H11 Flashcards
Emoties/affectieve invloeden op aantrekking
Onze emotionele staten hebben zowel direct als indirect invloed op tot wie we ons aangetrokken voelen:
Indirecte invloed emoties
persoon brengt een indirecte bestaande emotionele toestand over op nieuwe mensen die we ontmoeten.
֍ Priming: participanten worden enerzijds geprimed met een plezierige stimuli (foto van een schattig katje), en anderzijds geprimed door een onplezierige stimuli (foto iemand die pijn heeft). De mate van priming beïnvloedt het evalueren mensen anders, bijv. het (niet) leuk vinden van een vreemde.
Directe invloed emoties
positief affect leidt er gewoonlijk toe dat we anderen gunstiger beoordelen; negatief affect leidt tot het afkeer/ dislike
Theorie bryne’s law of attraction (1997)
We vinden mensen leuker wanneer ze vaak aardig zijn tegen ons (bekrachtiging) en zelden vervelend (bestraffing). We geven de voorkeur aan mensen die gelijk zijn, omdat interactie met hen lonend is voor ons eigen gedrag.
Propinquity
(ook wel bekend als het proximity effect/ nabijheidseffect): hoe dichter twee mensen fysiek bij elkaar zijn, hoe groter de kans dat ze elkaar ontmoeten en hoe waarschijnlijker het is dat er een aantrekkingskracht zal ontwikkelen.
De drijvende kracht achter het proximity effect is de herhaalde blootstelling (the mere-exposure effect): familiariteit (herhaalde blootstelling) leidt tot leuk vinden, zoals bij the girl next door.
Daarnaast kan nabijheid ook gedeelde interessen suggereren
door de opkomst van internet, is nabijheid geen leidende factor meer, want men kan van een afstand met elkaar in contact blijven.
Assortative mating
Omgaan met mensen die op je lijken/ marchen met gelijkwaardige partners
Gelijkheid
Er is veel bewijs dat mensen zich bezighouden met assortative mating (omgaan met mensen die op je lijken/ matchen met gelijkwaardige partners) of matching fenomeen (attitudes, intelligentie en aantrekkelijkheid). Mensen willen graag een partner die op hen lijkt door dezelfde visie van de wereld in te nemen.
Gelijkenis is echter geen voldoende voorwaarde voor een succesvolle relatie, en niet iedereen voelt zich aangetrokken tot soortgelijke mensen. In feite nemen interraciale en interreligieuze huwelijken toe.
Sociale vergelijkingstheorie
Het selecteren van gelijke partners kan onze zelfwaardering versterken door onze eigen wereldbeelden te bevestigen
Complementariteit
het idee dat tegenpolen elkaar aantrekken, dat mensen zich aangetrokken voelen tot wat anders is in anderen.
Homophily
is de neiging om contact te hebben met mensen van gelijke sociale status, dit is vooral het geval bij ras, daarna opleiding en leeftijd.
Witte vrouwen en witte mannen met een diploma zijn meer geneigd contact op te nemen met een wit persoon zonder diploma, dan een zwart persoon met diploma.
Theorie: Same-Sex Attraction; Exotic becomes Erotic Theory (Daryl Bem)
Als mensen van hetzelfde geslacht zijn en als aantrekkingskracht afhangt van fysieke verschillen, hoe kunnen ze zich dan tot elkaar aangetrokken voelen? De theorie stelt dat mensen zich aangetrokken voelen tot wat voor hen ongewoon of exotisch is.
• Heteroseksuelen: het is het verschil in anatomie verpakt met het culturele stereotype dat ♂ en ♀ uit twee verschillende werelden komen.
• Homo’s/ Lesbiennes: mensen voelen zich aangetrokken tot iets in het lichaam van de ander of de persoonlijkheid dat hen opwindt, omdat het anders is dan hun eigen lichaam of persoonlijkheid.
Hypothese: als mensen verschillen ervaren, zowel heteroseksueel als homoseksueel, associëren ze die met cognitief en emotioneel opgewonden zijn.
