H2 Power, effectgrootte en one-way ANOVA Flashcards
Wat is power
- onderscheidend vermogen
Het onderscheidende vermogen (power) van een toets is de kans op het terecht verwerpen van de nulhypothese als deze in werkelijkheid dus niet waar is
- 1-beta (beta = type II fout) –> dus een zo laag mogelijke beta/type II fout = onterecht behouden van H0
Liever een hoge of lage power?
Een hoge power is wenselijk, want het impliceert een hoge kans op het terecht verwerpen van een nulhypothese
Type I fout
- alfa
H0 verwerpen op basis van statistiek, terwijl H0 in de werkelijkheid waar is
Type II fout
- beta
H0 aanhouden op basis van statistiek, terwijl H0 in de werkelijkheid verworpen moet worden
Stappenplan power berekenen van een Z-toets
- bepaal de Z van de kritieke waarde onder H0
- bepaal het steekproefgemiddelde X dat bij Z hoort onder H0
- reken kritieke grenswaarde X om naar de Z-waarde van H1 onder H1
- de power is gelijk aan de kans P(Z>ZH1|H1)
welke factoren zijn nodig voor een goede beslissing
- kleine alfa = kleine kans op onterecht H0 verwerpen (type I fout)
- hoge power (1-beta) = hoge kans op terecht verwerpen van H0
4 factoren die power beïnvloeden
- alfa: hogere alfa zorgt voor makkelijker type I fout
- N (steekproefgrootte): hogere N zorgt voor een hoger Z en is makkelijker te verwerpen
- sigma: standaarddeviatie in de populatie; kleinere waarde zorgt voor hogere Z
- de ‘ware mu’ in de alternatieve hypothese
Effectgrootte
Verwerpen van H0 leidt tot significantie
- maar ‘significant’ betekent niet: het is onomstotelijk bewezen dat er een systematisch effect is
- en… significant betekent ook niet per se dat het effect praktisch/klinisch sigificant is… zelf heel kleine - oninteressante verschillen - zijn significant als je heel grote steekproeven gebruikt
–> als N laag is, is het vermogen van de toets laag en statistisch niet significant, ook als het effect groot is
–> als N hoog is, is het vermogen van de toets hoog en statistisch wel significant, ook als het effect laag is
Twee belangrijke maten voor effectgrootte bij het vergelijken van gemiddelden
- Cohen’s d (hoe groot is het relatieve verschil in groepen
- (partiële) verklaarde variantie (etha^2)
Waardes van cohens d en verklaarde variantie voor effecten
klein: d=0.2 en etha^2= 0.01
middel: d=0.5 en etha^2=0.06
groot: d=0.8 en etha^2=0.14
klein effect
Verschil tussen gemiddelde van controle en experimentele groep is de cohen’s d (0.2)
–> 58% van de experimentele groep scoort hoger dan het gemiddelde van de controle groep (dmv Z-score)
Middelgroot effect
Verschil tussen gemiddelde van controle en experimentele groep is de cohen’s d (0.5)
–> 69% van de experimentele groep scoort hoger dan het gemiddelde van de controle groep (dmv Z-score)
Groot effect
Verschil tussen gemiddelde van controle en experimentele groep is de cohen’s d (0.8)
–> 79% van de experimentele groep scoort hoger dan het gemiddelde van de controle groep (dmv Z-score)
Rekenformules voor effectgrootte
d = t x wortel(1/N) –> één groep
d = t x wortel (1/n + 1/n) –> twee groepen
etha^2 = t^2/t^2 + dfw –> dfw is vrijheidsgraden = n1 + n2 - 2
ANOVA
ANalysis Of Variance (Variantie analyse)
- gemiddelden van (experimentele) groepen vergelijken
- onafhankelijke t-toets vergelijkt altijd twee gemiddelden, ANOVA kan er 2+ vergelijken