H19 zingeving H20 Traumatische groei Flashcards

1
Q

Existentiële
zingeving vs
alledaagse
zingeving

A
  • Existentiële zingeving: richt zich op de vraag naar de zin vh leven. Is m.n. kwestie van levensbeschouwing. In het existentiële perspectief wordt ervan uitgegaan dat mensen zelf zin moeten construeren in een wereld die in principe betekenisloos is.
  • Alledaagse zingeving: meer gericht op persoonlijke zingeving aan ervaringen in het eigen leven. In het humanistisch perspectief staat de ontwikkeling van zin in relaties tussen mensen centraal.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cognitieve proces
van zingeving vs
motivationele
proces van
zingeving

A
  • Cognitieve proces van zingeving: de ervaring van eenheid is van belang (zin van). Mensen verlenen betekenis aan hun leven of aan aspecten die voor hen relevant zijn. Het gaat om plaatsen van ervaringen in een groter, min of meer consistent geheel aan opvattingen over de eigen persoon en over mensen en de wereld daaromheen. Ook evalueren, waarderen, en morele rechtvaardiging spelen hierbij een rol.
  • Motivationele proces van zingeving: Het gaat om een gevoel van richting en ontwikkeling in het leven (zin in), dat verder vormgegeven kan worden in specifiekere dromen, verwachtingen, wensen en doelen. Gevoelens van competentie, locus of control en self-efficiancy spelen hierbij een rol (assimilatieve processen). Beide processen zijn aan elkaar gerelateerd: betekenis geven is essentieel voor het gevoel van richting in het leven, terwijl richting in het leven weer van belang is bij het begrijpen en waarderen van gebeurtenissen en ervaringen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Affectieve proces
van zingeving

A

Gevoelens van geluk, tevredenheid of eigenwaarden. Sommige onderzoekers zien deze affectieve component als een essentieel onderdeel van zingeving. Anderen zien positieve gevoelens eerder als een bijverschijnsel van een geslaagd zingevingsproces (als 2 verschillende motieven). Dit proces kan onderscheiden worden van het cognitieve en motivationele proces, maar zijn ook aan elkaar gerelateerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

6 zingevingsbronnen

A

(Van binnen naar buiten)
1. Individualiteit: ervaring van en reflectie op eigen persoon en eigen functioneren. Thema’s: gevoelens, karaktertrekken, zelfwaardering, zelfacceptatie en pers. groei
2. Psychofysieke integriteit: ervaring vh lichaam, zowel wat betreft functioneren, gezondheid en ziekte als beleving en vormgeving vh lichaam, zoals eten en sport
3. Activiteiten: verwijzen naar wat mensen doen en bewerkstelligen in hun omgeving (kan gaan om specifieke activiteit, zoals werk, of om de waardering van die activiteit)
4. Verbondenheid: inbedding in sociale relaties, netwerken en gemeenschappen. Centraal: Intimiteit, altruïsme, gemeenschapszin en maatsch. bewustzijn
5. Materiele condities: omvatten de wereld om mensen heen, waarbij het gaat om zaken als bezit, financiële zekerheid, wonen, veiligheid, natuur en klimaat.
6. Leven in het algemeen: reflectie op en evaluatie en waardering van het leven, waarbij waarden, traditie, cultuur, levensbeschouwing, spiritualiteit en godsdienst, maar ook existentiële thema’s als eindigheid van het leven centraal staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Belang van verbinding

A

Er is consensus over het belang van verbinding. Velen vinden dat een goede balans van belang is (tussen bv. individualisme en verbinding met anderen) en dat juist de verbinding met een groter geheel het leven zinvol maakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

2 verschillen
zingeving vanuit de
levensloop
psychologie

A
  1. De bronnen waar mensen zin uit putten. Jongeren: richten zich meer op individualiteit. Ouderen: richten zich meer op psychofysieke integriteit en het leven in het algemeen staat centraler.
  2. De betekenis van zingevingsbronnen. Jongeren: richten zich bij individualiteit vooral op persoonlijke ontwikkeling en op autonomie om het leven zelf vorm te geven. Ouderen: richten zich vooral op het behoud van zelfstandigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vier typen
ervaringen die
vraag naar zin
kunnen oproepen
(Jacobs)

A

Vanuit een ontwikkelingsperspectief speelt de interactie tussen de persoon en omgeving een belangrijke rol. Bepaalde gebeurtenissen kunnen zingevingsvragen oproepen of juist onder druk zetten. Vier typen ervaringen:
1. Breuk- of contrastervaringen waarbij het vanzelfsprekende wegvalt (verlies/ziekte)
2. Ervaringen van kruispunten in het leven, waarbij mensen keuzes maken waarvan ze de consequenties voor hun verdere levensloop niet geheel kunnen overzien.
3. Maatschappelijke grenssituaties, bijvoorbeeld discriminatie of geweld.
4. Morele spanningen, bv wanneer iemand in werk voor een ethisch dilemma staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

5 niveaus van reflectie

A
  1. Pure beschrijving v/d gebeurtenis
  2. Evaluatie v/d gebeurtenis op zich
  3. Leggen van een verband tussen gebeurtenis en algemene inzichten en waarden die daarmee bevestigd worden
  4. Leggen van een verband tussen de gebeurtenis en andere gebeurtenissen
  5. Leggen van verband van de gebeurtenis met veranderingen over de tijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Factoren in een
levensverhaal die
gerelateerd zijn aan
geestelijke
gezondheid en
welbevinden

A
  • Coherentie: gefragmenteerde verhalen over het eigen leven kunnen het welbevinden in de weg staan. Verhalen waarin geen ontwikkeling mogelijk is ook
  • Emotionele toon: goede balans tussen positieve en negatieve emotionele kleuring is van belang (te weinig positieve, maar ook te weinig negatieve emoties laten zien, zijn gerelateerd aan minder geestelijke gezondheid en welzijn).
  • Vervulling van basale motieven van regie en verbondenheid zijn gerelateerd aan geestelijke gezondheid. Balans tussen verbondenheid en regie is van belang. Mensen die hun leven beschrijven als een opeenvolging van toevalligheden ervaren mindere geestelijke gezondheid en welbevinden
  • Niveau van reflectie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Narratieve
hulpverlening

A

De narratieve psychologie heeft zich meer multidisciplinair georiënteerd, waarbij ze zich vooral richt op het verlenen van een stem aan mensen die in het normale maatschappelijke verkeer vaak niet gehoord worden. Vanuit een perspectief van machtsrelaties wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen dominante verhalen en tegenverhalen. Mensen die een leven leiden dat niet goed past in een dominant verhaal (niet aan de maatschappelijke norm van succes kunnen voldoen, bv. patiënten) verhouden zich wel tot dat verhaal, maar hebben moeite om hun eigen verhaal te ontwikkelen (ambivalentie in verhaal). Visuele middelen kunnen hier dan bij ondersteunen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Narrative
foreclosure

A

Als de ontwikkeling van verhalen voortijdig stokt. Dit hangt negatief samen met geestelijke gezondheid en welbevinden. Soms is closure wel gepast: overwogen, soms symbolische afsluiting van moeilijke ervaringen, die het mogelijk maakt zich meer te oriënteren op het heden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tekort aan visie op
zingeving.

A
  • Psychiaters stellen dat onze maatschappij tekortschiet wat betreft het aanreiken van zingevingskaders. Zonder deze kaders kunnen mensen moeilijk betekenis verlenen aan moeilijkheden waardoor acceptatie moeilijk is en psychische problemen ontstaan
  • Er kunnen ook psychische problemen ontstaan als zingevingsvragen heel groot worden op specifieke momenten. Dit is het geval wanneer er gevoelens van zinloosheid zijn. Negatieve evaluaties kunnen bijdragen aan coherente zingeving, maar daarmee ook aan depressieve gevoelens.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zingevings-
interventies

A

Er is geen geïntegreerde visie op hoe er in de praktijk systematisch aandacht moet worden gegeven aan zingeving. Toch zijn er interventies gericht op zingeving. Deze bieden geen strikte protocollen, maar geven juist ruimte om vanuit het perspectief v/d cliënt aan de slag te gaan
- Viktor en Frankl: logotherapie
- Yalom: existentiële psychotherapie
- White en Epston: narratieve therapie
Deze benaderingen zijn doorontwikkeld in:
- Meaning therapy
- Meaning-centered therapy
- Reminiscentie en life review bij ouderen.
- Interventies die kunst gebruiken om nieuwe zin en betekenis te vinden
- Natuurinterventies die mensen stimuleren om zich deel ve groter geheel te voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Effecten van
zingeving
interventies

A
  • Existentiële therapieën: gematigde effecten op zingeving en ook effecten op psychopathologie en self-efficacy, maar niet op fysiek welbevinden.
  • Zingevingsinterventies bij mensen met kanker: gematigde effecten op spiritueel welbevinden. Interventies die zich specifiek op het versterken van zingeving richten hebben een sterker effect dan interventies die dat niet doen.
  • De effecten van reminiscentie en life review-therapie zijn tot dusver het beste onderzocht. Beide interventies dragen bij aan het verminderen van depressieve klachten en het bevorderen van welbevinden. Life review-interventies bleken sterkere effecten te hebben dan reminiscentie-interventies.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Reminiscentie

A

Verwijst naar het richten op ophalen en delen van positieve persoonlijke ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Life-review therapy

A

Gestructureerde interventies, waarbij autobiografische reflectie op positieve en negatieve persoonlijke herinneringen een belangrijke rol speelt. Therapie is gericht op het ondersteunen van deze autobiografische reflectie.

17
Q

Narratieve
toekomst-
verbeelding

A

Kan helpen om waarde en richting te bepalen en veerkracht te bevorderen in complexe, onzekere en destabiliserende omstandigheden. Voordelen van narratieve toekomstverbeelding: Het verbeelden van de toekomst stelt mensen in staat een concreet verhaal te vertellen over hun toekomstige zelf en handelingen. Dit heeft motiverende werking. Daarnaast biedt een verhalende toekomst ruimte voor ambiguïteit en daarmee voor nieuwe nog niet eerder overwogen mogelijkheden

18
Q

Posttraumatische
groei

A

De positieve veranderingen die mensen ervaren als gevolg van de confrontatie met een traumatische ervaring. Het gaat dus om groeien en dat gaat verder dan terugkeren naar het niveau van voor de traumatische gebeurtenis.

19
Q

Traumatische
gebeurtenis volgen
Tedeschi en
Calhoun

A

Een gebeurtenis die dermate schokkend is dat er sprake is van een psychologische crisis. Het gevolg is dat de bestaande kaders en fundamenten voor zin- en betekenisgeving omvergeworpen worden. Ze spreken van seismologische kracht: ieder mens is gebaat bij fundamentele veronderstellingen over de wereld, die haar heilzaam, voorspelbaar en controleerbaar maakt. Posttraumatische groei is het gevolg van een intense worsteling met deze ervaring, en van de moeite om nieuwe cognitieve schema’s op te bouwen over hoe de wereld in elkaar steekt en om nieuwe doelen te leren. De gebeurtenis veroorzaakt een breuk in het levensverhaal en daarmee een breuk in de identiteit.

20
Q

Proces van
posttraumatische
groei

A
  1. Op een goede manier omgaan met negatieve emoties. In deze fase heeft men een sterke behoefte om het verhaal te vertellen of op te schrijven en emoties te uiten.
  2. Als je in staat bent om te rouwen en negatieve emoties toe te laten en te uiten worden de negatieve emoties op den duur minder intens en neemt rumineren af. Dit maakt dan plaats voor het vinden van een nieuwe betekenis, het oplossen van problemen en het voorzichtig verbeelden van nieuwe toekomstscenario’s. Het cognitieve proces wordt minder automatisch en komt in het teken te staan van het opbouwen v nieuwe cognitieve schema’s. De gebeurtenis wordt nieuw levensverhaal
  3. Wanneer dit proces constructief verloopt: er ontstaan redemptie verhalen (verlossingsverhalen). Dit zijn levensverhalen waarin de gebeurtenis een keerpunt kan vormen: de persoon wordt met hernieuwde kracht een actief handelend persoon in het eigen levensverhaal. Wanneer de traumatische ervaring een negatief keerpunt wordt: er wordt gesproken van contaminatie (besmetting).
21
Q

Aandachtspunten
posttraumatische
groei.

A
  • Sociale steun en aanwezigheid van andere mensen die echt luisteren is belangrijk.
  • Er kan sprake zijn van toegenomen fundamentele pragmatische levenswijsheid: het besef dat men van de confrontatie met de traumatische ervaring heeft geleerd en als mens is gegroeid. Toename van compassie kan ook deel uitmaken van groei.
  • Zeer belangrijk is dat er naast de ervaring van groei ook de beleving van pijn, verdriet, angst, woede en verlies aanwezig zijn en dat aandacht voor het reguleren van deze emoties tegelijkertijd gebeurd. Dit verklaart waarom mensen posttraumatische groei vaak beschrijven in paradoxale termen: naast groei ook getekend zijn voor het leven.
22
Q

Organismic valuing
theory (Joseph en
Linley)

A

Groei binnen de bredere en natuurlijke tendens om te groeien. Theorie laat meer ruimte voor de mogelijkheid van groei na schokkende gebeurtenissen. Zij stellen zelf dat hun theorie minder beschrijvend is dan die van Tedeschi en Calhoun en dat die posttraumatische groei beter verklaart. De theorie heeft haar wortels in het werk van Rogers, die schreef over de volledig functionerende mens (die alle aspecten van zichzelf accepteert en het leven als proces beleeft). De theorie sluit aan bij de ZDT

