H6. Oorlog en vrede Flashcards
INTERSTATELIJKE OORLOGEN
(=TUSSEN NATIONALE REGERINGEN VAN MEERDERE STATEN)
EXTRA-STATELIJKE OORLOGEN
(NATIONALE REGERING VS. NIET-STATELIJKE ACTOR)
INTRA-STATELIJKE OORLOGEN
(=TUSSEN VERSCHILLENDE GROEPEN IN EEN LAND)
Stijgt of daalt het aantal conflicten?
De wereld is een veiligere plek geworden
Na WO II: evenwicht tussen burgeroorlogen(intra) en oorlogen waar staten betrokken zijn
Na verloop van tijd veel meer intra-statelijke conflicten, toppunt 1991: 52 intra-statelijk conflicten o Einde KO: veel burgeroorlogen opgelost tot 2003
o Vanaf 2011 weer een stijging ten tijde van Arabische Lente
Extra-statelijke zijn bijna verdwenen (behalve oorlog tegen terrorisme), zelfde met interstatelijke
Dodelijkheid van de conflicten
Daling in aantal slachtoffers sinds WOII, grootste deel van slachtoffers uit Syrië, Afghanistan en Irak
Grafiek 1 maar incl. burgeroorlogen die zich geïnternationaliseerd hebben door o Besmettingen
o Revolutionaire leiders die agressief buitenlands beleid voeren o Buitenlandse interventies
AANLEIDING =/= OORZAAK
Aanleiding: territorium, schaarse grondstoffen, diaspora (bevolking die verhuist naar andere landen), etnische identiteit, externe dreiging, bewapening, ‘vijandelijk’ politiek regime, …
MAAR: er zijn voortdurend botsende belangen zonder dat er voortdurend oorlog is de oorzaak is dus diepliggend
o Individu
o Staat
o Systeem
INTER- EN EXTRASTATELIJKE OORLOGEN - Individu
Mispercepties (hierdoor maken ze fouten die tot oorlog leiden)
Door stress en gemotiveerde vooringenomenheid (=vooroordelen)
Groepsdenken Zelfoverschatting
Positieve illusies
Geslacht speelt een rol in groepsdenken en zelfoverschatting
INTER- EN EXTRASTATELIJKE OORLOGEN - Staat
Aard van het economisch regime “capitalist peace theory”
Volgens liberalen kan kapitalisme juist leiden tot vrede omdat die landen welvarend zijn en minder reden hebben tot oorlog en juist meer te verliezen hebben bij oorlog
Aard van het politiek regime “democratic peace theory”
Institutionele beperkingen
Normatieve beperkingen
Nationalisme kan de kans dat landen strijdlustiger tegenover elkaar staan verhogen Geslacht
INTER- EN EXTRASTATELIJKE OORLOGEN - Internationaal systeem
Anarchie (realisten geen internationale overheid)
Als toegefelijke situatie voor oorlog
Als er geen hogere overheid kan tussenkomen tijdens conflicten kan dat leiden tot oorlog ( de VN kan enkel diplomatisch overleg bieden, geen bescherming of staten straffen. Dus al diplomatisch overleg geen uitweg biedt en er dus geen hogere overheid is, is er kans op oorlog)
Als motor van internationaal conflict
Problem of private information
Commitment problem
INTRA-STATELIJKE OORLOGEN - Individu
Misconcepties, groepsdenken en zelfoverschatting
Hebzucht
Hebzucht + plunderbare rijkdommen (natuurlijke rijkdommen die makkelijk te verkrijgen, transporteren en omruilbaar in geld zijn)
Grieven (klachten)
Slachtoffer van/ uitgesloten door het systeem vanwege religie, geslacht, sociale klasse, ras en etnische achtergrond
INTRA-STATELIJKE OORLOGEN - Staat
Interacties tussen clans (families) mbt ondergeschiktheid van vrouwen
Exclusiviteit van bepaalde etnische groepen Rijkdom van een land mogelijkheid om grief gerichte oorlogen te tegen te houden via militaire en economische controle
INTRA-STATELIJKE OORLOGEN - Internationaal systeem
Deelname aan dure interstatelijke oorlogen
