H5 Sterke kanten benadering en H13 kernkwaliteiten Flashcards
Zelfconcordantie-
model (Sheldon en
Elliot)
Het nastreven van doelen die zelfgedetermineerd zijn, hebben een positief effect op het functioneren.
- Het leidt tot meer inzet en succes (positief effect op doorzettingsvermogen en leidt tot meer voldoening)
- Als het doel wordt bereikt, levert het meer op (draagt sterker bij aan welbevinden)
- kortom: hoe hoger de zelfconcordantie → hoe duurzamer de inzet → hoe meer doelrealisatie → groter welbevinden
Onderzoek naar
individuele effecten
SKB
- Linley: Mensen die meer gebruik maken van hun sterke kanten scoren hoger op zelfvertrouwen, ervaren competentie, het realiseren van doelen en welbevinden.
- Seligman: gebruik van je sterkte kanten geeft na oefening hogere score op welbevinden en lagere op depressie
- Rechter: feed-forwardgesprek: functioneringsgesprek waarin een medewerker samen met zijn leidinggevende succesvol uitgevoerde taken en werkzaamheden analyseert en o.b.v. daarvan doelstellingen voor de komende periode formuleert (hogere score op zelfvertrouwen en bereidheid om zich in te zetten)
- Onderzoek werkaanpassing aan sterke kanten: zorgt voor meer bevlogenheid.
- Een sterkekanteninterventie leidt tot meer persoonlijke ontwikkeling. Aandacht voor sterke kanten zorgt bij studenten voor een hogere score op het ervaren van competentie, intrinsieke motivatie en bereidheid om zich in te zetten voor andere leerdoelen. Voorwaarde: studenten moeten voldoende autonomie ervaren om hun eigen leerdoelen na te streven. Er moet ruimte worden geboden voor zelfsturing.
Onderzoek naar
groepseffecten SKB
- Mensen lijken hun unieke kennis niet vaak te delen, maar juist de kennis die hun collega’s ook hebben om te laten zien dat ze deskundig zijn en om geaccepteerd te worden. Voorafgaand aan het gezamenlijke oplossen van een probleem reflecteren op ieders sterke kanten zorgde voor beter prestatie doordat de leden zich meer geaccepteerd voelde en daardoor meer unieke informatie deelden
- Quinlan: onderzoek naar schoolkinderen waarbij de interventie zowel leerlingen en leraren leerde hoe ze sterke kanten in zichzelf en anderen kunnen herkennen en werden ze aangemoedigd hun sterke kanten vaker te gebruiken. Gevolg: meer gevoel van verbondenheid en autonomie.
- Louis: onderzoek naar de effectiviteit van studiebegeleiding waarbij hoger scoorde op ervaren controle, zelfvertrouwen en intrinsieke motivatie (autonomie).
- Cable: onderzoek naar best-self activations in een adviesorganisatie (interventies waarbij de sterke punten van deelnemers worden bekrachtigd). Dit type interventie versterkte autonomie en verbondenheid
Nog onderzoek SKB
nodig naar.
Het onderzoek naar de SKB staat nog in de kinderschoenen. Toekomstig onderzoek:
- Zal meer licht moeten werpen op het relatieve belang van elk van de 3 psychologische basisbehoeften in de werkzaamheid van de SKB.
- Naar positieve effecten studierendament of werkprestatie
- Zal moeten worden gedaan naar de effecten op lange termijn
Meetinstrument
sterke kanten
Er is voor het identificeren van persoonlijke kwaliteiten nog geen algemeen geaccepteerd classificatiesysteem. 4 methoden die sterke kanten identificeren:
1. VIA Character Strenghts (Peterson en Seligman). Universeel classificatiesysteem van menselijke deugden. Definitie persoonlijke kwaliteiten: manier van denken, voelen en handelen die leidt tot excellentie en optimaal functioneren. VIA survey geeft persoonlijke rangorde van persoonlijke kwaliteiten
2. CliftonStrenghts Assessment (Clifton en Buckingham). Resultaat van de zoektocht naar bronnen van succesvol en excellent functioneren in onderwijs- en werksituaties. Maakt onderscheid tussen latente (talents) en manifeste kwaliteiten (strenghts)
3. StrenghtsProfile (Linley). Ook onderscheid tussen latente en manifeste kwaliteiten, maar latent betekent hier ongerealiseerde sterke kanten en manifest betekent gerealiseerde sterke kanten. 2 criteria voor sterke kant: competentie en energie. Sterke kant is dus iets waar men zowel goed in is als energie van krijgt.
