H4. Staten en hun buitenlands beleid Flashcards

1
Q

DIPLOMATIE

A

Raderwerk waarmee die inhoud aan de man wordt gebracht In UK: onderscheid Foreign Office en Foreign Service

FS: diplomatieke diensten, beste van Europa

Na Brexit veranderde buitenlands beleid en Britse diplomaten moesten dat nieuw beleid uitdragen en verdedigen en hun eigen mening opzijzetten en de belangen en waarden van de regering volgen voor Britse ambassadeur bij EU was dat onmogelijk en die nam ontslag (uitzonderlijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Loopbaan diplomaat

A

Elke 3-4 jaar van post veranderen en elke 3de post is op hoofdbestuur in Brussel (voor voeling met moederland niet te verliezen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe diplomaat worden?

A

Diplomatiek examen, bestaande uit meerdere rondes

Voorexamen (situatiebeoordelingstest)

Vergelijkende selectie (Taalexamen Engels, Voordracht beluisteren en synthese maken en Mondelinge proef)

Wervingsreserve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Taken diplomaat

A

Belangenbehartiging en imago van België op internationaal niveau (op politiek, economisch, consulair, sociaal, duurzame menselijke ontwikkeling vlak)

Onderhandelen met geaccrediteerde internationale organisatie of land

Observeren en analyseren van hun politieke en socio-economische situatie

Rapporteren aan Belgische autoriteiten zodat zij zich internationaal kunnen positioneren om internationale politieke, economische, culturele en wetenschappelijke relaties uit te bouwen

EEAS (eigen diplomatieke vertegenwoordiging van EU, beslist in Verdrag van Lissabon 2007)

Worden niet ambassades genoemd maar “delegaties” 140 delegaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Buitenlandse post

A

Kan bilateraal (ambassade) of multilateraal zijn (bij IO’s, Permanente Vertegenwoordiging met permanente vertegenwoordiger (in Brussel voor BE))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

consulaten

A

bijstand aan landgenoten in buitenland, met name op gebied van burgerlijke stand en verlenen van visa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands en Veiligheidsbeleid van EU

A

2009-2014: Catherine Ashton

2014-2019: Frederica Mogherini

2019- ….: Josep Borrell

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Materiële belangen

A

bv: BE kleine en open economie, die drijft op export en investeringen, belangrijke handelspartners zijn onze buren

Gezonde wereldeconomie, Handelsliberalisering, Goede handelsbetrekkingen met de buurlanden

Aantrekken buitenlandse investeringen

Omdat we klein zijn hebben we voor onze veiligheid nood aan samenwerking (binnen VN, NAVO en EU)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Immateriële belangen (waarden)

A

Democratie, mensenrechten, duurzame ontwikkeling soms botsen de twee (bv: relaties met Saoedi bescherming MR in Saoedi tegenover onze economische relaties met Saoedi)

Wordt vertaald in 3 klassieke strategische doelstellingen in Belgisch buitenlands beleid

    Geïnstitutionaliseerd multilateralisme
Europese integratie
    Economische diplomatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geïnstitutionaliseerd multilateralisme

A

De handhaving van een op vaste regels gebaseerd internationaal systeem is immers een elementair onderdeel van het vitaal belang van kleine staten.

Maar in de huidige multipolaire machtsordening is de geopolitieke competitie onder de grote mogendheden sterk toegenomen ten nadele van multilaterale samenwerking. Dat heeft de Verenigde Naties als nok van het institutionele, hiërarchische multilateralisme verzwakt. Het heeft ook de bloei in de hand gewerkt van allerlei informele en ad hoc multilaterale fora, zoals de G-20, waarin de rol van de kleinere staten niet verzekerd is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Europese integratie

A

Cruciaal voor onze economische en veiligheidsbelangen

Traditioneel BE meest eurofiel, voorstander van uitbreiding stemmen bij QMV, voorstander van Europese defensie.
Maar sinds uitbreiding is dat toch wat veranderd. Soortelijk gewicht van BE is gedaald. Benelux-samenwerking wordt belangrijk.

Ook opmars euroscepticisme (Brexit: GB niet in EU maar wel in interne markt moeten regels van interne markt nog naleven zonder dat ze aan de tafel zitten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Economische diplomatie

A

Gewesten zijn nu bevoegd voor exportpromotie sinds de jaren 1990. Handelsmissies worden wel nog gecoördineerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

nichediplomatie

A

Rond kwesties die niet raken aan onze vitale economische en veiligheidsbelangen

Bv: België en Grote Merengebied (nu ook geweld tegen kinderen en vrouwen in conflicten)

Bv: Noorwegen en vredesdiplomatie (“Oslo akkoorden”, Nobelprijzen, Vredesprocessen in Colombia en Filippijnen 
    etc)

Noorwegen heeft veel (olie)geld en kan dus met geld zwaaien (ontwikkelingshulp, diplomatieke sterke organen)

Komt neutraal over (niet bezwaard door koloniaal verleden, staat half buiten EU (wel lid van EVA, EER), geen geografische geschillen want maar 1 buurland)

Bv: Canada grote campagne tegen antipersoonslandmijnen (Ottawa proces)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe doelstellingen uitvoeren?

