H8 Flashcards

1
Q

Masters and johnson

A

Onze kennis over de seksuele responscyclus komt voort uit onderzoek van Masters en Johnson, die mensen observeerden tijdens seks of masturbatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fases seksuele responscyclus

A

4 fases:
• Opwinding (excitement).
• (Plateau).
• Orgasme.
• Resolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vasocongestie

A

Wanneer er veel bloed naar een gebied stroomt als gevolg van verwijding van de bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Myotonie

A

wanneer de spieren samentrekken, niet alleen in de geslachtsorganen maar ook in het hele lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Opwinding/excitement fase

A

Excitement fase is het begin van erotische opwinding. Het basis fysiologische proces is vasocongestie.
- opwinding man
- opwinding vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Opwinding man

A

Bij de man is erectie de duidelijke opwindingsrespons. Verschillende erotische gedachten en fysieke stimulatie triggeren parasympatische reflexen die een erectie veroorzaken. Hierdoor komt er afgifte van nitric oxide, dopamine, serotonine, oxytocine. Cognitieve factoren zoals visuele prikkels en hoge activiteit in de amygdala en hypothalamus dragen
bij tot seksuele opwinding en seksuele respons bij mannen. Tijdens opwinding nemen hartslag, bloeddruk, spiertonus en hyperventilatie toe. Bulbourethrale klieren beginnen te werken.

Erectie treedt op wanneer neuronen stikstofmonoxide (NO) afgeven aan hun synaptische uiteinden, wat de gladde spieren
van de penisslagaders doet ontspannen, de vaten verwijden zich,
en de bloedstroom naar het erectieweefsel neemt toe. De vasculaire kanalen (corpora cavernose en corpus spongiosum) stromen vol met bloed, de resulterende druk zorgt ervoor dat de penis stijf wordt. Erectie is belemmerde bloedstroom. Wanneer de
man dichter bij het orgasme komt kan er voorvocht uit de penis komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Opwinding vrouw

A

Bij de vrouw wordt de vagina nat, de clitoris en de vestibulaire bollen zwellen op, de baarmoeder verhoogt en de tepels worden stijf. Bij het orgasmisch platform spannen de spieren rond de vagina zich aan, waardoor de ingang van de vagina vernauwt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Plateau fase

A

Veranderingen die beginnen tijdens de opwinding worden intens voortgezet. De eikel neemt in diameter toe en de testikels zwellen op. Tegen het einde van de plateaufase vindt emissie plaats. Bij emissie komen sympatische stimulatie voor die peristaltische samentrekkingen veroorzaakt van de epididymis. Bij ejaculatie vindt er sympathische stimulatie van de ischiocavernosus plaatst en bulbospongiosus spieren veroorzaken krachtige ritmische contracties die het sperma uit de penis urethra duwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Orgasme fase

A

Orgasme is een serie ritmische samentrekkingen van het bekkenbodemgebied met 0.8 seconde intervals. Bij mannen en vrouwen is er een sterke toename van de hartslag, bloeddruk en ademhaling. Voor mannen is ejaculatory inevitability een sensatie dat ejaculatie bijna gaat beginnen en niet gestopt kan worden (point of no return). Daarna trekken de urethral bulb en penis ritmisch samen om het sperma uit de penis te stuwen. Voor de vrouw begint het gevoel rond de clitoris en verspreidt het door de hele bekken. Sommige mensen geloven dat een vrouw twee soorten orgasme kan hebben: een clitoraal orgasme en een vaginaal orgasme. Fysiologisch gezien is er maar een soort orgasme en clitorale stimulatie is hier bijna altijd bij betrokken, zelfs als er alleen sprake is van gemeenschap waarbij de vagina een rol speelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Resolutie fase

A

Resolutie is de laatste fase van seksuele respons, een gevoel van diepe ontspanning, waarbij genitaal weefsel, hartslag, bloeddruk, ademhaling en spiertonus weer teruggaan naar een niet opgewonden staat. Bij mannen gaat de erectie weg. Eerst gaan de corpora cavernosa snel leeg, waarna het corpus spongiosum en de glans langzamer leeg raken. De meeste mannen komen in een refractaire periode waar ze niet meer opgewonden kunnen raken, en een tweede ejaculatie en orgasme fysiologisch onmogelijk zijn. De duur van deze periode verschilt per man, maar is ook afhankelijk van leeftijd, maar meestal spreken we over 3-30 minuten na het orgasme. Hersenactiviteit bij mannen wijst op een “de-arousal neuraal netwerk”.
Vrouwen hebben dit niet en kunnen meerdere orgasmes hebben in een korte tijd (multiple orgasms). Wat wel gebeurt bij vrouwen is dat de clitoris teruggaat naar de normale positie en grootte. Ook de vagina gaat terug naar de normale grootte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kritiek op model masters and johnson

