H5 Voedselpathogenen. Flashcards

1
Q

Niet-bacteriële oorzaken

A

Mycotoxinen
Fycotoxinen
Fytotoxinen
Virussen
Parasieten
Biogene aminen
BSE Bovine Spongiforme Encephalopathie
Chemische voedselvergiftiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mycotoxinen? (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Door schimmels gevormde metabolieten die giftig zijn voor mens & dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fycotoxinen (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Door algen gevormde metabolieten die giftig zijn voor mens & dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Fytotoxinen (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Van nature in planten voorkomende verbindingen die toxisch zijn en/of een ongunstig effect hebben op de biologische beschikbaarheid van nutriënten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Virussen? (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Door voedsel overgedragen.
Verantwoordelijk voor gastro-enteritis
Goed bestand tegen ongunstige invloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

2 types virussen in LVM (Niet-bacteriele oorzaken)

A

-Hepatitis A
-Norovirus (zorgt voor gastro-enteritis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Parasieten (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Infecties via LVM die parasieten of stadia van hun levenscycli bevatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Meerdere transmissie routes van parasieten

A

-via dierlijke oorsprong
-via fecaal verontreinigd voedsel
-via verontreinigd water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Biogene Aminen (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Verbinding die biologische activiteit begonnen.
Vergiftigingsverschijnselen mogelijk
Vooral in eiwitrijk voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

BSE (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Gekke koeienziekte
Infectieus eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Chemische voedselvergiftiging (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Toxische metalen
Resten van schoonmaakmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voedselintoxicanten

A

Staphylococcus aureus
Bacillus cereus
Clostridium perfringens
Clostridium botulinum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Staphylococcus aureus (Voedselintoxicanten)

A

Familie: Micrococcaceae

Staphylococcus aureus zit in 20 tot 30 procent van de gevallen op de huid van mens en dier en op de slijmvliezen, zoals de neusholte, zonder voor ziekte te zorgen. Als de bacterie door de huid heen het lichaam binnendringt kan deze huidinfecties en wondinfectie veroorzaken (ook na operaties), maar ook urineweginfecties, longontsteking en bij koeien uierontsteking.

De identificatie van Staphylococcus aureus gebeurt via een coagulasetest,

Meerdere soorten enterotoxinen
-enkel groei bij gunstige T & pH
-thermostabiel
-vnl in eiwitrijke voeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bacillus cereus (Voedselintoxicanten)

A

Familie: Bacillaceae

2 toxinen
-thermostabiele exotoxine (loempiabacterie) -> intoxicatie
-thermostabiele enterotoxine -> infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Clostridium perfringens (Voedselintoxicanten)

A

Familie: Clostridiaceae

Productie van enterotoxines

Vooral in rauw vlees, soep, saus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Clostridium botulinum (Voedselintoxicanten)

A

Vormen neurotoxinen: gevolg:
-botulisme
-infantiel botulisme

Vooral in vis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Enterotoxines

A

een stof die schadelijk is voor uw spijsverteringsstelsel
De enterotoxine komt in uw maag en darmen terecht als u besmet voedsel of water eet. Het kan ook worden geproduceerd door bacteriën in de darmen. Dit veroorzaakt symptomen zoals krampen, misselijkheid, braken of diarree.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Shigella spp. (Voedselinfectanten)

Familie
Belangrijkste soort
Oorzaak
Diagnose

A

Familie: Enterobacteriaceae
Belangrijkste soort: Shigella dysenteriae (enkel bij de mens)
Oorzaak:
-ontwikkelingslanden
-VM: garnalen, melk, salades
Diagnose: routine coprocultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Andere voedselinfectanten

A

Yersinia enterocolitica
Pathogene vibrio’s
Cronobacter sakazakii
Shigella spp.

20
Q

The Big four in voedselinfecties

A

Listeria monocytogenes
Salmonella spp.
Campylobacter jejuni
E.coli

21
Q

Cronobacter sakazakii (Voedselinfectanten)

Familie
Gevolgen

A

Familie: Enterobacteriaceae
Gevolgen: neonatale sepsis of meningitis
Lage incidentie, hoge mortaliteit, risico bij melkpoeder in water op kamertemperatuur

22
Q

Pathogene vibrio’s (Voedselinfectanten)

Kenmerken
Oorzaak
Opsporing

Gevolgen

A

Kenmerken
-facultatief anaeroob
-gram negatief
-zouttolerant
-mariene bacteriën
Oorzaak: alle soorten zeevis, schelp en schaaldieren
Opsporing via PCR

Maagdarm klachten

23
Q

Yersinia enterocolitica (Voedselinfectanten)

Familie
Belangrijkste vertegenwoordigers
Oorzaak
Diagnose

A

Familie: Enterobacteriaceae
Belangrijkste vertegenwoordigers
-Yersinia pestis (gevolg builenpest)
-Yersinia enterocolitica (gevolg: Yersiniose)
Oorzaak: besmet varkensvlees
Diagnose: routine coprocultuur

24
Q

EHEC

A

Enterohemorrhagische E. coli

25
Q

STEC

Oorzaak
Diagnose
Gevolg

A

Shiga-like-toxin-producing E coli

Oorzaak: rauw of onvoldoende verhit rundsvlees
Diagnose: niet opgenomen in routine coproculturen
Gevolg: HUS

