verzorger. De kwaliteit van de relatie kan heel belangrijk zijn voor het vermogen van een kind voor latere seksuele en emotionele relaties. De eerste intieme relatie die de meeste kinderen ervaren is met hun ouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kenmerken 0-4 jaar

A

• Lichamelijk contact: baby’s houden van lichamelijk contact. Ze vinden het fijn om geknuffeld te worden, wat hen een veilig gevoel geeft en zorgt voor vertrouwen: hechting.
• Eigen lichaam ontdekken: baby’s en peuter ontdekken hun eigen lichaam door het strelen van hun eigen genitaliën (zelfstimulatie). Baby’s tussen 6-12 maanden ontdekken hun eigen geslachtsdelen door ze onbedoeld aan te raken. Sommige jongetjes kunnen een erectie krijgen, maar dit heeft niks te maken met opwinding. Orgasme door zelfstimulatie is mogelijk vanaf een vroege leeftijd, maar voor de puberteit kunnen jongens niet ejaculeren. Het aanraken van geslachtsdelen kan het kind een prettig gevoel geven, net zoals op de duim zuigen.
• Nieuwsgierig naar lichamen: ook de lichamen van anderen. Ze vinden het belangrijk om het geslacht van anderen te weten. Vanaf 4/5 jaar oud worden kinderen socialer. Jongens en meisjes kunnen knuffelen of handen vasthouden (hierbij imiteren ze volwassenen). Soms leren kinderen over seks doordat ze hun ouders hierop betrappen.
• Vieze woorden: zoals poep en piemel, omdat ze merken dat deze woorden reacties uitlokken bij volwassenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kleuterjaren en genderherkenning

A

In de kleuterjaren beginnen kinderen een eenvoudig begrip van seksualiteit te ontwikkelen. Ze raken geïnteresseerd in het bekijken van naakte mensen en hoe mensen plassen. Ze leren verschillende geslachten herkennen aan de hand van genitaliën. Vanaf leeftijd 21⁄2 of 3 weten peuters welk gender ze zijn, doordat ze hetzelfde zijn als hun ouders van hetzelfde geslacht, en anders zijn dan ouders van het andere geslacht. Rond 4 of 6 zijn ideeën over gender rigide, maar door het krijgen van ervaring worden deze ideeën flexibeler. Sommige kinderen die zich niet identificeren met het gender wat ze toegeschreven is bij de geboorte beginnen met het vertonen van cross-gendergedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken 4-6 jaar, leren en spelen

A

• Regels leren: kinderen leren hoe ze zich in verschillende situaties behoren te gedragen, wat mag wel vs. wat mag niet. Bijvoorbeeld dat ze niet aan hun geslachtsdelen kunnen zitten waar anderen bij zijn.
• Doktertje spelen: kinderen spelen de wereld na, en leren ze hoe verschillende lichamen eruit zien, en ontdekken ze het verschil tussen meisjes en jongens.
• “Waar komen baby’s vandaan?”.
• Jongens- en meisjesdingen: kinderen krijgen rigide ideeën over hoe jongens en
meisjes zich horen te gedragen, en wat het gender inhoudt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken 6-9 jaar, al een beetje spannend

A

• Verliefdheden: kinderen vinden iemand lief, en kunnen een goed onderscheid maken tussen vriendschap, verliefdheid en houden van.
• Spannende plekjes: kinderen blijven nieuwsgierig naar hun geslachtsdelen en weten vanaf 7 jaar dat het iets seksueels is, maar weten wel dat het iets privés is. Ze bekijken elkaars geslachtsdelen en raken deze aan, dit doen ze wanneer volwassenen er niet zijn, omdat ze weten dat het niet hoort.
• Vriendschappen: kinderen spelen bij voorkeur vaak met anderen van hetzelfde geslacht (gender segregated social organisation). Wanneer jongens en meisjes samen spelen, vinden ze dit vaak spannend.
• Vergelijken met anderen: kinderen worden zich steeds bewuster van de mening van anderen. Ze gaan zichzelf vergelijken met anderen waardoor onzekerheden en ontevredenheden kunnen optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kenmerken 9-12 jaar, bijna puber

A

• Schaamte: kinderen gaan zich meer verstoppen voor hun ouders.
• Eerste verkering: geen seksueel gedrag, en vaak ook geen afspraakjes één op
één.
• Nieuwsgierig naar seks: vanaf ongeveer 10 jaar wordt seks interessant.
Sommigen vinden het interessant en gaan meer vragen stellen, anderen vinden
het vies of eng.
• Veranderend lichaam: andrenarge; rijping van de adrenale klieren (tussen 8-
10 jaar) die leidt tot een toename in de niveaus van geslachtshormonen inclusief testosteron. Bij meisjes komen de lichamelijke en emotionele veranderingen eerder dan bij jongens. Men denkt dat de rapportage van de eerste seksuele aantrekkingskracht ook met de rijping van de adrenale klieren te maken heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Heteronormativiteitspatroon

