H3 Flashcards

1
Q

Technieken seksuologisch onderzoek variëren op;

A
  • hoe wordt seksualiteit gemeten
  • grootte van de participantengroep, veel bij kwantitatief, minder bij kwalitatief
  • veldstudie of labstudie
  • natuurlijk gedrag of manipulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Niet-experimentele studies

A
  • kwantitatief onderzoek
  • gedachten, gevoelens en gedragingen worden op systematische manier verkregen en gecodeerd.
  • observatie, geen manipulatie

-zelfrapportage
- gedragsmatige metingen
- case studie
- impliciete metingen
- biologische metingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zelfrapportage

A

Meest voorkomende methode voor het meten van seksualiteit en seksueel gedrag. Vragen over seksueel gedrag en attitudes richting seksueel gedrag. Erg persoonlijke vragen, daarom wil men vaak niet deelnemen of haken ze tussentijds af.
- papieren vragenlijst
- interview
- online

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

GRISS

A

Golombok-Rust Inventory of Sexual Satisfaction (GRISS)
Zelfrapportage lijst over beleving van seks; hoe tevreden zijn mensen?

Kritiek; bepaling cut-offs, oordelend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

IIEF

A

International Index of Erectile Function
Oude zelfrapportage lijst over erectiel functioneren van een man, wordt veel gebruikt.
Patiënten vullen de lijst verschillend in omdat het afhangt van hoe iemand een vraag interpreteert.

Goed; er worden definities gegeven (seksuele activiteit)
Slecht; mensen lezen de inleiding vaak niet (goed).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gedragsmatige metingen

A
  • directe observatie; seks bekijken in het laboratorium
  • eye-tracking; patiënten dragen eye tracking apparaat, die meer waar ze naar kijken als ze foto’s te zien krijgen.

Waar kijken mannen als eerst naar bij het zien van een naakte vrouw?
—> vaak van borsten naar schaamstreek, al blijven de ogen bij borsten vaak stilhangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Onderzoek SM (sadomasochistic)

A

Directe observatie
Sm interactie in semi public settings.
Onderzoeker Moser ging naar sm party en observeerde hoe mensen zich gedroegen en wie er aanwezig waren.
- er waren bepaalde sociale etiketten
- de hoeveelheid geslachtsgemeenschap was minder dan verwacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Case studies

A

Specifiek voorval waardoor er maar weinig participanten deelnemen. Vaak 1 persoon of erg kleine groep. Gebruikt om richtlijnen van behandeling te geven op een specifieke situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Impliciete metingen

A

Kijken naar associaties tussen verschillende paren van concepten. Uitkomstmaat is de reactie in miliseconden. Deze is snel als 2 concepten sterk geassocieerd zijn. Kan haast niet gemanipuleerd worden door de cliënt.

Vb; attitudes jegens condooms of homoseksualiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Biologische meting

A
  • genitale meetmanieren
  • MRI; niet invasieve manier van kijken naar anatomie van de hersenen of genitaliën.
  • FMRI; indirecte meting van neurale activiteit door hersenactiviteit te bekijken door het meten van relatieve bloedtoevoer.
  • pupidilatie; meet wat men interesseert door pupilwijdte. Groot: leuk. Bv bij onderzoek naar pedofilie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Masters en johnson (1966)

A

Eerste die seksuele respons op biologische manier hebben onderzocht. Dit door observatie. Er wordt geobserveerd hoe lichamen reageren op seksuele stimulatie in het lab.
Genital measures beoordelen erectie in mannen en vaginale veranderingen in vrouwen.
Aantal weken na het onderzoek werden deelnemers ondervraagd om te kijken of er schade was ontstaan. Onderzoek van controversieel en pornografisch, wel hebben ze bijgedragen aan het ontwikkelen van de seksuele responscyclus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kritiek Masters en johnson (1966)

A

Niet representatief doordat ze bepaalde mensen wel uitnodigen en andere niet (witte hoogopgeleide mensen). Verder misschien bias, misschien andere reactie in lab dan in real life vanwege observatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Penile strain gauge (genitale meetmanier)

A

Band on de penis, meet grootte/dikte penis tijdens erectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vaginal photoplethysmograph (genitale meetmanier)

A

Meet opwinding door verandering in vaginale bloedtoevoer door middel van reflecterend licht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kinsey reports

