H3. Positieve gezondheid + H4 Floreren + H5 sterke kanten Flashcards

1
Q

Veranderingen zorg

A
  • Gedurende 20ste eeuw: enorme vorderingen bij het voorkomen en behandelen van ziekten (met name infectieziekten). Bronnen van ziekten werden aangepakt, Er kwamen vaccinatieprogramma’s, aandacht voor persoonlijke hygiëne
  • Hierdoor verhoogde de levensverwachting tussen 1900 en 2018 (van 44 jaar naar 80,2 bij mannen en 83,3 bij vrouwen).
  • Toch zijn de zorgkosten enorm gestegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

5 oorzaken voor
stijging zorgkosten

A
  • De verschijningsvorm van ziekte is veranderd van infectie en ondervoeding naar meer chronische ziekten (als gevolg van leefstijl en omgeving).
  • Gebrek aan investering in kennis over preventie en beperkte toepassing van de beschikbare kennis op dit terrein. Voor preventie is nauwelijks een financieringsmodel. In de twintigste eeuw was veel aandacht voor de preventie van ziekten, maar bij chronische ziekten is er vooral aandacht voor behandeling. Dit heeft veel te maken met het financieringsmodel: het marktmodel. Er wordt betaald per uitgevoerde behandeling en dus levert dit meer geld op voor zorgverleners en farmaceuten.
  • De zorg raakt steeds meer gespecialiseerd: er is een scheiding tussen lichaam en geest, in zorg per leeftijdscategorie en een scheiding per medische specialisatie.
  • Communicatieproblemen vanwege een visie die te weinig uitgaat van integratie tussen lichaam en geest
  • Het potentieel van de patiënt als co-behandelaar met kennis over eigen ziekte en gezondheid wordt te weinig benut
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Positieve
gezondheid leidt
tot twee te
verwachte effecten

A

Minder ziekte en meer gezondheid. Dan zijn er minder ziektekosten en is er een hogere maatschappelijke productiviteit door een gezondere populatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

2 definities van
positieve
gezondheid

A
  1. PP onderzoekt hoe mensen zich kunnen ontwikkelen en ontplooien. Seligman definieert positieve gezondheid als een ‘groep van subjectieve, biologische en functionele vermogens die gezondheid versterken en ziekte bestrijden’.
  2. Huber: gezondheid als vermogen om je aan te passen en een eigen regie te voeren tegenover sociale, fysiek een emotionele uitdagingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Toepassingen 2
benaderingen
positieve
gezondheid

A

Gezondheid benoemen als een vermogen is een belangrijke doorbraak in het denken, maar klinkt passief. Dit wordt gecompenseerd door de inbreng vanuit de PP die mentale en lichamelijke gezondheid juist benoemd als een actief vermogen om tot bloei en ontwikkeling te komen. De PP levert een bijdrage aan de wetenschappelijke onderbouwing en het gezondheidsmodel van Huber ontleent zijn kracht aan het expliciteren van de dimensies van gezondheid en aan de inspiratie die deze dimensies bieden om in de praktijk van de zorg zinvol aan de slag te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gezondheidsmodel
van Huber (6
domeinen)

A
  1. Lichamelijke functies
  2. Mentaal welbevinden
  3. Spirituele dimensies
  4. Kwaliteit van leven
  5. Sociaal-maatschappelijke participatie
  6. Maatschappelijke betrokkenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oorspronkelijke
definitie van
gezondheid van de
WHO (1948) +
kritiek.