Schaarste
verhoogt de perceptie van aantrekkelijkheid, net zoals bij marketing van producten
onderzoek van Pennebaker et al. (1979)
studie in een bar waar mannen en vrouwen de aantrekkelijkheid van mensen op verschillende uren op de avond beoordeelden.
• Resultaat: naarmate sluitingstijd nadert, worden andere klanten in een bar aantrekkelijker → schaarste. Wanneer er minder beschikbaar is, veranderen de perspectieven van aantrekkelijkheid.
• Alternatieve verklaring: bierbril → de participanten waren niet meer nuchter tijdens het beoordelen.
Fysiologische opwinding en aantrekkelijkheid
Als iemand al fysiologisch opgewonden is wanneer hij/ zij een nieuw iemand ontmoet, neemt de kans op aantrekkingskracht toe.
Dutton and Aron (1974)
“The Skay Bride Study”; twee bruggen, een stevige en een wiebelige (enger, dus meer opwinding). Halverwege de brug stond een aantrekkelijke dame (de onderzoeksassistente) die ze een paar vragen stelde. Ze gaf hen haar nummer, en participanten op de wiebelige brug belde haar vaker terug, dan participanten op de normale brug.
Misattribution of physiological arousal
Als er potentiële concurrerende bronnen van opwinding zijn, kunnen we de bron verkeerd toewijzen.
In het voorbeeld van de brug verwarde de participanten hun hoogtevrees met de aantrekking tot de onderzoeksassistente.
Two-Component Theory of Love (Berscheid en Walster’s)
die stelt dat twee condities tegelijkertijd aanwezig moeten zijn, wil er gepassioneerde liefde ontstaan:
• Fysiologische arousal.
• Het plaatsen van een cognitief label (liefde) op het gevoel van arousal →
arousal wordt ge-misattribueerd voor liefde.
Neurochemicalieën en aantrekking
- feromonen
- dopamine en serotonine
- oxytocine
Feromonen
(of tenminste de geur) kan het verlangen van de
partners toe laten nemen.
Dopamine en serotonine
kunnen opwinding en aantrekkingskracht
vergemakkelijken of afremmen.
Voorbeeld: vrouwen aan bupropion (antidepressiva) rapporteren meer seksuele opwinding. Het medicijn verhoogd dopamine niveaus. Echter, kunnen antidepressiva ook het libido afremmen. Bijv. persoon die antidepressiva gebruikt, zoals selectieve serotonine heropname remmers, ervaren vaak laag libido, lagere levels van opwinding en een vertraagd orgasme.
Oxytocine
wat vrijkomt bij lichamelijk contact, kan aantrekkelijkheid verhogen door een gevoel van binding te creëren.
Fysieke aantrekkelijkheid
De mate waarin we een ander persoon als mooi ervaren, speelt een belangrijke rol in de initiële aantrekkelijkheid. We voelen ons meer aangetrokken tot mensen die we als mooi ervaren: Halo effect
Halo effect
(een positieve perceptie van iemand gebaseerd op fysieke aantrekkelijkheid).
Biopsychosiciale basis aantrekkingskracht
Het oordeel van aantrekkelijkheid heeft een biopsychosociale basis:
• Mannen hechten meer waarde aan aantrekkelijkheid dan vrouwen (maar
vrouwen vinden het ook belangrijk).
• Het waargenomen verlangen van een potentieel romantisch doelwit wordt
beïnvloed door hoe anderen dat doelwit zien.
Social strategies theory
Wanneer we een persoon aantrekkelijk vinden, zien we hen als een gezond persoon, wat indiceert dat deze persoon vruchtbaar is. Al met al zoeken we een partner die voor gezonde nakomelingen kan zorgen.
Context afhankelijke aantrekkelijkheid
Perceptie van aantrekkelijkheid is context-afhankelijk, iemands schoonheid wordt beoordeeld in vergelijking met de personen in de buurt.