A

Vorm van zelfrapportage waarbij gebruik wordt gemaakt van 11000 interviews bij man en vrouw van verschillende etniciteiten tussen 1938 en 49. Resulteerde in publicatie in sexual behavior in human male en “” female.
Masturbatie, homoseksualiteit en buitenechtelijke seks vond veel vaker plaats dan werd gedacht. Meest bekend door seksinterviews, maar kinsey en collega’s hebben ook elkaar gefilmd tijdens seksuele interactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kritiek kinsey reports

A

Sampling issues, niet representatief, doordat ondanks de vele etniciteiten, alleen de hoogopgeleide witte mensen worden gebruikt. Ook wilde kinsey zoveel mogelijk de bias klein houden, door vragen als masterbeert u? Ipv wanneer voor het laatst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

NHSLS

A

National health and social life survey. (Kinsey report)

Kinsey reports startte begin van vele seksuele onderzoeken. Een daarvan was deze.
Data kwam uit interviews en kort geschreven vragenlijsten. Onderzoek kreeg niet genoeg subsidie waardoor niet veel mensen mee hebben gedaan. Hierdoor heeft niet iedere etnische groep data geleverd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

NSSHB

A

National survey of sexual health and behavior (kinsey report)

Recentste onderzoek waarbij gebruik gemaakt werd van zelfrapportage vragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Experimenteel onderzoek; kwalitatieve methode

A

Experimenteel onderzoek word gekenmerkt door manipulatie van de onafhankelijke variabele om te kijken of dit invloed heeft op de afhankelijke variabele. Hierdoor kunnen causale inferenties gemaakt worden; X —> Y. Voor manipulatie is het belangrijk dat beide groepen gelijk aan elkaar zijn op basis van participanten. Dit wordt gerealiseerd door random sampling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Onderzoeken causaliteit

A
  • Confounders, een factor die veranderd wanneer een afhankelijke variabele ook veranderd, moet gecontroleerd worden.
  • participanten moeten willekeurig ingedeeld worden in experimentele conditie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Kwalitatief onderzoek

A

Zet resultaten niet om in cijfers, maar behoud de woorden. Bv etnografie; waarbij een complete beschrijving van de menselijke maatschappij wordt weergeven.

Oz bevat kleine sample die verkennend van aard zijn om hypothese mee te genereren en testen. Output is vaak een boomstructuur waar thematiek uit gehaald kan worden en verder kan worden gecodeerd.
- interview
- focus groep; interview in groepsverband zodat mensen elkaar kunnen inspireren om hun verhaal te delen
- media content analysis; set procedures die gebruikt wordt om valide inferenties te maken over een tekst. 1) Wat ga je analyseren? 2) opstellen codeerprotocol (hoe je gaat analyseren) 3) toetsen betrouwbaarheid (intercoder reliability)

22
Q

Verschil kwalitatief kwantitatief

A

Kwalitatief;
- hypothese genereren
- kleine steekproef
- data saturatie; je weet van te voren niet hoeveel thema’s er zijn, tijdens interview moet je dus door blijven vragen tot er niks meer te vragen is

Kwantitatief;
- hypothese testen
- grote steekproef
- vooraf opgestelde hypothese, waardoor er dus maar x aantal thema’s onderzocht worden.

23
Q

Participant observer technique

A

Wetenschapper wordt deel van de maatschappij die bestudeerd wordt, waardoor er geobserveerd wordt van binnenuit.

24
Q

Sampling

A

Proces sampling doorgaat 3 fases;
- populatie wordt geïdentificeerd
- methode voor het verkrijgen van een sample word bedacht
- mensen in sample worden gecontacteerd en gevraagd deel te nemen (bij seksuologisch onderzoen wordt veel deelname geweigerd).

25
Q

Random sample

A

Ieder lid van de populatie heeft gelijke kans om in de sample te komen (experimenteel oz)

26
Q

Probability sample

A

Ieder lid van de populatie heeft een bekende kans om in de steekproef te komen. Stel je weet dat de populatie bestaat uit meer mannen dan vrouwen, dan kun je samplen op bv 40% vrouw en 60% man, dan hou je rekening met kans.

27
Q

Convenience sample

A

Sample die gekozen wordt op lukrake manier ten opzichte van de populatie die men wil onderzoeken, omdat ze voorhanden zijn. Bv psychologiestudenten.

28
Q

Snowball sampling

A

Bestaande participanten suggereren namen voor toekomstige participanten die gerekruteerd kunnen worden.

29
Q

Bias

A

Probleem van weigering of non respons. Weinig deelnemers bij seksuologisch onderzoek.

Volunteer bias; resultaten zullen niet betrouwbaar zijn doordat de mensen die vrijwillig meedoen aan het onderzoek verschillen van mensen die weigeren mee te doen. Bv mensen met meer ervaring.