A

• Het is een lineair model; het een leidt tot het ander en dat hoeft niet altijd zo te zijn.
• Het negeert de cognitieve en subjectieve aspecten, zo houdt men geen rekening met wat een persoon denkt en voelt. Ook is er geen rol voor seksuele ontevredenheid.
• Intimiteit wordt genegeerd als een stimulus voor het activeren van de cyclus, terwijl die wel degelijk een rol speelt.
• Onderzoek heeft iedereen uitgesloten wiens patroon van seksuele respons geen orgasme bevatte, eigenlijk is het resultaat dus gebaseerd op een self- fulfilling prophecy.
• Onderzoek sloot iedereen uit wiens patroon van seksuele respons geen orgasme inhield: het model kan niet gegeneraliseerd worden naar de gehele bevolking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Driefasemodel (Kaplan) van Seksuele Respons

A

• Seksuele opwinding (desire): dit is een cognitieve component; zin hebben in seks. Verlangen kan spontaan optreden, als motivatie voor seksuele activiteit en opwinding; of als responsief verlangen, geactiveerd wordt
door opwinding
• Vasocongestie van de genitaliën (excitement fase).
• Spiersamentrekkingen (orgasme)

Seksuele opwinding is psychologisch, terwijl vasocongestie en spiersamentrekkingen fysiologisch zijn. Het cognitieve component (desire) miste in het model van Masters & Johnson. Daarnaast worden de twee fysiologische componenten aangestuurd door verschillende delen van het zenuwstelsel en gaat het om twee verschillende anatomische structuren, ook verschillen ze in de mate van gevoeligheid voor letsel. De ejaculatiereflex hebben de meeste mannen onder controle, maar de erectiereflex niet. Verslechtering van de vasocongestierespons of de orgasmerespons zorgen voor verschillende seksuele stoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bancroft’s dual control model

A

Het Dual control model stelt dat seksuele respons gecontroleerd wordt door twee processen:
• Seksuele excitatie: reageren met opwinding op seksuele stimuli.
• Seksuele inhibitie: het remmen van seksuele opwinding.

Beide processen kunnen adaptief zijn of afleidend werken. De neiging van beide processen verschil sterk van persoon tot persoon. De meeste mensen scoren hoog op beiden en functioneren goed op seksueel gebied. Bancroft stelt namelijk dat als je heel extreem scoort, er problemen op seksueel vlak kunnen ontstaan. Vroeg leren en cultuur zijn kritieke factoren die een rol spelen bij of er een seksuele respons plaatsvindt. Inhibitie kan bijvoorbeeld handig zijn wanneer er in de omgeving gevaar dreigt of wanneer de omgeving niet juist is om een kind in op te voeden. Ook zorgt het ervoor dat een man niet overmatig vaak seks gaat hebben, omdat zijn vruchtbaarheid dan vermindert (er wordt dan niet snel, genoeg sperma aangemaakt). Emotie zie je hier niet terug, maar inmiddels weten we door onderzoek dat emoties een rol spelen bij seksueel functioneren en vice versa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Emoties en opwinding

A

Onderzoek heeft uitgewezen dat positieve emoties een sterk positief verband hebben met gedachten van opwinding; negatieve emoties ook een sterk positief verband hebben met gedachten aan opwinding. Emoties zoals angst en woede gaan gepaard met algemene opwinding, wat de opwindingsreacties op seksuele stimuli versterkt.
Voorbeeld: bij verkrachting voelen vrouwen zich vaak zodanig angstig dat ze alsnog vochtig kunnen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ruggenmergreflex

A

drie basiscomponenten:
• Receptoren: detecteren stimuli en sturen de boodschap door naar het
ruggenmerg of brein.
• Transmitters: ontvangen de boodschap, interpreteren deze en sturen een
boodschap om de juiste respons te produceren.
• Effectors: neuronen of spieren die reageren op de stimulatie).

Erectie en ejaculatie worden gecontroleerd door vrij eenvoudige ruggenmergreflexen. Wanneer de penis aangeraakt wordt gaat er een signaal naar het erectie centrum in het ruggenmerg. Er wordt dan een boodschap gestuurd waardoor de spieren ontspannen en bloed in de bloedvaten kan vloeien waardoor een erectie ontstaat. Soms komt het voor dat mensen met een ruggenmergbeschadiging boven het reflexcentrum toch een erectie kunnen krijgen en kunnen ejaculeren wanneer ze gestimuleerd worden, echter voelen ze dit niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ejaculatiereflex

A

Ongeveer gelijk aan ruggenmergreflex, behalve dat de twee ejaculatiecentra hoger zitten, dat sympathische en parasympatische delen betrokken zijn en dat de respons myotonie en niet vasocongestie is. De drie grootste problemen bij ejaculatie:
• Retrograde ejaculatie komt voor wanneer het ejaculaat in de blaas komt in plaats van het lichaam verlaat door het uiteinde van de penis. Dit resulteert in een dry orgasm. Dit kan komen door het slikken van bepaalde medicijnen of een prostaatoperatie.
• Vroegtijdige ejaculatie.
• Male orgasmic disorder.