A

Gezondheid is een toestand van volledig positief fysiek, mentaal en sociaal welbevinden en niet alleen een afwezigheid van ziekte. Kanttekeningen hierop:
- Vanuit positieve gezondheid wordt gezondheid niet gezien als een toestand, maar als een vermogen. Het doel is niet volledig fysiek, mentaal en sociaal te functioneren, maar in staat zijn om goed te functioneren en zich te kunnen ontwikkelen.
- PG gaat ook over maatschappelijke en sociaal-economische omstandigheden
- Huber zegt: definitie is rigide, onpraktisch en utopisch. Een gezond iemand heeft veerkracht en dat komt niet terug in definitie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kenmerken positieve gezondheid

A
  1. De burger heeft een eigen verantwoordelijkheid voor zijn gezondheid, die tot uiting komt in een leefstijl die gezondheid ondersteunt en ziekte voorkomt.
  2. Gezondheid is niet alleen het domein van de gezondheidszorg, maar een maatschappelijk domein (ook onderwijs, politiek, overheid en bedrijven).
  3. De gezondheidszorg heeft een ondersteunende rol bij de gezondheid van het individu en die zorg komt tot stand op basis van samenwerking met en deelname van de patiënt aan de beste zorg of behandeling.
  4. Gezondheid is een begrip met meerdere dimensies: de mentale en fysieke gezondheid en de maatschappelijke en sociaaleconomische omstandigheden.
  5. Gezondheid is een vermogen dat ontwikkelend en onderhouden moet worden gedurende de levensloop en niet alleen bij momenten van ziekten.
  6. Functie van gezondheid is onder alle omstandigheden het ondersteunen van het functioneren en ontplooien van mensen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Positieve
gezondheid speelt
een rol bij

A
  • Gezondheid, ondersteunen/versterken v gezondheid gedurende hele levensloop
  • Preventie, door met verschillende maatschappelijke partijen te werken aan het versterken van de gezondheid in de populatie en het beperken van risicofactoren.
  • Ziekte, door samen met de patiënt te bekijken waar je de ziekte kan bestrijden en gezondheid kan verstevigen. Aansluiten bij mogelijkheden van de patiënt.
  • Chronische ziekte, door patiënt te ondersteunen in vinden en ontwikkelen in de richting van andere mogelijkheden en perspectieven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ideale jij en ik voor
PG

A
  • Voldoende beweging en gezonde voeding. We onderhouden daarmee onze fysieke gezondheid wat weer bijdraagt aan onze mentale gezondheid.
  • Rustige ontwikkeling van onszelf met reflectie op de mate waarin dat lukt en bij ons past, ondersteunt onze ontplooiing en daarmee gezondheid en levensgeluk
  • Bewustzijn van dagelijkse ervaringen
  • We leren ons leven lang
  • We passen ons op natuurlijke wijze aan, aan wat ons lichaam en geest aankunnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ideale school voor PG

A
  • Beseft zich dat ze aanvullend en compenserend kunnen werken als ouders minder kunnen betekenen voor hun kind
  • Beseft zich dat gezondheid invloed heeft op schoolprestaties en is daarom en gezonde school (gezonde kantine, gezond schoolplein)
  • Formuleert heldere doelen zodat de lichamelijke gezondheid van leerlingen wordt bevorderd, de ontwikkeling van individuele talenten en kwaliteiten wordt ondersteunt, positieve sociale interacties worden bevordert en kinderen worden voorbereid op een plezierig maatschappelijk en productief leven
  • Heeft programma’s om sociale en emotionele vaardigheden te vergroten (veerkracht). Deze programma’s zijn bewezen effectief, niet alleen ter bevordering van het welzijn van de leerlingen maar ook die van het onderwijspersoneel
  • Zorgt ervoor dat leerlingen zoveel mogelijk betrokken worden bij de school en hun talenten ontdekken, om zo de motivatie te vergroten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ideale werk voor PG

A
  • Beseft het belang van mentale kapitaal v medewerkers in standhouden en vergroten
  • Werkt preventief door training op het gebied van veerkracht aan te bieden (individueel gerichte ondersteuning en maatregelen die ingrijpen op bedrijfscultuur)
  • Zet in op vergrote van betrokkenheid tussen medewerker en bedrijf. Dit wordt bepaald door ondersteuning van de persoonlijke ontwikkeling, bevorderen van werkplezier door zelf inrichting te mogen geven aan werk, zorg dragen voor gemotiveerde teams, een aansprekende missie, een vorm van transformationeel leiderschap (moedigt medewerkers aan om problemen op een creatieve en innovatieve manier op te lossen) en positieve sociale innovatie (werkprocessen die samen met medewerkers tot stand is gekomen).
  • 3 manieren om betrokkenheid te vergroten: Door medewerkerswaardering (door in te zetten op positief leiderschap met begrip, ruimte en steun), Door de tevredenheid van en binding met klanten, Door waardering vanuit de omgeving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ideale gemeente voor PG