30
Q

Purposeful disortion

A

Intentioneel geven van zelfrapportage die niet overeenkomt met de werkelijkheid.

  • enlargement; antwoorden overdrijven. Hoe vaak seks per week?
  • concealment; inhouden van antwoorden. Hoeveel bedpartners heb je gehad voor je 20ste? Liegen omdat je denkt dat je misschien boven de norm zit.
31
Q

Accuracy probleem

A

Purposeful distortion
Geheugen
Moeilijkheden met schatten

32
Q

Geheugen

A

Lastig om feiten accuraat te onthouden, vooral bij ouderen als gevraagd wordt naar de jeugd.

33
Q

Moeilijkheden met schatten

A

Lastig om tijd in te schatten, vooral als iemand bezig is met een boeiende activiteit.

34
Q

Testen accuraatheid en betrouwbaarheid zelfrapportage

A
  • test-hertest betrouwbaarheid
  • onafhankelijke rapportage ontvangen van 2 mensen die samen seksuele activiteiten doen
  • computer assisted self interview (CASI)
35
Q

Test hertest betrouwbaarheid

A

Deelnemer krijgt vragen, na een tijd dezelfde vragen. Correlatie van antwoorden wordt bekeken

36
Q

CASI

A

Computer-assisted self- interview

Kan gecombineerd worden met audio-component, zodat de vragen biet alleen gelezen hoeven worden. Deze waarborgt de privacy en zorgt dat mensen die niet kunnen lezen ook kunnen deelnemen.

37
Q

Tearoom Trade Study (Humphreys, 1970): Homoseksual encounters in public places; seksuologie

A

Een tearoom is een openbaar toilet in de USA, waar veel homoseksuele ontmoetingen plaatsvonden. Vaak was er één homoseksueel aanwezig en kwam iemand anders kijken of er iemand anders was die daar ook was voor seks. Er stond een derde op wacht voor de politie, omdat het verboden was. Humphreys stond op de uitkijkt, terwijl de anderen niet wisten dat hij een onderzoek deed. Hij ging observeren wat er gebeurde in een tearoom, en wie er kwamen door kentekennummers op te schrijven. Achteraf ging hij langs de mannen hun huis om een vragenlijst af te nemen. Eenmaal aangekomen bij de huizen merkte hij op dat de helft van de mannen in een heteroseksueel huwelijk zaten.
Ethische kwestie: geen informed consent of debriefing, waardoor mensen geen idee hadden dat ze meededen aan een onderzoek.

38
Q

Tuskegee Syphilis Study (Jones, 1992): The natural progression of syphilis; seksuologie

A

De onderzoekers waren geïnteresseerd in de progressie van syphilis (SOA) bij laagopgeleide, Afro-Amerikaanse mannen uit Tuskegee, Alabama. Alle deelnemers hadden syphilis, maar kregen hier geen diagnoses voor. Enkel werd hun vertelt dat ze “bad blood” hadden, en daarvoor gratis medische behandeling en warme maaltijden kregen. Vanwege hun maatschappelijke positie gingen de mannen deelnemen. Er kwam een doorbraak en er werd gevonden dat penicilline goed helpt tegen syfilis. Echter kregen de deelnemers nooit medische behandeling. Onderzoekers informeerde omringende huisartsen dat deze mannen mee hadden gedaan aan het onderzoek, en daardoor moesten hun ze medicatie weigeren. Toen dit onderzoek bekend werd was het voor velen al te laat, 123 mannen waren overleden door de ziekte en veel anderen hadden onherstelbare schade.

39
Q

Stanley Milgram’s study (Milgram, 1963): Obedience to authority; psychologie

A

In dit onderzoek werd gekeken hoe participanten reageerden onder druk van een autoritatief figuur. Er waren drie rollen:
1) Deonderzoeksleider:hetautoritatieffiguur. 2) Leraar:participant.
3) Student:betaaldeacteur.
De student werd gescheiden van de onderzoeksleider en de leraar. De leraar moest vragen stellen over woordparen en de student moest antwoorden. Bij ieder fout antwoord, moest de leraar een schok toedienen aan de student. Bij ieder fout antwoord ging de schok 50 volt omhoog. De acteur schreeuwde alsof hij daadwerkelijk een schok kreeg en de reacties werden steeds heftiger. Dit werd onder leiding gedaan van de onderzoeksleider die aandrong om door te gaan: “The experiment requires you the continu”. Het experiment eindigde wanneer 450 volt 3 keer achter elkaar had toegediend of wanneer de leraar weigerde om verder te gaan. 65% gaf het maximum voltage schokken, waaruit Milgram concludeerde dat mensen zullen gehoorzamen aan autoritatieve figuren, zelfs in moreel twijfelachtige omstandigheden.
Ethische kwestie: geen informed consent, en de participanten dachten dat ze daadwerkelijk iemand pijn deden/ vermoord hadden, wat hun welzijn niet beschermde.