A

Uitvoering van doelstellingen via verschillende instrumenten (diplomatie, propaganda, militair spierballengerol, … Wortel-en-stok (op een positieve manier stimuleren (wortel geven aan een ezel) en landen dwingen bepaalde koers aan te nemen als ze niet luisteren (ezel slaan met stok))

Overtuigen
    Dwingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

OVERTUIGEN (=WORTEL)

A
  • Onderhandelingen
  • Communicatie
  • Aansporen door iets aan te bieden dat dat land zou willen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onderhandelingen

A

P5+1 (5 perma leden van VN VHR + Duitsland) + EU JCPOA 2015 (Iran moet kernactiviteiten staken in ruil voor opheffen van eerdere economische sancties. Daarnaast willen ze controles op naleving van het akkoord, MAAR Trump trekt zich terug en Iran start nucleaire activiteiten weer)

	Parijs klimaatakkoord (multilateraal), akkoorden die GB zal sluiten met andere landen na Brexit, akkoorden van de 
        EU met andere land (bilateraal)
17
Q

Communicatie

A

Public diplomacy (= het volk beïnvloeden en niet andere overheden)

Bv: Al Jazeera English Voice of America (Internationale nieuwskanalen)

18
Q

Aansporen door iets aan te bieden dat dat land zou willen

A

WTO-lidmaatschap Rusland (op voorwaarde dat ze toetreden tot Kyotoprotocol) R kon principe van dual pricing (=verschillende prijzen voor een product in verschillende markten) voortzetten en toch in WTO komen PLUS ze hadden weinig verplichtingen onder Kyoto

Atoms for Peace (Toespraak van Eisenhower waardoor IAEA werd opgericht)

EU-uitbreiding
        Kopenhagen Criteria (democratie, vrijheid, MR, wetgeving EU overnemen, vrije markt eco, europees land) hebben 
        binnenlandse politiek van landen drastisch veranderd zonder oorlog
19
Q

DWINGEN (=STOK)

A
  • Sancties (economisch)
  • Propaganda
  • Effectief gebruiken van geweld
20
Q

Sancties (economisch)

A

A dreigt B met sancties als B iets doet dat A niet wil of faalt in het doen van iets dat A juist wel wilt

Soorten: Reisrestricties, bevriezing van activa, wapenembargo, buitenlandse hulp verminderen, handelsrestricties

Niet doeltreffend je dreigt eerst met sancties en land zal zich aanpassen maar indien niet dan hebben ze al een analyse gemaakt over de gevolgen ervan en zal het niet zo doeltreffend zijn
21
Q

Smart sanctions

A

Men heeft gezien dat sancties een bot instrument is want het treft niet enkel de leiders van een land, maar ook de modale burger. Een voorbeeld hiervan zijn de sancties tegen Sadam Hoessein. Maar die smart sanctions zijn op maat van de individuen en daardoor wordt de bevolking ontzien.

Bv: VS en EU stellen sancties tegen Iran in zodat ze nucleair programma stoppen, Iran dreigt Straat van Hormuz te 
    blokkeren, VS bereid ten oorlog te gaan met Iran, de deal met P5+1 loste dit conflict dan beetje op (= stok van 
    gisteren/sancties wordt de wortel van vandaag/JCPOA)
22
Q

Propaganda

A

(Selectieve informatie of foute informatie gebruiken om eigen belangen te vervullen)

Bv: buitenlandse minister Rusland beschuldigt BE van burgeraanvallen in Syrië

OPM: art. 7 VEU: waarden van de EU respecteren of anders sancties (opgestart tegen HONG) 

Covert operations
Cyberaanvallen
Coercive diplomacy

23
Q

Covert operations

A

(=activiteiten tegen de belangen van een staat/niet-statelijke speler op een manier dat de getroffen speler niet weet welke staat de activiteit in gang heeft gezet)

Bv: Operation Neptune Spear om Bin Laden te vermoorden in Pakistan, zonder dat Pakistan wist dat de VS dit aan het 
    plannen was, zij werden pas na de operatie ingelicht

Iran die anti-Israël rebellen steunt (oa. Hamas in Gaza)
24
Q

Cyberaanvallen

A

(het gebruik/manipulatie van informatie op het internet als instrument voor buitenlands beleid)
Bv: Noord-Korea hackt Sony zodat het de film The Interview niet zou uitbrengen

25
Q

Coercive diplomacy

A

(de stap voor het effectief gebruiken van geweld, laten merken dat je in staat bent effectief geweld te gebruiken als een staat zijn ongewenst gedrag niet verandert)

Bv: militaire vliegtuigen verzetten naar de grens van het land dat je wilt viseren
26
Q

Bronnen - NIVEAU VAN INDIVIDU (=BESLUITNEMERS)

A

Persoonlijkheidskenmerken (bv: Obama Trump)

Leiders kunnen leren (bvb. ‘München’ en ‘Vietnam’ uit eerdere oorlogen lessen trekken) Psychologische mechanismen

Mentale short-cuts (‘wij-zij’ denken, ipv beslissingen nemen op basis van kosten-baten analyse)

Cognitieve consistentie: je neemt makkelijker info op die spoort met mentale denkbeelden

die je al hebt (bv: in VS wordt alles dat Iran doet geïnterpreteerd uit vijandigheidsbeeld) dit doorbreken is moeilijk nieuwe leiders nodig die anders denken OF bestaande leiders moeten zulke short-cuts niet meer nemen

    Group think
27
Q

Bronnen - NIVEAU VAN STAAT

A

Actoren

Publieke opinie en verkiezingen

    Rally around the flag vijandsbeeld creëren zodat mensen je gaan steunen als leider

    Diversionary war (afleidingsoorlog)

Media

    Framing = overtuigingstechniek het proces waarbij de media bepaalde woorden en beelden zo selecteert en    
    voorstelt dat een bepaald aspect wordt uitgelicht en daarmee de publieke opinie wordt beïnvloed

Belangengroepen (belangrijke actoren voor binnenlands en buitenlands beleid) Bv: WWF, Amnesty,

Één van hun werkwijzen om het beleid te beïnvloeden = lobbywerk

28
Q

IAEA

A

Internationaal Atoomenergieagentschap Non-proliferatieverdrag (190 landen)

29
Q

Parlementair systeem

A

via democratie volksvertegenwoordigers die MH moeten vormen

30
Q

Presidentieel systeem

A

je kiest parlement + president

31
Q

Binnen de nationale overheid

A

Rol van bureaucratieën/fracties (verschillende ministeries met eigen inzichten en belangen die een rol spelen bij besluitvorming, welk beleid krijgt bovenhand en welke niet?)

= zowel bij democratieën als autocratieën Dynamiek tussen uitvoerende en wetgevende macht
Vooraleer de uitvoerende macht mag optreden op buitenlands niveau hebben ze vaak toelating van de wetgevende 
macht nodig ( autocratieën)
32
Q

Framing

A

overtuigingstechniek het proces waarbij de media bepaalde woorden en beelden zo selecteert en voorstelt dat een bepaald aspect wordt uitgelicht en daarmee de publieke opinie wordt beïnvloed

33
Q

Lobbywerk

A

stelselmatig uitoefenen van invloed op beleidsmakers bij bestuursorganen

34
Q

Bronnen - NIVEAU VAN INTERNATIONAAL SYSTEEM

A

Geografie

Geografische ligging van een land bepaalt het buitenlands beleid van dat land

Bv: India grenst aan zijn vijanden (China en Pakistan) en hun buitenlands beleid is gericht op die relaties

Bv: Tibet (eigen cultuur en mensen) krijgt van China geen onafhankelijkheid wegens geopolitieke redenen (watervoorziening en ‘plafond van de wereld’)

Bv: geopolitiek sterk gebied is Noord-Amerika (geen vijandige en weinig buren, 2 oceanen dus buitenlandse aanval moeilijk, samenlopende rivieren en weinig geografische barrières zodat ze overal dezelfde taal spreken, vruchtbare en strategische dieptes om zich te verschuilen,….)

Relatieve economische sterkte economisch sterke landen kunnen militair sterk worden en invloed uit oefenen op buitenlandse zaken

Relatieve nationale sterkste demografie (bevolkingaantal, ratio oud-jong, werkend-gepensioneerd), grondstoffen, geletterdheid, wetenschappelijke/technologische wijsheid, de mate waarin leiders economische sterke kunnen omzetten naar militaire sterkte en politieke invloed

35
Q

Koersverandering - NIVEAU VAN INDIVIDU

A

Leereffecten (constructivisme) leiders leren, dat leren beïnvloedt hun kijk op de belangen van hun land en het beleid dat ze opstellen om die belangen te promoten MAAR leereffecten verzekeren niet hun succes van dat gewijzigd beleid op internationaal niveau

Leiderschapstransities (liberalisme)

36
Q

Koersverandering - NIVEAU VAN STAAT

A

Regimewissel (bv: Duitsland doorheen geschiedenis: Kaiser, Weimar, Hitler, vandaag) NGOs(International Whaling Commission)

37
Q

Koersverandering - NIVEAU VAN HET INTERNATIONAAL SYSTEEM

A

Externe schokken (bv: 9/11)

Machtsverschuivingen als relatieve macht van een staat stijgt, zal die op termijn zich meer inzetten op internationaal niveau