A
  • Missie: bevorderen van de gezondheid en het welbevinden van elke burger
  • Gemeente hoeft alleen ambities van verschillende partijen (scholen, bedrijven, burger zelf etc.) te mobiliseren/faciliteren (door betrokkenen bij elkaar te brengen en
    te zorgen voor een gedeelde ambitie).
  • Belangrijke eigen taak v/d gemeente: armoede bestrijden (gezin in armoede kan beroep doen op coach; die helpt handelingsbekwaamheid en eigen verantwoordelijkheid te vergroten).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rol Ideale zorgverlener voor PG is veranderd

A
  • Van expert naar co-expert (patiënt is ook expert. Ideale zorgverlener is een transformationele coach die naar cliënt luistert, deze aanmoedigt en exposeert)
  • Van behandelaar naar bevorderaar van gezondheid
  • Van oriëntatie op het lichaam naar oriëntatie op lichaam, geest en omgeving
  • Van aandacht voor ziekte-episoden naar aandacht voor gezondheid gedurende de levensloop
  • Van adviseur naar bevorderaar van empowerment en zelfredzaamheid
  • Van herstel van de gevolgen van een ziekte naar het versterken van de mogelijkheden van ontplooiing en ontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarderende diagnostiek

A

Vult informatie over de ziekte aan met kennis over de veerkracht van de patiënt. Zingeving speelt een rol bij de beleving van een ziekte en bij chronisch zieken moet worden gekeken naar (verandering van) de leefstijl.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

acute problemen waar de politiek
zich mee
bezighoudt

A
  • Maatschappelijke ongelijkheid
  • Armoedebestrijding
  • Behandeling van depressie en burn-out
  • Vroege signalering en interventie van leerproblemen
  • Arbeidsdeelname van alle maatschappelijke groeperingen
17
Q

Belang politieke
besluitvorming gaat
langs twee
gedachtelijnen

A
  1. Eerste gedachtelijn ontstaat vanuit ziekte: overheid treft maatregelen die leiden tot kosteneffectieve zorg en op de lange termijn het voorkomen van die kosten (om economische en sociale winst te behalen).
  2. Tweede gedachtelijn: winst van een goede mentale en fysieke gezondheid. De overheid heeft het principe van levenslange educatie ingevoerd om ervoor te zorgen dat kennis en vaardigheden van mensen worden aangepast aan de snelle ontwikkelingen in de economie.
18
Q

Ideale overheid voor PG

A
  • Bevordert gezondheid en welzijn en beschermt de bevolking tegen risico’s van bepaalde vormen van consumptie (niet verbieden) en tegen milieugevaren.
  • Baseert zich steeds meer op de principes van de gedragseconomie dan op verbieden
  • Zorgt voor afstemming tussen ministeries en maatschappelijke partijen
  • Beleid kan inspelen op een aantal belangrijk veranderingen: Vergrijzing, Culturen die samengaan, Veranderingen in gezinsstructuur, Hogere eisen aan dienstverlening vanuit burger, Nieuwe technologische toepassingen, Kennis en vaardigheden
  • Meet het functioneren van de economie af aan de algehele gezondheid en het welbevinden en niet alleen aan financieel-economische factoren
19
Q

