H7 Flashcards

1
Q

Attitude

A

Een evaluatie van een attitude object (persoon, product, theorie…).

Komt van genetica, sociaal leren, gedrag, ervaring

Meet je met vragenlijsten (expliciete attitude) en fysiologische maten (impliciete attitude)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 componenten attitude

A
  1. Cognitie (denk): welke kennis heb je erover?
  2. Affect (gevoel): wat is je gevoel erover?
  3. Gedrag: ben je geneigd om het te benaderen of om het juist te vermijden?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mere-exposure effect

A

Hoe vaker je iets ziet of hoort, hoe leuker je het begint te vinden

Maar kan ook “Over exposure” worden waardoor je er juist gek van word.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Houdingstoegankelijkheid

A

de sterkte van de associatie tussen een attitude-object en de evaluatie
van dat object door een persoon, gemeten aan de hand van de snelheid waarmee mensen kunnen
rapporteren hoe zij zich over het object voelen. Bijv. op de stelling ‘Mark Rutte is
een goede minister-president’ Ja/nee, hoe sneller de reactie, hoe toegankelijker de attitude.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Theorie van gepland gedrag

A

Attitude over gedrag + subjectieve normen + ingeschatte controle over het gedrag
–>
Gedragsintentie
–>
Gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

persuasieve communicatie

A

communicatie die bedoelt is om jou van mening te laten
veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Yale-benadering van attitudeverandering (Yale Attitude Change Approach

A

“Wie zei wat tegen wie?”
- Kenmerken van de bron (geloofwaardigheid, aantrekkelijkheid
- Kenmerken van de boodschap
(kwaliteit, roept het emoties op, indentificeerbaar slachtoffer)
- Kenmerken ontvanger (humeur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Elaboration Likelihood model (ELM)

A

Model van overtuiging, twee manieren om te overtuigen:
1. Centrale route (gecontroleerd nadenken) = de route waarbij mensen zowel het vermogen als
de motivatie hebben om een overtuigende mededeling uit te werken, waarbij bij zorgvuldig
luisteren naar en nadenken over de gepresenteerde argumenten.
Toegepast bij: - Voldoende kennis
- Persoonlijk relevant
- Persoonlijk verantwoordelijk
Mensen gaan dieper in op de boodschappen die ze horen en denken zorgvuldig na over de
inhoud van de communicatie.

  1. Perifere route (automatisch nadenken) = het geval waarin mensen niet ingaan op de
    argumenten in een overredende mededeling, maar zich in plaats daarvan laten leiden door
    meer oppervlakkige aanwijzingen. Dit doen mensen bij GEEN motivatie of capaciteit.
    Toegepast bij: - Ingewikkeld of onvolledig bericht
    - Persoonlijk niet relevant
    - Afleiding of vermoeid
    Mensen zullen zich niet laten overtuigen door de logica van de argumenten omdat ze niet
    goed letter op wat de spreker zegt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Subliminale boodschappen

A

woorden of beelden die niet bewust
worden waargenomen, maar toch beoordelingen, houdingen en gedragen kunnen beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beïnvloedingsstrategiën

A
  1. Wederkerigheid –> “Gratis” cadeautjes (roos krijgen van partij voor verkiezingen, snoepjes bij de rekening)
  2. Consistentie –> Lowbal techniek, foot-in-the-door techniek
  3. Sympathie –> Verzoek van vriend of van mooie mensen
  4. Schaarste –> “er is er nog maar 1 over”, schaars is waardevol, reactantietheorie
  5. Autoriteit –> de expert zegt (witte jas, Dhr, Dr)
  6. Sociale bewijskracht –> volle pot fooi, werkt beter dan lege. Lange rij club trekt meer mensen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Foot-in-the-door techniek

A

mensen overtuigen om iets te doen en vervolgens iets
groters vragen waardoor ze iets doen wat ze eigenlijk niet willen. Eerst iets kleins,
dan iets groots.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Reactantie theorie

A

snel beslissen want het is al bijna uitverkocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

inentingstechniek

A

mensen immuun maken voor attitudeverandering door ze bloot te
stellen aan kleine doses argumenten tegen hun standpunt. Deze strategie werkt bij het
verminderen van groepsdruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly