H7 Flashcards
Attitude
Een evaluatie van een attitude object (persoon, product, theorie…).
Komt van genetica, sociaal leren, gedrag, ervaring
Meet je met vragenlijsten (expliciete attitude) en fysiologische maten (impliciete attitude)
3 componenten attitude
- Cognitie (denk): welke kennis heb je erover?
- Affect (gevoel): wat is je gevoel erover?
- Gedrag: ben je geneigd om het te benaderen of om het juist te vermijden?
Mere-exposure effect
Hoe vaker je iets ziet of hoort, hoe leuker je het begint te vinden
Maar kan ook “Over exposure” worden waardoor je er juist gek van word.
Houdingstoegankelijkheid
de sterkte van de associatie tussen een attitude-object en de evaluatie
van dat object door een persoon, gemeten aan de hand van de snelheid waarmee mensen kunnen
rapporteren hoe zij zich over het object voelen. Bijv. op de stelling ‘Mark Rutte is
een goede minister-president’ Ja/nee, hoe sneller de reactie, hoe toegankelijker de attitude.
Theorie van gepland gedrag
Attitude over gedrag + subjectieve normen + ingeschatte controle over het gedrag
–>
Gedragsintentie
–>
Gedrag
persuasieve communicatie
communicatie die bedoelt is om jou van mening te laten
veranderen.
Yale-benadering van attitudeverandering (Yale Attitude Change Approach
“Wie zei wat tegen wie?”
- Kenmerken van de bron (geloofwaardigheid, aantrekkelijkheid
- Kenmerken van de boodschap
(kwaliteit, roept het emoties op, indentificeerbaar slachtoffer)
- Kenmerken ontvanger (humeur)
Elaboration Likelihood model (ELM)
Model van overtuiging, twee manieren om te overtuigen:
1. Centrale route (gecontroleerd nadenken) = de route waarbij mensen zowel het vermogen als
de motivatie hebben om een overtuigende mededeling uit te werken, waarbij bij zorgvuldig
luisteren naar en nadenken over de gepresenteerde argumenten.
Toegepast bij: - Voldoende kennis
- Persoonlijk relevant
- Persoonlijk verantwoordelijk
Mensen gaan dieper in op de boodschappen die ze horen en denken zorgvuldig na over de
inhoud van de communicatie.
- Perifere route (automatisch nadenken) = het geval waarin mensen niet ingaan op de
argumenten in een overredende mededeling, maar zich in plaats daarvan laten leiden door
meer oppervlakkige aanwijzingen. Dit doen mensen bij GEEN motivatie of capaciteit.
Toegepast bij: - Ingewikkeld of onvolledig bericht
- Persoonlijk niet relevant
- Afleiding of vermoeid
Mensen zullen zich niet laten overtuigen door de logica van de argumenten omdat ze niet
goed letter op wat de spreker zegt.
Subliminale boodschappen
woorden of beelden die niet bewust
worden waargenomen, maar toch beoordelingen, houdingen en gedragen kunnen beïnvloeden.
Beïnvloedingsstrategiën
- Wederkerigheid –> “Gratis” cadeautjes (roos krijgen van partij voor verkiezingen, snoepjes bij de rekening)
- Consistentie –> Lowbal techniek, foot-in-the-door techniek
- Sympathie –> Verzoek van vriend of van mooie mensen
- Schaarste –> “er is er nog maar 1 over”, schaars is waardevol, reactantietheorie
- Autoriteit –> de expert zegt (witte jas, Dhr, Dr)
- Sociale bewijskracht –> volle pot fooi, werkt beter dan lege. Lange rij club trekt meer mensen.
Foot-in-the-door techniek
mensen overtuigen om iets te doen en vervolgens iets
groters vragen waardoor ze iets doen wat ze eigenlijk niet willen. Eerst iets kleins,
dan iets groots.
Reactantie theorie
snel beslissen want het is al bijna uitverkocht
inentingstechniek
mensen immuun maken voor attitudeverandering door ze bloot te
stellen aan kleine doses argumenten tegen hun standpunt. Deze strategie werkt bij het
verminderen van groepsdruk