DALY’s

A

RIVM liet al zien dat preventiebeleid gericht op een betere leefstijl winst oplevert. Bij preventiebeleid rekent men vaak in DALY’s (disability adjusted life years). Het is een maat voor de algehele gezondheidslast (‘burden’) van bepaalde gezondheidscondities binnen een bepaalde populatie en binnen een bepaald tijdsbestek.
- Mortaliteit wordt daarbij uitgedrukt in een schatting van het aantal jaren dat binnen een bepaalde populatie, binnen een bepaalde periode “verloren gaat” door vroegtijdig overlijden
- Morbiditeit wordt uitgedrukt in een schatting vh aantal jaren dat binnen een populatie, binnen een bepaalde periode wordt geleefd met een beperking
De optelsom hiervan vormt de DALY-index, waarbij één DALY dus staat voor één jaar in goede gezondheid dat “verloren” gaat, ofwel door overlijden, ofwel door beperkingen ten gevolge van een bepaalde gezondheidsconditie, binnen een bepaalde populatie en binnen een bepaald tijdsbestek. Meer DALY’s betekent dus meer gezondheidslast, terwijl minder DALY’s een lagere gezondheidslast betekent.

20
Q

Future Search in
Nieuwegein

A

Een methode om in gesprek te komen met alle betrokkenen van een systeem om samen een visie op te bouwen, betrokkenheid te creëren en in actie te komen. Het gaat erom dat partijen en mensen zelf de verantwoordelijkheid nemen voor verandering.

21
Q

Netwerk positieve
gezondheid in
Noordelijke
Maasvallei

A

Netwerk van tientallen organisatie (GGD ’s, verzekeraars, onderwijsinstellingen, cliëntenraden, zorgorganisatie etc.) die werken vanuit de principes van de positieve psychologie. Brachten het complexe idee van PG terug tot 4 uitgangspunten:
1. Kijk naar gezondheid en niet naar ziekte
2. Kijk naar hoe iemand zo gezond mogelijk kan blijven
3. Kijk naar wat iemand wel kan in plaats van niet kan
4. Kijk naar hoe je gezond leven kunt bevorderen

22
Q

Werkzame
mechanismen PG

A

Welbevinden, optimisme, zingeving, goede lichamelijk en mentale conditie, empowerment en zelfmanagement, goede sociale contacten, hoop en veerkracht.

23
Q

Twee-
continuamodel van
Keyes

A

Gaat ervan uit dat mentale gezondheid wordt gekenmerkt door twee dimensies:
1. Klachtgerichte dimensie: loopt van geen/weinig psychische klachten naar ernstige/gediagnostiseerde psychische klachten (lijkt op medisch model).
2. Dimensie welbevinden: loopt van een laag niveau van welbevinden (languishing) naar een hoge mate van welbevinden (floreren). Deze dimensies zijn aan elkaar gerelateerd, maar toch onafhankelijk van elkaar (met psychische klachten kan je alsnog floreren, en in afwezigheid van psychische klachten kan het alsnog zijn dat je niet floreert).

24
Q

Relatie tussen
floreren en
psychische
stoornissen

A
  • Onder mensen met een gediagnosticeerde stemmings- of angststoornis wordt zowel meer middelmatig als meer zeer laag welbevinden (‘languishing’) gerapporteerd in vergelijking met de algemene bevolking, terwijl patiënten met een eetstoornis vooral vaker een zeer laag welbevinden rapporteren.
  • Floreren beschermd tegen het ontstaan van psychische stoornissen. Mensen die floreren hebben 3 jaar later 53% minder kans op het ontwikkelen van een angststoornis en 28% minder kans op het ontwikkelen van een stemmingsstoornis. Floreren heeft geen relatie met ontstaan van een verslaving 3 jaar later
  • Floreren vergroot de kans op herstel bij een angststoornis (psychologisch welbevinden is een betere voorspeller van herstel dan emotioneel welbevinden). Dit geldt niet bij een stemmingsstoornis. Floreren bij mensen met een alcohol- en drugsverslaving zorgt juist voor minder snel herstel van hun verslaving (mogelijk omdat men bv gebruikt om leven aan te kunnen)
25
Q