17
Q

Vrouwelijk ejaculatie

A

Hoewel beperkt, suggereert onderzoek dat de neurale circuits voor orgasme bij vrouwen erg vergelijkbaar zijn met die voor orgasme en ejaculatie bij mannen.
Bij sommige vrouwen komt vrouwelijke ejaculatie voor. De Gräfenbergspot (of G- spot) is een klein gebied op de voorwand van de vagina, uitmondend in de urinebuis, en verantwoordelijk voor vrouwelijke ejaculatie; ook wel de vrouwelijke prostaat of de klieren van Skene genoemd. Het zou voor een baarmoeder orgasme zorgen, wat diepere sensaties teweegbrengt dan het clitorale orgasme.

18
Q

Hersencontrole van seksuele respons

A

Seksuele responses worden bepaald door meer dan alleen ruggenmergreflexen. Ze kunnen bijvoorbeeld volledig geïnitieerd worden door psychologische krachten zoals fantasie. Ook kunnen omgevingsfactoren een invloed hebben. Bij heteroseksuele mannen is er activiteit in de nucleus accumbens, amygdala, anterior cingulate cortex en hypothalamus; limbisch systeem. Echter is erectie niet geassocieerd met deze gebieden.

19
Q

Neurochemische invloeden op seksuele respons

A

Bij excitement en arousal zijn dopamine, melancortins, oxytocine en norepinephrine betrokken. De eerste twee stimuleren aandacht voor seksuele stimuli en seksueel verlangen in het limbisch systeem. Norepinephrine en oxytocine stimuleren seksuele opwinding en erectie. Androgenen, oestrogeen en progestine primen het brein om te reageren op seksuele prikkels door het binden aan specifieke hormoonreceptor complexen, welke leiden tot de synthese van deze neurochemicaliën.

20
Q

Sekshormonen

A

interacteren met het zenuwstelsel om seksuele respons te beïnvloeden. Organiserende effecten veroorzaken een relatief permanente verandering in het zenuwstelsel of het voortplantingssysteem. Er zijn kritische periodes tijdens welke deze hormonale effecten kunnen ontstaan. Activerende effecten activeren of deactiveren bepaalde gedragingen

21
Q

Testosteron

A

heeft effecten op het libido. Het lijkt een activerend effect te hebben in het behouden van seksueel verlangen in mannen. Ook is het positief gecorreleerd met seksueel gedrag in jongens rond de puberteit. Bij vrouwen is er ook een positieve correlatie tussen testosteron en libido. Echter werkt het ook andersom, libido en seks hebben ook een effect op testosteron.

22
Q

Hypogonadisme

A

afname/ laag testosteron. Testosteron neemt af met de jaren.
֍ Komt vaak voor bij een burn-out.
֍ Hierdoor heeft men geen zin in seks.
֍ Heeft invloed op de bothuishouding.

23
Q

Verschil in man en vrouw

A

Man;
- seks meer van belang
- genitaal genot
- orgasme
- penetratie
- meer assertief
- slechte ‘antenne’

Vrouw;
- relatie meer van belang
- contact
- sensualiteit
- meer onderdanig
- gevoelig voor partner
- meer schuldgevoel
- meer plaatsen voor opwinding

24
Q

Feromonen

A

zijn biochemicaliën die worden uitgescheiden buiten het lichaam. Ze zijn belangrijk in de communicatie in dieren. Sommige lijken belangrijk in seksuele communicatie en worden zelfs sex attractants genoemd.

Uit onderzoek is gebleken dat feromonen bij vrouwen hun aantrekkelijkheid bij mannen vergroot.

25
Q

Gevolg bij verwijderen van reukorganen

A

(olfactoire bollen en specifiek het vomeronasal organ (VNO)) zorgen voor een enorme afname van seksueel gedrag in mannetjesdieren. Mensen hebben geen VNO, maar wel een bepaalde lining in de neus die feromoonreceptoren bevat.

26
Q

Menstrual synchrony

A

de neiging van vrouwen die in nauw contact staan met elkaar om na een paar maanden een gelijke start van hun menstruatie te krijgen. Er wordt gedacht dat dit wordt veroorzaakt door feromonen. Ook heeft de seksuele oriëntatie invloed op de voorkeur. Zo vinden homoseksuele mannen de feromonen van heteroseksuele mannen onaantrekkelijk en vice versa.