H2a Augustinus en het kwaad College 2 Flashcards
De kern van de theologie van Augustinus van Hippo Regius (354-430)
1) Drie-eenheid
- De Trinitate
2) Zonde en genade
- De Spiritu, De natura et gratia, De perfectione
3) Kerk en staat
- De Civitate Dei
4) Vrije Wil en predestinatie
- De peccate orginale, De gratia et Libero Arbitrio
Augustinus kwam door zijn leer in confrontatie met:
- Mani & Gnostici - Godsleer
- Donatisten - kerkleer
- Pelagianen - genadeleer
De invloed van de leer van Augustinus op het denken van latere filosofische en theologische stromingen:
- Middeleeuwse Schriftuitleg – allegorese / relatie paus-keizer
- Calvijn: afhankelijkheid van God- zonde, genade en verkiezing
- Descartes wending naar subject - ik denk dus ik ben
Wat was een van de belangrijkste werken van Augustinus?
Confessiones (400), Belijdenissen
Een belangrijke ontdekking uit Coffesiones, met grote in vloed op het latere denken:
De ontdekking van het christendom is de menselijke wil gecombineerd met ‘het kwaad’. (Confessiones VII.8)
Augustinus heeft van zijn 19e tot zijn 29e onder invloed van de Manicheeërs verkeerd, wat leerden zij?
Het manicheïsme was een gnostische religie en een stroming binnen het christendom, waarin de verwerving van gnosis het kernthema was. De grondlegger was Mani (216-276). Het ontstond korte tijd na andere religieuze bewegingen waarin gnosis (krachten) ook het kernthema was, zoals de gnostiek, hermetisme (filosofische, religieuze en esoterische ideeën) en min of meer gelijktijdig met het mandeïsme (dualistische kijk op de wereld).
Wat leerde Mani (216-276)?
Mani is beloofde Parakleet: (een heilig persoon, die mensen uit onderdrukking zal redden)
Mani leerde:
God heeft niet de hand in het kwade – dualisme goed-kwaad.
- Uit de Vader der Grootheid emaneert de Oermens.
- Die strijdt tegen het rijk der duisternis.
- De Oermens verliest bijna, maar Levende Geest redt. De Levende Geest redt Oermens uit de materie.
- De Ziel van de oermens blijft in materie achter.
- De wereld is een mengeling van goed en kwaad.
- Jezus brengt tot het licht.
Wat leerde Augustinus na zijn bekering?
- Augustinus is ontdekker van de wil
- Nieuw element in de West-Europese cultuur
- Ik wil het kwade
- De wil is niet per se kwaad, kan ook het goede willen
Wie was de Patres (kerkvader) Augustinus?
1) In 354 in Thagaste geboren, christelijke moeder, heidense vader.
2) Jeugd een wild leven. Gaat van het manicheïsme naar het neoplatonisme en Plato. Dan belandt hij in Milaan en komt in aanraking met Ambrosius. Komt daaronder tot bekering.
3) Hij strijd tegen de manicheeërs, Pelagius (voorgezien geloof, verkiezing berust op daden van de mens) en de donatisten (alleen heiligen in de kerk).
4) Augustinus heeft veel achting voor platonici als Plotinus en nog enkele anderen, volgens hem zijn ze dicht bij het christendom gekomen. Volgens hem hebben volgelingen van Plato het vaderland van verre gezien maar de weg daarheen niet bewandeld. Om dit te doen is ootmoed nodig en dat ontbrak.
Wat leerde Augustinus over de weg naar de waarheid?
Volgens Augustinus onderzochten de heidense filosofen vooral de elementen van deze wereld en niet God, door Wie de wereld geschapen is.
Augustinus zoekt de waarheid maar wil die ook vinden, hij wil God hebben.
Om tot kennis van de waarheid te komen moet men volgens Augustinus tot zichzelf inkeren. Zelfkennis is dus belangrijk!
Belangrijke uitspraak: ‘als ik dwaal, dan besta ik’. Op deze manier wordt voor hem de zekerheid van het zelfbewustzijn het uitganspunt voor zijn kenleer.
In het zelfbewustzijn van de mens is geen bron of criterium te vinden om God en de wereld te leren kennen. Om tot deze kennis te komen moeten we buiten de mens zoeken. We moeten naar de Bijbel toe. Alleen in Uw licht zien wij het licht!
Augustinus gaat steeds uit van het Woord van God. De norm van de waarheid ligt boven de menselijke rede!
Wat leerde Augustinus over het wezen van God?
Tegenover het veelgodendom van de heidenen stelt Augustinus dat er slechts één God is.
God is voor ons nooit volledig te kennen.
Wij kunnen slechts in beperkte vormen en in menselijke woorden, bij wijze van analogie, over Hem spreken.
Omdat God het hoogste Zijn is, komt Hem alleen de onvergankelijkheid toe. Het schepsel, dat een lagere graad van zijn heeft, is vergankelijk.
Wat leerde Augustinus over de schepping?
De schepping
De kosmos is geschapen, ze is niet van eeuwige materie.
De kosmos is veranderlijk omdat ze niet uit Gods wezen is voortgekomen.
God draagt deze wereld. God is in elk deel van de kosmos permanent aanwezig.
Hij is niet alleen transcendent maar ook immanent.
De materie is goed want ze is uit Gods hand voortgekomen.
Wat leerde Augustinus over de oorsprong van het kwaad én over zonde en genade?
De oorsprong van het kwaad ligt in de wereld van de geest. De mens bestaat uit lichaam en ziel. In de mens vloeien de twee werelden door elkaar.
Het oorzaak van het kwaad ligt in de wil van de schepselen, in de hoogmoed van de engelen en van de mens die God ongehoorzaam waren.
Zonde en genade: De oorsprong van de zondeval in de hoogmoed. Eigen verantwoordelijkheid <-> raad van God. Predestinatie.
Wat leerde Augustinus over de ziel?
Augustinus kent de ziel drie basiskrachten toe:
- Memoria (geheugen, voorstellingswereld) Kennis opgeborgen en bewaard
- Intellectus (het verstand) Dingen worden begrepen
- Voluntas (de wil) Het wezen van de mens