H1 Flashcards
Sociale psychologie
De studie van de mens, in de context van andere mensen
Sociale invloed
het effect dat de woorden, handelingen of aanwezigheid van andere
mensen hebben op ons
Construct
De manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen, begrijpen en interpreteren
(beïnvloed worden door) expliciete aanwezigheid
echt samen met andere mensen.
(beïnvloed worden door) Impliciete aanwezigheid
Denken aan andere mensen
Evolutionaire psychologie
probeert sociaal gedrag te verklaren in termen van genetische factoren
die in de loop der tijd zijn geëvolueerd volgens de principes van natuurlijke selectie
Socio-cultureel perspectief
sociaal gedrag wordt verklaard door te kijken naar de invloed van
grotere sociale groepen.
Fundamentele attributiefout
de neiging om gedragingen van anderen toe te schrijven aan hun persoonlijkheid of hun karakter.
Behaviorisme
= beweert dat we, om menselijk gedrag te begrijpen, alleen moeten kijken naar de
versterkende eigenschappen van de omgeving.
Persoon X omgeving
Persoon X situatie
Situatie X persoon
-Waar ben je opgegroeid?
-Aanwezigheid van anderen zorgt voor moreler gedrag.
Normen: gedrag wordt anders in verschillende contexten
- één persoon kan een situatie veranderen (bijv. Damschreeuwer).
Kurt Lewin:
B = f (P X E)
B = behaviour
f = function
P = person
E = environment
Naïef realisme.
Wij denken dat wij de waarheid heben terwijl de interpretatie ook heel erg af kan hangen per persoon. AKA De manier hoe wij ze waarnemen is hoe ze echt zijn, dat is wat mensen denken
Zelf-verbeterings motief
= mensen willen een goed gevoel hebben over zichzelf
Accuraatheidsmotief
Mensen willen een correct beeld hebben over zichzelf
Illusies over men zelf
- Beter-dan gemiddeld effect
- Onrealistisch optimisme (verschatten grote positieve kansen (loterij) en onderschatten
grote negatieve kansen (auto-ongeluk).) - Vals consensus (iedereen is wel eens een beetje lui)
- Vals uniciteits effect (niemand kan een marathon lopen, maar ik wel dus ik ben uniek)