Kolonialisme Grenzen door grootmachten getrokken zonder rekening te houden met etnische groepen Ex-kolonies zijn economisch zwak en dus niet bestand tegen anti-regime oppositie groepen Pas onafhankelijk geworden landen hebben geen politie/militaire krachten en dus niet bestand tegen burgeroorlog Einde van Koude Oorlog heeft de wijze waarop intra-statelijke oorlogen worden gevoerd veranderd geen steun uit VS of Sovjet-Unie = minder bewapening = minder slachtoffers
Algemene oorlog
1 of meer grootmachten betrokken, bv: Napoleontische oorlogen Hegemonische oorlog
Leidt tot een nieuwe internationale machtsverdeling Bv: WO I en II
Totale oorlog
Totale mobilisatie en geen discriminatie tussen burgerdoelwitten en niet burgerDW
Bv: WO I en II (men maakte bewust ook veel burgerslachtoffers) Beperkte oorlog Wel strikt onderscheid tussen BDW en niet BDW
Militarized interstate disputes (MIDs)
Geschillen tussen landen die gemilitariseerd raken maar toch niet uitmonden in een oorlog
Bv: Turkse marine escorteert boorschip op weg naar de kust van (Turks)Cyprus omdat er een conflict is tussen Cyprus en Turkije over grenzen in het water
Koloniale oorlog
Oorlog tussen een land en een groepering van mensen die onafhankelijk willen zijn maar dat nog niet zijn
Bv: Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd van Frankrijk
War on terror
Bv: VS dronesaanvallen tegen terroristische doelwitten
Burgeroorlogen
Gewapende strijd tussen verschillende groeperingen, vaak incl. nationale regeringen
Gewapende oppositiegroep die regering willen omverwerpen
Bv: In Egypte gewapende groepering tegen de president tijdens Arabische Lente Afscheidingsoorlog Bv: Noord en Zuid Soedan waarbij ZS dan onafhankelijk is geworden Niet-statelijke oorlog
Tussen 2 niet-statelijke groeperingen binnen een land
Bv: oorlog tussen verschillende etnisch religieuze groepen in Libanon of oorlog tussen verschillende gewapende drugsbendes in Mexico
Positieve illusies
je denkt dat je meer kan bereiken dan dat je zou kunnen verwachten met juiste inschatting
Groepsdenken
Groepsleden letten vooral op eensgezindheid en overeenstemming bij beslissingsproces in plaats van kritische overweging van de feiten waardoor de kwaliteit van besluitneming vermindert en leiders grote fouten maken tijdens buitenlandse politieke crisissen
Institutionele beperkingen
parlement moet verantwoording afleggen aan het volk en die zijn niet zo oorlog geneigd omdat zij de kosten moeten dragen (geld en mensenlevens) terwijl bij autocratieën/dictaturen de heerser zelf kan beslissen over deelname aan oorlog
Normatieve beperkingen
als heerser van autocratie ben je niet zo bang je wil op te leggen en je ben minder geneigd om consensus te zoeken, in democratie zullen de politici/besluitnemers de norm om geschillen vreedzaam te besluiten ook uitdragen in het buitenland
democratic peace theory
Liberalisme (democratische landen zijn minder geneigd oorlog te voeren met elkaar)
capitalist peace theory
Radicalisme vs. Liberalisme Volgens radicalen leidt kapitalisme tot imperialisme (veroveren van overzeesegebieden) en dit leidt tot conflicten en oorlog
Problem of private information
je kan nooit zeker zijn dat de staat zijn ware intenties bekendmaakt. Staten hebben de neiging hun capaciteiten te overwaarderen tijdens conflicten omdat geen hogere autoriteit hun dwingt de waarheid te spreken