26
Q

HUS

Oorzaak
Gevolgen
Symptomen

A

Hemolytisch Uremisch syndroom

Oorzaak: EHEC/STEC

Gevolgen
-hemolytische anemie
-acuut nierfalen
-trombocytopenie

Symptomen
-bloedige diaree
-buikpijn
-koorts
-lethargie

27
Q

Enterobacteriaceae

Algemene kenmerken (8)

A

Gram-negatief
Oxidase negatief
Bacil
Facultatief anaeroob
(Vaak) Mesofiel
Gedood door pasteurisatie
(Vaak) Flagellen
Vorming van biofilms

28
Q

PFGE

A

Uitbraakonderzoek

Pulsed field gel elektroferose

Pulsed-field gel electrophoresis (PFGE) is een veelgebruikte methode om DNA-fragmenten van meerdere miljoenen basen te scheiden. Dit gebeurt door de gel bloot te stellen aan een elektrische stroom die afwisselend vanuit twee hoeken en met tussenpozen wordt toegevoerd. Hierdoor wordt de diffusie van grote moleculen tot een minimum beperkt.

Via whole genome sequencing

29
Q

Zuigelingenbotulisme

A

Na inname van de sporen is ontkieming en uitgroei in de darm mogelijk waarbij toxinen kunnen ontstaan

30
Q

Toxico-Infectie

A

Een combinatie van een infectie en een intoxicatie. Er worden levende cellen ingenomen via de voeding. Deze cellen groeien in de darm uit waarbij toxinen gevormd worden.

31
Q

YOPI

A

Young
Old
Pregnant
Immunocompromised

32
Q

Virulentie

A

Virulentie is een maat voor de hoeveelheid schade die een micro-organisme in zijn gastheer aanricht. Het is een kwantitatief begrip voor de mate van pathogeniteit en kan worden beschreven als ziekmakend vermogen

33
Q

Pathogeniteit

A

Een pathogeen, ook ziektekiem genoemd, is een ziekteverwekker van biologische oorsprong. Een ziektekiem en een ziekteverwekker en meer specifiek een micro-organisme of biologisch deeltje, dat een infectieziekte kan veroorzaken, zijn pathogeen, worden in de medische microbiologie bestudeerd en kunnen op grond van de mate waarin zij pathogeen zijn worden ingedeeld.

34
Q

Pathogeniteit

A

Een pathogeen, ook ziektekiem genoemd, is een ziekteverwekker van biologische oorsprong. Een ziektekiem en een ziekteverwekker en meer specifiek een micro-organisme of biologisch deeltje, dat een infectieziekte kan veroorzaken, zijn pathogeen, worden in de medische microbiologie bestudeerd en kunnen op grond van de mate waarin zij pathogeen zijn worden ingedeeld.

35
Q

DR relatie

A

Relatie tussen de inname van verschillende hoeveelheden ziekteverwekkende MO of toxinen en het effect daarvan op een persoon

Afh per pathogeen/toxine/persoonlijke weerstand

36
Q

Voedselinfectie

Veroorzaakt door
Verschijnselen na
Symptomen
Duur ziekte

A

Micro-organismen
6/8u tot enkele dagen
Buikpijn, diaree, koorts
1-5 dagen

37
Q

Voedselintoxicatie

Veroorzaakt door
Verschijnselen na
Symptomen
Duur ziekte

A

Toxine
Binnen 6u
Misselijk, overgeven
1-2 dagen

38
Q

WIV

A

Wetenschappelijk Instituut volksgezondheid, nationaal referentielabo voor voedselvergiftiging

39
Q

FAVV

A

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

40
Q

EFSA

A

European Food Safety Authority

41
Q

EFSA

A

European Food Safety Authority

42
Q

Factoren die een rol spelen bij de besmetting met en uitgroei van pathogenen

A

Tijd
Hygiene
-gebrek aan kennis
-slechte gewoontes
-import waar hygiene minder ! Is

In de omgeving, producten zelf, bereiding

43
Q

Eschericia coli (Voedselinfectanten)

Familie
Belangrijkste
Oorzaak
Gevolgen
Diagnose

A

Familie: Enterobacteriaceae
Belangrijkste: EHEC/STEC
Oorzaak: Rauw of onvoldoende verhit rundsvlees
Gevolgen: HUS
Diagnose: niet via routine coprocultuur

44
Q

Campylobacter jejuni & C.coli (Voedselinfectanten)

Familie (Kenmerken)
Oorzaak
Diagnose

A

Familie: Campylobacteriaceae (gram-negatief spiraalvormig staafje)
Oorzaak: kippenvlees
Diagnose: routine coprocultuur

45
Q

Salmonella spp. (Voedselinfectanten)

Familie
Belangrijkste serotypes
Pathogenese
Oorzaak
Diagnose
Preventie

A

Familie: Enterobacteriaceae
Belangrijkste serotypes
-Salmonella Enteriditis
-Salmonella Typhimuriul (Typhi & Parathypi)
Oorzaak:
-rauwe of onvoldoende verhitte producten gecontamineerd met Salmonella
-salmonelladragers (Typhoid Mary)
-kruisbesmetting
Diagnose: routine coprocultuur
Preventie: hygiëne, koelen of verhitten

46
Q

Listeria monocytogenes

Familie
Kenmerken
Oorzaak
Evolutie
Preventie

A

Familie: Listeriaceae (gram-positief beweeglijk staafje)
Kenmerken:
-Pathogene soort
-erg resistent
-vooral op koude & vochtige plaatsen
-leerhierig: past zich aan een lage pH
Oorzaak: zachte kazen, paté, gerookte vis, rauwkost
Evolutie: geen verschil in incidentie, mortaliteit 15%
Prevalentie