4. Talentwijzer (Hiemstra). Ook onderscheid tussen latente en manifeste kwaliteiten, maar latent betekent hier talenten/persoonlijke kwaliteiten en manifest betekent persoonlijke kerncompetenties/sterke kanten. Ontwikkeld voor het beroepsonderwijs en gebaseerd op het AB5C-model (een op big- five gebaseerd taxonomie van persoonlijkheidseigenschappen).
Talents vs strenghts
(CliftonStrenghts
Assessment)
Talent: een natuurlijk terugkerend gedragspatroon dat op productieve wijze kan worden aangewend (ruwe grondstoffen die zich kunnen ontwikkelen tot manifeste sterke kanten bij leren/oefenen).
Strenght: vermogen om consistent op excellent niveau te presteren op een
Persoonlijke
kwaliteiten vs –
kerncompetenties
(Talentwijzer)
Persoonlijke kwaliteiten: positieve eigenschappen die relevant zijn in studie- en werksituaties. Worden dus gezien als positieve persoonlijkheidseigenschappen.
Persoonlijke kerncompetenties: bekwaamheden waarin iemand binnen zijn eigen mogelijkheden een zeer hoog niveau heeft bereikt. Zijn competenties (combinaties van kennis, vaardigheden en attitudes) waarin iemands persoonlijke kwaliteiten tot ontplooiing zijn gekomen
Ontwikkelen van
persoonlijke
kwaliteiten tot
sterke kanten
- Het is belangrijk om interventies niet te beperken tot identificeren van persoonlijke kwaliteiten, maar nadruk te leggen op gebruiken en ontwikkelen van deze kwaliteiten
- Seligman: het positieve effect op welbevinden verdwijnt snel weer als de interventie zich beperkt tot het benoemen van persoonlijke kwaliteiten.
- Louis: als je het beperkt tot het alleen maar benoemen van kernkwaliteiten dan kunnen mensen een zogenaamde entity mindset ontwikkelen: competentie zien als iets dat moeilijk te beïnvloeden is (je bent nu eenmaal ergens wel of niet goed in)
- Als we ons richten op het gebruiken en ontwikkelen van kernkwaliteiten dan bevordert dit een incremental mindset: competentie zien als het resultaat van een leerproces, waar je beter in kunt worden door te oefenen.
De talentenwijzer-
methode
Een ontwikkelingsgerichte sterkekantenaanpak met 5 opeenvolgende stappen:
1. Talenten benoemen. Invullen Talentenwijzertest (top 5 persoonlijke talenten)
2. Talenten beter leren kennen. De 5 persoonlijke kwaliteiten bespreken met bekenden en vragen of ze die talent bij hen herkennen.
3. Talenten effectief gebruiken. Analyseren wanneer ze hun kwaliteiten in het verleden succesvol gebruikt hebben en onderzoeken hoe inzetten.
4. Ontwikkelingsdoelen bepalen. In de vorm van een persoonlijke kerncompetentie (kennisgebied/vaardigheid waar de deelnemer in wil uitblinken). = kern van methode.
5. Talenten optimaal ontwikkelen. Concrete activiteiten bedenken en plannen. PEP opstellen (persoonlijk excellentieplan met persoonlijke kwaliteiten) hoe men het beste uit zichzelf wil halen.