A

het idee dat heteroseksualiteit het enige seksuele patroon is wat normaal en natuurlijk is. Kinderen leren dit al vroeg aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Seksualisatie

A

Een grote zorg van ouders, verzorgers en onderzoekers is sekusalisatie van kinderen. Seksualisatie ontstaat wanneer:
• Iemands waarde alleen voortkomt uit hun seksuele aantrekkingskracht of gedrag.
• Een persoon gemeten wordt aan een standaard die fysieke aantrekkelijkheid gelijkstelt aan sexy zijn.
• Een persoon seksueel geobjectiveerd wordt.
• Een kind ongepast als seksueel wordt gezien.
Voorbeeld: missverkiezingen voor kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kenmerken 12-15, puberteit

A

• Zelfstandig willen zijn.
• Vrienden nog belangrijker: vrienden hebben en erbij horen wordt steeds
belangrijker. Tegelijkertijd zijn jongeren er gevoelig voor kritiek en afwijzing,
waardoor ze kwetsbaarder worden voor groepsdruk.
• Social media: jongeren gebruiken social media voor contact met anderen, flirten
en het opzoeken van dingen over seks. Dit is veranderd ten opzichte van jaren
geleden.
• Seksuele aantrekking: jongeren worden verliefd of voelen zich seksueel
aangetrokken tot iemand (van een ander geslacht of hetzelfde geslacht). Het seksueel aangetrokken voelen tot iemand van hetzelfde geslacht kan vaak verwarrend ervaren worden, doordat kinderen al vroeg het heteronormativiteitspatroon hebben aangeleerd. Vaak op deze leeftijd voor het eerst gezoend.
• Seksuele interesse stijgt rond de puberteit, en gaat door tijdens de adolescentie, kan veroorzaakt worden door:
֍ Lichamelijke veranderingen en bewustwording ervan.
֍ Stijging van niveaus van sekshormonen (testosteron).
֍ Toegenomen culturele nadruk op seks.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Masturbatie

A

Er is een sterke toename van masturbatie bij jongens tussen 13 en 15 jaar. Op 15- jarige leeftijd had 82% van de jongens gemasturbeerd. Meisjes beginnen ook met masturberen in de adolescentie, maar de toename in gedrag is veel geleidelijker.

Urdy ontwierp een model wat de sociale en biologische factoren van seksualiteit in adolescentie opneemt. Uit onderzoek is gebleken dat testosteron niveaus een impact hebben op de seksualiteit van adolescente jongens en meisjes. Sociaal- psychologische variabelen interacteren met biologische effecten waardoor de soms uitvergroot of onderdruk worden.

17
Q

Kenmerken 15-18, bijna volwassen

A

• Oefenen met relaties.
• Wensen en grenzen: jongeren van deze leeftijd zijn nog niet altijd goed in het
aangeven van wensen en grenzen bij flirten of versieren. Dit kan tot
misverstanden of ongewenste seksuele ervaringen leiden.
• Seksuele ervaringen: vaak is er een progressie van kussen, strelen, orale seks, penetratieve seks, hier kun je de script theorie op toepassen. De redenen om wel of geen seks te hebben verschillen per persoon. De leeftijd waarop de helft van de jongeren geslachtsgemeenschap heeft gehad was in 2012 17 jaar en in 2017 18 jaar. 90% van de meiden en 94% van de jongens vindt seks fijn. Jongeren zijn vooral positief jegens seks tijdens verkering en staan negatief
tegenover seks zonder verliefdheid.
• Uit de kast komen (maar lang niet iedereen): veel ervaren vooroordelen en
afwijzingen binnen families of op school. Echter vinden de meeste homoseksuele jongeren hier hun weg in en is aan het eind van de adolescentie het welzijn net zo hoog als dat van heteroseksuele jongeren.

18
Q

De studententijd 19-22

A

De manier van seks en relatiestatus verschilt ontzettend onder studenten. Sommige zijn single, anderen hebben een relatie, er zijn mensen die samenwonen en anderen hebben al kinderen. Ook doen niet alle studenten het veilig en zijn er variaties in tevredenheid over het seksleven.
• Hooking up: is een seksuele ontmoeting van mensen die elkaar niet of nauwelijks kennen die seks hebben zonder de verwachting van een relatie. Helaas is deze seks vaak slechte seks. Vaak gaat deze seks gepaard met alcohol, wat weer tot spijt kan leiden.
• Friends with benefits: twee vrienden die af en toe seks met elkaar hebben.
• Fuck buddy: iemand waarmee je vaak seks hebt, maar niet anders mee doet
(geen vrienden).
• Booty call: een persoon waarmee je geen relatie hebt, maar enkel opbelt om
seks mee te hebben.

19
Q

Tienerzwangerschappen

A

De afname van tienerzwangerschappen in de USA komt doordat tieners meer anticonceptie zijn gaan nemen en er meer programma’s zijn om het te voorkomen. Tienerzwangerschappen zijn een sociaal probleem, omdat de moeders te jong zijn voor de verantwoordelijkheid van het hebben van een kind, het vaak gezinnen betreft met laag inkomen en omdat de moeder waarschijnlijk haar niet opleiding af zal maken. Echter is er grote diversiteit in de uitkomsten van de levens van de moeders.