40
Q

Stanford Prison Experiment (Zimbardo, 1971): The development of norms, effect of roles, labels, and social expectations in a simulated prison environment; psychologie

A

psychologie
Dit onderzoek trachtte te onderzoeken hoe mensen zich gedragen in verschillende rollen. Hij simuleerde een gevangenisomgeving, waarbij 24 witte studenten werden gerekruteerd en random werden ingedeeld in bewakers of gevangenen. De bewakers werd verteld wat ze moesten doen om de orde te bewaren, waardoor ze macht kregen over de gevangenen. Het onderzoek had 2 weken moeten duren, maar werd stopgezet na 6 dagen omdat het er zo slecht aan toe ging in de gevangenis. Conclusie was dat de participanten hun rol geïnternaliseerd hadden.
Ethische kwestie: Zimbardo deed zelf mee aan het experiment als toezichthouder, waardoor hij invloed had op de uitkomst van het onderzoek. Tevens gaf hij toestemming aan de bewakers om de gevangenen te mishandelen, wat geleid kan hebben tot permanente schade.

41
Q

Regels wetenschappelijk onderzoek

A
  • bescherming tegen schade
  • informed consent
  • rechtvaardigheidsbeginsel
  • kosten-baten analyse
  • vrijheid om zich terug te trekken
  • debriefing
42
Q

Bescherming tegen schade

A

Waaronder anonimiteit. Medisch onderzoek vraagt altijd een biologisch profiel (BMI, bloedgroep bv), waardoor mens alsnog kan achterhalen wie de patiënt is.

43
Q

Informed consent

A

Waarin patienten een bewuste beslissing maken over hun deelname, gebaseerd op de ware bedoeling van de studie

44
Q

Rechtvaardigeidsbeginsel

A

Waarbij de risico’s en voordelen van een onderzoek eerlijk verdeeld worden over groepen in de maatschappij. Het kan dus niet zo zijn dat mensen met een laag inkomen veel risico lopen en mensen met hoog inkomen alle voordelen hebben.

45
Q

Kosten baten analyse

A

waarbij de risico’s en voordelen van het deelnemen aan de studie (bv tijd voor de deelnemers of stress) gewogen worden tegen de voordelen van het onderzoek zelf (kennis opdoen)

46
Q

Vrijheid om zich terug te trekken

A

Men is bang dat wanneer ze niet deelnemen aan een studie, ze nergens meer terecht kunnen voor behandeling. Men mag altijd stoppen met onderzoek, zonder geldige reden.

47
Q

Debriefing

A

Waarbij personen naderhand geïnterviewd worden over het doek van het onderzoek; misvattingen worden rechtgezet.

48
Q

Etniciteit in onderzoek

A

Heeft grote invloed op hoe mensen zich gedragen en interacteren met anderen. Hierbij kan gekeken worden naar gelijkenissen en verschillen tussen groepen, wat achterhaald kan worden tijdens een in-dept studie over een etnische minderheid. Wel moet hier extra opgelet worden dat de vragenlijsten aangepast worden aan cultuurgevoelige onderwerpen en de taal.

49
Q

Web based survey

A

2 methodologische componenten;
- rekruteren van participanten via internet
- participanten online vragenlijsten in laten vullen.

Het zorgt voor meer anonimiteit, wat zou moeten leiden tot eerlijkere antwoorden en zouden taboes minder een probleem zijn. Web-based surveys kunnen veel grotere steekproeven rekruteren dan traditioneel onderzoek.

50
Q

Meta-analyse

A

Meta-analyse is een techniek waarbij resultaten van alle voorgaande onderzoeken over het te bestuderen onderwerp gecombineerd worden.
1) De onderzoeker zoekt alle studies over het onderwerp.

2)Verschillentussendestudieswordenonderzocht(bijvoorbeeldtussenmannen
en vrouwen).

3) De onderzoeker neemt het gemiddelde van al deze verschilscores.

51
Q

Enlargement

A

Overdrijvend antwoorden, hoevaak seks per week?

52
Q

Concealment

A

Antwoorden inhouden, hoeveel bedpartners gehad?