Sterker in je kracht
Voor mensen met een chronische ziekte (iedereen die hulp nodig heeft m.b.t. zelfmanagement van een chronische aandoening). 3 stappen:
1. Informatie van huisarts (POH) over de aanpak
2. Sterke kanten inzetten bij omgaan met chronische ziekte
3. Concrete doelen leren stellen en vaardigheden om deze doelen te bereiken
3 centrale
onderwerpen PP
Positieve ervaringen, positieve instituties en positieve eigenschappen. De PP benadrukt het nastreven van een beter leven door individuele positieve eigenschappen, waaronder kernkwaliteiten, te identificeren en te bevorderen.
24 kernkwaliteiten
in 6 categorieën
- Wijsheid en kennis: creativiteit, nieuwsgierigheid, kritisch denken, liefde voor leren, levenswijsheid.
- Moed: moed, doorzettingsvermogen, integriteit, vitaliteit
- Menselijkheid: liefde, vriendelijkheid, sociale intelligentie
- Rechtvaardigheid: teamwerk, eerlijkheid, leiderschap
- Gematigdheid: vergevingsgezindheid, bescheidenheid, voorzichtigheid, zelfregulering
- Transcendentie: waardering van schoonheid en uitblinken, dankbaarheid, hoop, humor, spiritualiteit
Classificatiesysteem
van Peterson en
Seligman
Er is een classificatiesysteem ontworpen die deugden en kernkwaliteiten identificeert. Het doel van dit classificatiesysteem was om een gemeenschappelijke taal te creëren om de positieve eigenschappen van mensen in kaart te brengen en om eensgezind te communiceren over kernkwaliteiten. Het classificatiesysteem van Peterson en Seligman is het meest bekende en onderscheid 3 niveaus
1. Deugden. De basis voor een leven dat gekenmerkt wordt door betekenisvolle relaties, bevredigend werk en levenstevredenheid. Deze dienen allemaal in bepaalde mate aanwezig te zijn voordat er gesproken wordt over een succesvol leven.
2. Kernkwaliteiten. Psychologische ingrediënten, processen of mechanismen die leiden naar de verschillende deugden (goed karakter = tenminste 1 of 2 kwaliteiten per deugdencategorie).
3. Situationele thema’s. Specifieke gewoonten die ertoe leiden dat mensen in bepaalde situaties hun kernkwaliteiten tonen.
Criteria
kernkwaliteiten
volgens Peterson
en Seligman.
Een kernkwaliteit:
- Wordt in verschillende culturen gezien als kernkwaliteit
- Draagt bij aan individuele voldoening, persoonlijke vervulling en geluk
- Wordt om zichzelf gewaardeerd, niet als middel om een bepaald doel te bereiken
- Wekt bewondering op en geen afgunst
- Heeft een duidelijke ‘negatieve’ tegenhanger
- Is een persoonlijke kwaliteit
- Is meetbaar
- Is te onderscheiden van andere karaktereigenschappen
- Is duidelijk aanwezig bij sommige personen
- Wordt door sommige kinderen al vroeg vertoond
- Ontbreekt volledig bij sommige personen
- Wordt bewust gecultiveerd door bepaalde maatschappelijke instellingen
Signature strenghts
- Kenmerkende kernkwaliteiten: de kernkwaliteiten die bovenaan staan in het unieke profiel van het individu. Ze vormen een belangrijk onderdeel van de identiteit.
- Ieder mens heeft er 5 tot 7
- Het gebruik ervan kan intrinsiek motiverend en bevredigend zijn en zorgen voor optimaal functioneren en floreren.
- Uit onderzoek blijkt dat het stimuleren van ‘elke’ kernkwaliteit gunstig is, ook als deze niet kenmerkend is (individu onderneemt namelijk een positieve actie om zichzelf te verbeteren). Toch wordt er gesuggereerd dat het stimuleren van kenmerkende kernkwaliteiten op de lange termijn meer positieve uitkomsten zal hebben dan het stimuleren van minder kenmerkende kernkwaliteiten.
- Verklaring: kenmerkende kernkwaliteiten geven energie en de uiting ervan is authentiek. Een minder aanwezige kernkwaliteit kan zorgen voor uitputting van energie en niet motiverend zijn.