H6 Two-way ANOVA 1/2 Flashcards

1
Q

Twee-weg ANOVA

A

ANOVA met 2 onafhankelijke variabelen of meer
- worden aangegeven door A, B, etc.
–> dit is een factorial design

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hypothese 1 van two-way

A

Is er een effect? –> verschillen de populatiegemiddelden van elkaar
H0: mu11 = mu12 = mu13 - mu21 = mu22 = mu23

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Marginaal gemiddelde

A

Gemiddelde van de kolom of de rij vervang een van de cijfers voor een . dus mu1. of mu.1
- bekijk de inhoudelijke betekenis via een tabel
–> overkoepeled gemiddelde is het totale gemiddelde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hypothese 2 en 3 van two-way

A

Is er een hoofdeffect van type patiënt/medicatie? –> verschillen de populatiegemiddelden van patiënten met depressie en patiënten met schizofrenie van elkaar of verschillende de populatiegemiddelden van typen medicaite van elkaar
H0: mu1. = mu2.
H0: mu.1 = mu.2 = mu.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Effect van ‘patiënt met depressie’

A

Neem het marginale gemiddelde van patiënt met depressie en trek hier het overkoepelende gemiddelde van af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hypothese 4 two-way

A

Is er een interactie tussen type patiënt en type mediactie –> hangt het effect van de ene factor af van het niveau op de andere factor?
- heeft type patient effect op medicatie
- heeft type medicatie effect op patient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe bereken je effect van type patient en type medicatie

A

Medicatie gemiddelde voor type patient mu11 - het marginale gemiddelde voor dat type patient mu1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ordinale interactie

A

Volgorde van de groepen is hetzelfde voor elk niveau van de andere factor, lijnen snijden elkaar niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Disordinale interactie

A

Volgorde van de groepen in niet hetzelfde voor elk niveau van de andere factor, lijnen snijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kun je zelf vanuit marginale gemiddelden de tabel invullen

A

Bereken de effecten voor alle factoren door het marginale gemiddelde - het overkoepelende gemiddelde te doen en neem vervolgens het overkoepelend gemiddelden en tel hier de effecten bij op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onderliggend idee van twee-weg ANOVA

A

Is de variantie van de groepsgemiddelden groter dan de variantie binnen groepen
- totale effect
- effect van factor A
- effect van factor B
- interactie-effect
–> aannames one-way gelden hier ook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Variantie binnen groepen voor two-way

A
  • mensen in dezelfde groep ondergaan dezelfde behandeling: verschillen tussen mensen zijn willekeurig en niet gerelateerd aan de behandeling
  • variantie binnen groepen reflecteert willekeurige verschillen tussen participanten
  • omdat variantie het resultaat is van willekeurige verschillen, wordt de variantie in een groep error variance genoemd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Variantie tussen groepen two-way

A
  • twee mensen in verschillende groepen verschillen omdat ze verschillende personen zijn en omdat ze een andere behandeing hebben ondergaan
  • Variantie tussen groepen reflecteert willekeurige verschillen tussen participanten en wellicht verschillen in het effect van de behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

nulhypothese toetsen bij two-way

A

F = MSeffect/MSw
- MSeffect: reflecteert allleen willekeurige verschillen tussen participanten in verschillende groepen
–> F > Fcv is significant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Interpreteren interactie en hoofdeffecte two-way

A

Als er een significant interactie-effect gevonden is, kun je de hoofdeffecten niet interpreteren omdat die niks meer zeggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Partial eta squared

A

Welk deel van de variantie, dat nog niet is verklaard door de andere variabelen, wordt verklaard door deze variabele?
- SSx/SSx+SSerror