Bevorderen van
floreren door
positief-
psychologische
interventies

A
  • Volgens meta-analyses hebben positief-psychologische interventies een klein tot matig effect op het vergroten van emotioneel en psychologisch welbevinden.
  • Zelfhulpboek voluit leven (ACT). Na afloop significant meer florerende mensen.
  • Vriendelijkheid interventie (acts of kindness). Conditie moest vijf vriendelijke activiteiten uitvoeren voor andere, controlegroep voor zichzelf. Beide groepen floreren meer ten opzichte van wachtlijst.
  • Dankbaarheidsinterventie met verschillende activiteiten. Na afloop significant meer floreren, na zes weken verschil niet meer significant.
  • Zelfhulpboek Dit is jouw leven. Aan de slag met 8 ingrediënten van floreren o.b.v. psycholoog i.o.
  • Alle interventies zijn geschikt om mentaal welbevinden dimensionaal te verhogen, maar ook om het welbevinden zo’n boost te geven dat meer mensen voldoen aan de criteria van floreren
26
Q

Probleemgerichte
benadering

A
  • Gaat uit van een probleem. Een probleem is er als er een negatieve afwijking van de gestelde norm is. Het behalen van de norm is dan het doel van de verandering.
  • De focus op het negatieve is te verklaren door negativity bias: de neiging om meer aandacht te schenken aan negatieve informatie (is belangrijk geweest voor overleving in tijden van gevaar).
  • Mensen blijken over meer woorden te beschikken om negatieve gebeurtenissen te beschrijven. Ook beoordelen mensen elkaar sterker op hun negatieve eigenschappen.
  • Voordelen: het is dé aangewezen manier om verandering te bewerkstelligen.
  • Nadelen: Het bestrijden van negatieve uitkomsten betekent niet per definitie een positieve uitkomst. De motiverende kracht van de probleemgerichte benadering is beperkt: het is lastig om mensen te motiveren zich gedurende lange tijd in te zetten voor verandering en ontwikkeling.
27
Q

Sterke kanten
benadering (SKB)

A

Het vertrekpunt voor verandering wordt gevormd door successen, persoonlijke kwaliteiten en sterke kanten.

28
Q

4 stappen
verandercyclus

A
  1. Verwonderen (waarderen van wat goed is).
  2. Verbeelden (hoe zou het zijn als we de successen verder kunnen uitbouwen).
  3. Verankeren (wat is ons doel, waar gaan we voor).
  4. Verwezenlijken (welke concrete acties gaan we uitvoeren).
29
Q

Verschillen
Regulatieve cyclus
vs verandercyclus

A

Regulatieve cyclus van Van Strien. Probleemstelling, diagnose, plan, interventie, evaluatie. (probleemgerichte benadering). Verandercyclus. Appreciative-inquiry-cyclus van Cooperrider en Whitney (SKB). Verschillen tussen deze twee liggen voornamelijk in de eerste 3 stappen
1. Bij een waarderende benadering is het vertrekpunt voor verandering niet een negatieve afwijking van de norm, maar een kwaliteit, vermogen of prestatie.
2. Het ideaal dat richting geeft aan de verandering is door de persoon zelf geformuleerd i.p.v. algemeen aanvaard ideaal en is geïnspireerd op kwaliteiten
3. Concrete doel van verandering is niet voldoen aan de norm, maar een stap in de richting van een zelf geformuleerd ideaal.

30
Q

Motiverende kracht
van SKB

A

Kan worden verklaard aan de hand van de ZDT. Autonomie, competentie en verbondenheid bepalen de kwaliteit van de motivatie. 4 typen motivatie die verschillen in mate waarin motivatie zelf gedetermineerd is.
1. Externe motivatie: Motivatie komt van buiten (beloning krijgen of straf voorkomen)
2. Geintrojecteerde motivatie: Motivatie komt voor uit interne sancties (verplicht voelen, schuldig voelen bij niet doen).
3. Geïdentificeerde motivatie: Motivatie komt voort uit identificatie met het doel (draagt bij aan iets wat men waardevol vindt).
4. Intrinsieke motivatie: Motivatie komt voor uit interesse en het plezier dat wordt beleefd aan de activiteit.