20
Q

Early seks

A

Seks op 15 jarige leeftijd of daarvoor wordt gezien als early seks.
• Andere woonsituatie dan beide biologische ouders.
• Weinig ouderlijk toezicht.
• Laagopgeleide ouders.
• Slechte relatie met ouders.
• Voorlopen op de fysieke ontwikkeling.
• Meer bezig zijn met daten.
• Meer televisie kijken.
• Positievere attitudes jegens seks.
Deze factoren voorspellen ook een hoog aantal seksuele partners.

21
Q

Media en seksuele socialisatie

A

De beelden in de media representeren seksuele socialisatie; ze geven inzicht in seksuele relaties en hoe dat werkt. Deze aangeleerde scripts kunnen later gedrag in jongeren beïnvloeden. Zo leren jongens dat ze masculine moeten zijn door initiatief te nemen, agressief te moeten zijn en emoties moeten vermijden. Meisjes moeten zich feminine gedragen door rein en toch verleidelijk te zijn.

22
Q

Sexting

A

het versturen van seksueel geladen berichten of foto’s. Het heeft tegenwoordig steeds meer aandacht gekregen. Het komt vaak voor, maar de meerderheid van de adolescenten doet het niet, aangezien de gevolgen ernstig kunnen zijn, zoals dat de foto’s of filmpjes ongewenst verspreid kunnen worden. Ongewenste blootstelling aan pornografie en seksuele prostitutie via het internet blijven een probleem, maar de percentages zijn gedaald
• 1⁄8 jongeren heeft een naaktfoto of seksfilmpje van zichzelf naar iemand gestuurd.
• 1⁄4 van de jongens en 1⁄5 van de meisjes heeft meegemaakt dat iemand een naaktfoto of seksfilmpje van zichzelf aan hem/ haar stuurde.

23
Q

Risicovolle seks en hersenen

A

Hersenonderzoekers geloven dat risicovol seksueel gedrag veel te maken heeft met het ongelijke tempo van hersenrijping tijdens de adolescentie. Gebieden van de hersenen die te maken hebben met emotie en het zoeken naar feel-good beloningen ontwikkelen zich eerder dan de gebieden die te maken hebben
met impulscontrole. Dit leidt er waarschijnlijk toe dat tieners meer openstaan voor nieuwe ervaringen, maar kan er ook toe leiden dat ze risicovol gedrag vertonen.

24
Q

Seksuele ervaringen

A

• Verliefdheid.
• Verkering.
• Masturbatie.
• Tongzoenen.
• Voelen en strelen.
• Aftrekken of vingeren.
• Orale seks.
• Geslachtsgemeenschap.
• Anale seks.

25
Q

Kennis over seks (percentage houdt in wie het verkeerd hebben beantwoord)

A

• De anticonceptiepil minimaliseert de kans om besmet te raken met een SOA (jongens 25%/ meisjes 21%).
• Als je jezelf na de seks goed wast, loop je minder snel een SOA op (jongens 44%/ meisjes 35%).
• Je kunt een noodconceptie pil (morning-afterpil) bij de drogist kopen zonder doktersrecept (jongens 42%/ meisjes 34%)
• Als je geen lichamelijke klachten hebt, kun je toch een SOA hebben (beide 24%).
• Er zijn SOA’s waarvan meisjes later geen kinderen meer kunnen krijgen (jongens 43%/ meisjes 32%).
• Als je de pil slikt, kun je later geen kinderen meer krijgen (jongens 13% meisjes 9%).
• Tijdens de eerste geslachtsgemeenschap zullen meisjes altijd bloeden (jongens 39%/ meisjes 28%).
• De meeste SOA’s gaan vanzelf over (jongens 29%/ meisjes 26%).

26
Q

Erikson’s Fases van psychologische ontwikkeling

A

model van psychosociale ontwikkeling volgens welke we crises ervaren in iedere van acht levensfases. Elk van deze crises kan worden opgelost op twee manieren. Sociale invloeden zijn extra belangrijk in het bepalen van de uitkomsten. Volgens Erikson is er in de vroege kindertijd een crisis tussen autonomie en schaamte en later tussen initiatief en schuld. Het kind dat masturbeert op 5-jarige leeftijd vertoont autonomie en initiatief. Als de ouders reageren door het kind te straffen, kunnen hun handelingen schaamte en schuld veroorzaken.

27
Q

Geschatte fase levenscyclus- crisis

A

Kinderjaren- basisvertrouwen vs wantrouwen

Leeftijd 1,5/3 - autonomie vs schaamte en twijfel

Leeftijd 3-5,5 - initiatief vs schuldgevoel

Leeftijd 5,5/12 - industrie vs minderwaardigheid

Adolescentie - identiteit vs rolverwarring

Jong volwassenheid - intimiteit va isolement

Volwassenheid - generativiteit vs stagnatie

Volwassenheid - ego integriteit vs wanhoop.