H11 Design Flashcards
Design van een experiment
Heeft te maken met hoe je een experiment opzet
- geen enkele statistische techniek kan problemen verzaakt door een slecht opgezet experiment oplossen
Doel van experimenten
Bepalen of een onafhankelijke variabele een effect heeft op een afhankelijke variabele
- hoge externe validiteit
- hoge interne validiteit
- groot onderscheidend vermogen
Externe validiteit
De mate waarin de conclusies van een onderzoek kunnen worden gegeneraliseerd naar andere mensen, geografische locaties, context, tijd en duur van effect
Interne validiteit
De mate waarin de relatie tussen de onafhankelijke en de afhankelijke variabelen werkelijk (alleen) de relatie tussen de onafhankelijke en de afhankelijke variabelen reflecteert
Onderscheidend vermogen
De kans op het vinden van een effect tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabelen maximaliseren, dus proberen MSw te verminderen
Steekproef trekken
Sampling frame (steekproefkader): lijst met alle personen van een populatie
–> sample (steekproef) trekken uit de populatie
–> random assignment van de steekproef in verschillende groepen. Op basis van toeval dus ze zullen hopelijk gelijk zijn in confounding variabelen
Simple random sample is ideaal (heel groot)
Convenience sample
Gebeurt vaak bij de psychologie –> sample van makkelijk te verkrijgen personen, maar dit is niet simple random
- volunteer bias en subject sphistication
–> een lagere power als de variantie in de afhankelijke variabele kleiner is in een convenience sample dan in de populatie
Volunteer bias
Alleen zij die mee willen doen aan het onderzoek nemen deel
Subject sphistication
Participanten hebben kennis over het onderwerp van het onderzoek
Controleren voor storende variabelen
Er is sprake van storende variabelen wanneer participanten verschillen tussen condities
–> kunnen voorkomen door pech, ook wanneer je participanten willekeurig hebt toegewezen aan condities
- verminderen de interne validiteit en power
Storende variabelen verminderen interne validiteit
Stel dat de storende variabele gerelateerd is aan de afhankelijke variabele
- mensen op verschillende niveaus van van de OV verschillen op de storende variabele
- dan zijn er verschillen in de AV tussen de niveaus die niet direct gelink zijn aan verschillen in OV
–> relatie is niet OV veroorzaakt AV, maar storende variabelen veroorzaakt AV
Storende variabelen verminderen de power
Stel dat de storende variabele gerelateerd is aan de AV
- mensen binnen één niveau van de OV verschillen op de storende variabele
- dan zijn er ook verschillen in de AV binnen één niveau
–> hogere MSw leidt tot lagere power
Hoe controleer je voor storende variabelen in between-subjects design
- Willekeurige toewijzing van participanten aan condities
- Systematisch balanceren van storende variabele
- Matched-group design
Willekeurige toewijzing van participanten aan condities
Wanneer het onduidelijk is wat de storende variabelen precies zijn, zorgen willekeurige toewijzing en een grote n per cel voor het balanceren van al deze variabelen
Systematisch balanceren van storende variabelen
Balanceer groepen op basis van storende variabelen –> groepen zijn dan sowieso gebalanceerd (in vergelijking met willekeurige toewijzing)
–> voeg storende variabele toe in de analyse –> statistische controle
Matched-group design
Balanceer groepen op basis van storende variabele –> een persoon in een groep komt precies overeen met een andere persoon in alle andere groepen op hun score op de storende variabele
- beter dan balanceren, want precieze match
–> voeg storende variabele toe in de analyse –> statistische controle
Kunnen we beter een within-subjects design gebruiken
Problemen met Between-subject: welke variabelen zijn storend en teveel storende variabelen
- ideaal controleer je voor alle storende variabelen
- dat kan met within-subjects door de participanten aan alle condities bloot te stellen
–> grotere power door vermindering in MSw
Nadelen van within-subjects design
Interne validiteit in within-subjects design kan verminderen door ‘order effects’
- practice effects, fatigue effects, carry-over effects en respons sets
Controleren door te balanceren
Practice effects
Beter worden in een taak naar mate het experiment vordert
Fatigue effects
Als een participant moe wordt
Carry over effects
De ervaring die wordt opgedaan in de eerste conditie heeft een effect op de scores in de tweede conditie
Response sets
Ontwikkeling van eens tandaardantwoord voor volgende taken
Controleren voor order effects door te balanceren
Gedeeltelijke balans: Latin Square design
Willekeurig balanceren: elke particpant ondergaat de condities in een willekeurige volgorde
Gehele balans: elke volgorde komt voor en participanten worden willekeurig ingedeeld in de verschillende volgorders
Gedeeltelijke balans
De volgorde van condities is per participant verschillend
- Latin Square is steeds eentje doorschuiven:
abcd
dabc
cdab
bcda
–> verschillende volgorde omdat je met een andere start, maar wel van a naar b naar c naar d gaat
Tijdsspanne experiment
- BS vs. WS
BS: experiment is lang
WS: experiment is kort –> minder bedreigend interne validiteit
Stimuli
- BS vs. WS
BS: klein aantal stimuli is voldoende
WS: groot aantal stimuli is nodig
Storende variabele
- BS vs. WS
BS: niet veel storende variabele mogelijk
WS: veel storende variabele mogelijk
Metingen
- BS vs. WS
BS: storende variabelen kunnen makkelijk worden gemeten
WS: storende variabelen kunnen niet makkelijk worden gemeten