23
Q

5 domeinen
waarbinnen groei
ervaren kan
worden zijn

A
  1. Verdieping van de relatie met anderen: positieve veranderingen in relaties met anderen. Bv bewust meer tijd doorbrengen met geliefden.
  2. Ontdekking van nieuwe mogelijkheden: het zien van nieuwe mogelijkheden of het inslaan van een nieuw pad. Bv gezonder gaan leven.
  3. Bewustwording van persoonlijke krachten en talenten: mensen ervaren meer kracht en vertrouwen en zien zichzelf als een overwinnaar i.p.v. een slachtoffer.
  4. Toename van spiritueel of existentieel besef: sterkere geloofservaring of sterker besef van de betekenis van het leven (eerst alleen gericht op spirituele en religieuze
    groei, nu ook op existentiële groei).
  5. Toename van waardering van het leven: gericht op alles wat leven te bieden heeft
24
Q

Prevalentie
posttraumatische
groei

A

Ongeveer 50% van de mensen met een traumatische ervaring maakt een betekenisvolle mate van posttraumatische groei door. Groei kan zich in sommige domeinen wel voordoen en in andere domeinen niet.

25
Q

Onderzoek naar
traumatische groei

A
  • Het ervaren van groei na een traumatische ervaring is significant gerelateerd aan minder depressieve klachten en meer welbevinden en meer intrusieve gedachten. Ook aan het vermijden van gedachten aan het trauma.
  • Geen verband met angst, kwaliteit van leven en subjectieve lichamelijke gezondheid
  • Afname van depressieve klachten en positief effect op subjectieve lichamelijke gezondheid na medisch trauma, geen verband met angst
  • Eerst verwerking en herstel en later is er plaats voor groei en verandering wat een positief effect heeft op de kwaliteit van het leven (omgekeerde U). Verband tussen welbevinden en ervaren groei is sterker wanneer onderzoek langer dan 24 mnd. na de gebeurtenis plaatsvindt.
  • Groei kan bevorderd worden door psychologische interventies.
26
Q

Posttraumatische
groei als illusie

A
  • Sommige onderzoekers beweren dat posttraumatische groei een illusie is: een manier van coping die verwerking van het trauma in de weg staat. Zij baseren dit op het gegeven dat posttraumatische groei niet altijd gepaard gaat met minder klachten of verbeterde gezondheid.
  • Weerlegging: groei en klachten zijn 2 verschillende dimensies. Posttraumatische groei is meer dan een illusie. Het is voor de meerderheid als een reëel fenomeen (verifieerbaar en waarneembaar).
27
Q

3 rollen die iemand
kan spelen in zijn
leven na een
traumatische
ervaring

A
  • Slachtoffer: dit label kan in het begin nuttig zijn, maar op de langere duur kan iemand zich er passief, depressief, angstig en wanhopig door gaan voelen.
  • Overlevende: oplossingsgerichte vragen helpen om de focus te verleggen naar andere aspecten van hun verhaal: hun sterke kanten en hulpbronnen. Dit is beter dan jezelf zien als slachtoffer. Positieve emoties (positieve betekenis bij negatieve gebeurtenis) bij trauma dragen bij aan welbevinden en het bereiken van doelen.
  • Thriver (Dolan): iemand die floreert en optimaal functioneert. Mensen zijn in dit stadium losgekomen van de traumatische ervaring en die ervaring bepaalt niet langer hun leven.
28
Q

Praat- en
schrijfopdrachten

A

4 brieven schrijven volgens Dolan:
1) Brief waarin persoon alle emoties beschrijft t.o.v. de persoon/gebeurtenis
2) Brief waarin persoon zelf het gevreesde antwoord schrijft (van de dader)
3) Brief waarin persoon schrijft wat die hoopt (meteen na 2e brief)
4) Brief waarin persoon zijn hoop op een betere toekomst verwoordt (voorbij stadium van overlevende).
- Andere manier van schrijven: ritueel (elke dag op dezelfde tijd een uur terugtrekken. Vaak enkele dagen al voldoende om gebeurtenis een plek te geven en door te gaan).
- Als in verhaal aandacht wordt geschonken aan de manieren die geholpen hebben om te overleven kan betrokkene respect voor zichzelf ontwikkelen en terugkijken met trots i.p.v. schuld.

29
Q

Mindfulness voor
groei

A

Niet-oordelende vorm van aandacht voor de eigen fysieke ervaringen, gevoelens en gedachten in het hier-en-nu. Mindfulness heeft een klein, maar positief effect op posttraumatische groei. Vooral de domeinen ‘verdieping van de relatie met anderen’ en ‘toename van waardering van het leven’. Mindfulness en leidt ook tot veranderingen in de beleving van spiritualiteit.

30
Q

Mindfulness-to-
meaning theory

A

Mindfulness zorgt ervoor dat verontrustende gedachten en emoties als voorbijgaand kunnen worden gezien. Het zijn geen onveranderlijke waarheden of reden tot actie, maar zorgt voor ruimte om positieve betekenis te geven aan het trauma.